• Wannes Daemen

Mist

Mist omarmt mij, ik wandel in een wolk. Zelf omarm ik vijf exem­plaren van mijn boek, onderweg naar het pak­ketpunt in de super­markt. Bij de parking staat een bankje, er zit een meneer, hij leunt op een wan­delstok. Hij zegt heel luid HOI tegen iedereen die pas­seert. Niemand fronst, iedereen glim­lacht. Ik denk aan Vlaan­deren, waar mensen zich een hernia schrikken als ge hen begroet, ik weet ook niet hoe dat komt. Ik vraag me af of het in Vlaan­deren ook mistig is, de pakjes onder mijn arm zullen het eerder weten dan ikzelf. Bij de super­markt hangt een spin­neweb, zwaar van natte pareltjes. De mist dringt binnen in mijn hoofd, dat is niet erg. Ik hoef niet voort­durend alles helder te zien. Ik laat mijn boeken achter bij de balie, de pakjes worden gescand, in mijn hoofd neem ik vijf keer afscheid.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *