Ondergrens
Arnon Grunberg heeft zijn schup afgekuist. Dat is zijn goed recht, ik zou ook mijn schup afkuisen als ik me ergens niet meer senang voelde. Na 25 jaar hangt hij zijn Humo-column in de wilgen, en dat uit onvrede met de woorden van een andere columnist. De lezers zullen hem missen, maar zo is het leven. Ik gun hem dit zelfgekozen vaarwel van harte.
Als ik het goed heb begrepen, is de reden van zijn afscheid het gewelddadige en antisemitische taalgebruik van Herman Brusselmans in een tekst over Gaza. De onvrede die hij hierover voelt, klinkt wezenlijk, hij spreekt over een ondergrens. Ik zal dat niet bagatelliseren. Bovendien staat een verdediging van het taalgebruik van Herman Brusselmans wel heel erg laag op mijn bucket list.
Laten we eerlijk zijn, het is niet de eerste keer dat het taalgebruik van Herman Brusselmans ontspoort. Het oeuvre van de schrijver staat bol van discriminatie en misogynie. Ik heb fans van de man dat wel eens satire horen noemen, maar naar mijn bescheiden mening is satire toch vooral bedacht om naar boven te trappen. En Brusselmans schopt vanonder het comfortabele dekentje der vrije meningsuiting wel heel vaak naar beneden.
Net zoals Grunberg, ben ook ik voor een zo ruim mogelijke opvatting van vrijheid van meningsuiting. Maar die vrijheid betekent niet dat we geen kritiek mogen hebben op een schrijver, die – in een wereld die bulkt van het seksisme – zijn talent misbruikt om vrouwenhaat en misprijzen salonfähig te maken. En dat doet hij al langer dan 25 jaar.
Blijkbaar kunt ge in deze wereld zonder al te veel problemen jarenlang de seksist uithangen. Daar zal wel eens iemand iets van zeggen, maar ge hoort niet snel het woord ondergrens vallen. We leven in een wereld die bestuurd én tegelijkertijd naar de kloten wordt geholpen door voornamelijk mannen. Als die mannen het plezant vinden om zich misprijzend te gedragen jegens vrouwen, dan moet iedereen dat met een korreltje zout nemen.
Maar wee de snoodaard die een keer iets onwelvoeglijks durft te zeggen over het jodendom. Dat is een ondergrens. Grunberg wil niet langer gepubliceerd worden naast een vermeende revisionist. Dat is geen ‘demonstratie waarin hij hoeft mee te lopen’, om de woorden uit zijn afscheidsbrief te citeren. Maar de olijke demonstratie van vrouwenhaat in de zweterige kleedkamer van Brusselmans, waarin hij jarenlang oogluikend heeft meegelopen, dat is geen enkel probleem. Dat is – zoals dat gaat in kleedkamers – gewoon om te lachen.
Als ik Grunberg was, ik zou mijn ondergrens herijken.