• Wannes Daemen

Niet mijn planeet

Het geloof in een betere wereld zit altijd ergens in een hoekske van mijn broekzak, als een onge­bruikte papieren zakdoek. Soms vergeet ik het eruit te halen voordat mijn broek in de was moet, en dan krijg ik een ver­frommeld hoopke gelof in ene bertee weredl terug. Maar dat deert niet. Hoop mag best een beetje verfrommelen.

Sta me toe even terug in de tijd te reizen, naar de jaren negentig van de vorige eeuw. Ik puber met de val van De Muur als wind in de rug, en het voor­uit­zicht van een nieuw mil­lennium aan de einder. We betogen tegen dis­cri­mi­natie, het woord pola­ri­satie bestaat nog niet, en de Europese een­wording wordt toe­ge­juicht. De groei van het internet maakt de wereld cre­a­tiever en veel­kleu­riger dan ooit. De lelijke kant van de geschie­denis ligt achter mij, de toe­komst – ver­frommeld maar veel­be­lovend – in mijn broekzak.

Terwijl ik pogingen doe om vol­wassen te worden, haalt de lelijke kant van de geschie­denis me onver­hoeds in. Er vliegen tuigen in flat­ge­bouwen, en de wereld wordt bozer en banger. Dis­cri­mi­natie wordt een mening als alle andere, Europa een ambetant vehikel. Het internet wordt gekaapt door kapi­ta­listen en onveilig gemaakt door mannen. De nood­kreet van natuur en klimaat klinkt luider dan ooit. Zonder het te beseffen klem ik mijn vuist steeds strakker om het propke zakdoek in mijn broek.

En dan is daar het virus van de beschei­denheid. Een wereld­wijde pan­demie maakt ons nederig en klein. De stilte van lock­downs stemt me hoopvol. Nu ver­andert alles, denk ik. Nu de wereld nood­ge­dwongen op zijn bek gaat, zullen we ons bezinnen en van onze fouten leren en het allemaal anders doen. Dit is het keerpunt dat in de geschie­de­nis­boeken de start van een betere wereld genoemd zal worden. In mijn broekzak brandt de hoop van een naïeve puber.

Maar er volgt geen bezinning. Er volgt een shitshow van des­in­for­matie en com­plot­the­o­rieën. Rechtse zakken strelen onze onderbuik en de wereld wordt dommer en lelijker. Het wereld­record navel­staren wordt her­haal­delijk ver­pulverd, en onze aard­kloot kreunt onder egoïsme en con­ser­vatief gelul.

Het is 2024. Ik steek mijn handen in mijn zakken en schrik. Waar is mijn propke zakdoek? Waar is mijn geloof in een betere wereld? Heb ik het ergens laten slin­geren, ben ik gerold? Wie is er met mijn hoop aan de haal? De cre­a­tieve en veel­kleurige wereld die ik ooit voor me zag is ver­zwolgen door een troebele mist, en de einder is onzichtbaar.

Dit is niet de wereld waar ik al die jaren op heb gehoopt. Dit is niet de ver­we­zen­lijking van de beloftes waar de lucht van mijn jeugd mee gevuld was. Dit is brod­delwerk. Goedkope rommel waar niemand beter van wordt. Ik wil mijn geld terug. Kan ik nog ruilen?

Dit is niet mijn planeet.


PS Ik heb een boek gemaakt. Dat boek draagt dezelfde titel als boven­staande tekst en dat is geen toeval. Mijn boek jammert, vloekt en lacht in zijn vuistje. Mis­schien biedt het troost. Ik wens het u van harte toe. Ge kunt het kopen, volg daarvoor deze link.


Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *