Wannes Daemen

Einder

Wij zijn rare beesten. Wij mensen. Wij parels, panda’s en piraten. Man wij kunnen rollen. Nooit meer stil­staan. Altijd onderweg, op pad naar ergens.

Het is niet erg

Niemand sneeuwt. Niemand fietst. Naima is thuis.

Een woord voor later

Ik wil een woord voor later. Een woord dat ik kan gebruiken als ik – stokoud onder een dekentje bij de open haard – aan mijn klein­kin­deren vertel over het leven van vroeger. Voor­alsnog heb ik geen klein­kin­deren, maar luis­teren zullen ze, want ik heb woorden. Opa, die open haard is een ver­vuilend onding, zullen ze zeggen. Hou je bek mijn kind. Het is geen echte open haard, maar een hologram. Zo werkt dat in de toekomst.

Vrijheid

Alles was ik beu. Het weer, de wereld, dis­cri­mi­natie, kli­maat­op­warming, Squid Game, Black Friday, de stank van hout­ka­chels, altijd gedoe met mijn printer, jeuk op plekken waar ge niet bij kunt, bit­coins, con­ser­va­tisme, sek­sisme, ik dacht dat ik het allemaal had gehad.

Black Friday

Ne friday waarvan de ochtend u in uw smoel tuft met koppijn en ver­ont­rus­tende jeuk op plekken waar ge niet bij kunt. Ne friday die zegt. Hier. Uw ver­warming doet het niet, de boiler is kapot, en ge trapt met uw…

Het patri­ar­chaat bestaat niet, fucknut

Ik vind het bestaan van het patri­ar­chaat onmis­kenbaar, alom­te­gen­woordig en very much in your face. Het zijn bijna uit­sluitend mannen die mij komen tegen­spreken, hoe dui­delijk wil je het hebben?

Er woont een vraag in mijn hoofd

Mijn hoofd huisvest vele vragen. Maar een ervan weegt het zwaarst. Eén vraag is altijd wakker. Altijd het licht aan, altijd luid en onontkoombaar.

Roest

Roest

Hier heeft iemand te veel plop­vi­ta­mines geslikt, dacht ik. Hier heeft iemand een roestvlek op zijn ziel die je van drie straten verder al kunt ruiken.

No future

Ik sta hier, in die wereld, en ik adem de klamme lucht van loze beloftes en kapi­ta­lis­tische priet­praat. Maar ik heb geluk. 

Kerk

Met een kerk voor je deur hoef je niet meer naar het theater. Min­stens een keer per dag sta ik voor het raam van onze woon­kamer te gluren naar taferelen.

Fucking Nederland

Gelukkig geef ik geen zier om wat make­laars te melden hebben. Flikker op met je dure maatpak.

Theater

Dan ver­an­deren ze plots­klaps in kleine kin­deren die loeiend tekeer gaan alsof ze geen toetje krijgen. Niemand noemt hen gees­telijk gestoorde luxe­paardjes die van het veld geschopt moeten worden.