Belachelijk
Het is kwart na zeven in de ochtend. Ik zet de motor aan en rijd een meter of vier vooruit. Ik zet de motor weer uit en wacht. In de berm zie ik struiken met bloemekes. Ik knijp mijn ogen tot spleetjes om de bladranden scherper te zien. Is het een eenstijlige of tweestijlige meidoorn? Ik stap uit en pluk een blad van de struik. De chauffeur van een glimmende cabriolet met aanhangwagen kijkt me aan alsof ik snot aan mijn neus heb. Ik negeer hem zoals ik doorgaans alle chauffeurs van glimmende cabriolets negeer.