• Wannes Daemen

Neder­lands

Er valt een boekske in de bus. Het is een bro­chure over de toe­komst­plannen voor de wijk waarin ik woon, gemaakt in overleg met buurt­be­woners. In de bro­chure staat een lijstje leef­regels voor een aan­gename buurt, en al bij de eerste regel ruik ik de onfrisse wind van rechts popu­lisme: ‘In onze wijk spreken we Neder­lands’. Als ik meer lef had, zou ik de bro­chure tevoor­schijn halen telkens als ik in een res­taurant of bij het zwembad of aan mijn eigen voordeur sta te wablieften omdat ik word aan­ge­sproken in plat dialect. Kijk hier, zou ik dan zeggen. Deze leef­regel hebben jullie bedacht, maar ik ben de enige die hem naleeft. Mijn opmer­kingen zouden dood op de Zuid-Limbörgse grond vallen, want ik heb een don­ker­bruin ver­moeden dat de bewuste leef­regel niet gericht is aan autochtone buurt­be­woners, ook al spreken zij zelden ver­staanbaar Nederlands.

Ik denk aan mijn moe­derland, waar de grootste poli­tieke partij pleit voor ver­plichte Neder­landse lessen voor kleuters vanaf drie jaar. Kennis van het Neder­lands is voor nieuw­komers de sleutel tot hun inte­gratie, aldus Vlaan­derens bruinste popu­listen. Dat men op allerlei andere fronten voort­durend het onbegrip jegens die nieuw­komers aan­wakkert, wordt gemaks­halve gene­geerd. Als ze geen Neder­lands kunnen, is dat onbegrip hun eigen schuld. Ik krijg er akelige kriebels van. Die pre­oc­cu­patie met taal is geïn­sti­tu­ti­o­na­li­seerd racisme. En nieuw­komer is een dis­cri­mi­nerend kutwoord.

Ook in Nederland worden – in het hoofd­lij­nen­ak­koord van ’s lands eerste extreem­rechtse kabinet – werk en taal de basis van inte­gratie genoemd. Daar­naast wordt een resem aan maat­re­gelen bedacht om die inte­gratie zo moeilijk mogelijk te maken, en worden bevol­kings­groepen gede­mo­ni­seerd en weg­gezet als pro­ble­ma­tisch. Mis­vat­tingen en voor­oor­delen zijn het gevolg.

Ik wil een ander boekske in de bus. Ik wil een bro­chure vol taal­fouten, in alle talen van de regenboog. Een boekske waarin uit­gelegd wordt hoe zon­de­bok­po­litiek ons van elkaar ver­vreemdt. Hoe we door macht­hebbers bang gemaakt worden voor nieuw­komers, sta­tus­houders, asiel­zoekers, vreem­de­lingen, bui­ten­landers, alloch­tonen, en al die andere dis­cri­mi­ne­rende kut­woorden. Hoe we uit elkaar gedreven worden, met blinde vlekken en onbegrip als gevolg. En hoe onbe­langrijk het is om netjes Neder­lands te praten. Want het resultaat daarvan is een dystopie: een samen­leving waar iedereen elkaar ver­staat, maar niemand elkaar begrijpt. Zet dat maar in een boekske.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *