Kutmetafoor
Er hing een zaadje aan de kap van een van onze rolluiken. Het was een lindezaadje, bungelend aan een onzichtbaar draadje spinrag. Na enkele dagen hardnekkig in weer en wind bungelen schreef ik het zaadje metaforische eigenschappen toe. De hele wereld gaat onherroepelijk naar de kloten, maar gij, dapper lindezaadje, gij zijt het lichtpunt in mijn leven. Als gij het ondanks alles weet vol te houden, dan ik ook. Ik zal mijn best doen. Gemakshalve negeerde ik het feit dat ik vooral de kracht van spinrag zou moeten bewonderen in plaats van het zaadje. In een zaadje zit nu eenmaal veel meer pathetische symboliek dan in een stukske spinneweb. Meer dan tien dagen bleef het zaadje bungelen. Op de elfde dag werd aan de andere kant van de oceaan een fascistische trol op een schild gehesen, maar het zaadje bleef hangen. Zou een strohalm geen betere symboliek teweegbrengen dan die spinnedraad, vroeg ik me af. Uiteindelijk doet de werkelijkheid – symbolisch of niet – volstrekt haar eigen goesting. We staan erbij en kijken ernaar. Na vijftien dagen – het zaadje hing er nog steeds – werd in Amsterdam de werkelijkheid verdraaid en geboetseerd opdat zij beter bij het racistische beleid van een extreemrechtse regering zou passen. Journalisten stonden erbij, keken ernaar, en namen zonder protest de vervormde werkelijkheid over in hun nieuwsberichten. Als klap op de islamofobe vuurpijl bazelde de premier over een integratieprobleem. Badum tss, twitterde het trollenleger. De werkelijkheid huilde om zoveel leugens, en de hele nacht hoorde ik de regen op de kap van het rolluik tokkelen. Vanochtend was het bungelende lindezaadje verdwenen. Stomme kutmetafoor.