Waar kan een hart nog heen behalve naar binnen?
Het is een vraag die ik mij oprecht stel in de sombere aanloop naar de feestdagen. Ik gebruik het woord somber omdat ik somber ben. Somberder dan ooit, misschien wel. Het woord somber klinkt in herhaling als een traag rommelend onweer. Somber. Somber. Somber.
In het land waar ik nu woon onderhandelt een racist over het vormen van een regering. Hij onderhandelt met mensen die het lef kwijt zijn om de racist terecht te wijzen, ze willen allemaal wel aan de schaars verlichte rechterkant van het halfrond gaan zitten. Ze vergaderen aan sombere tafels over de vormgeving van een sombere toekomst.
In het land waar ik vroeger woonde vallen peilingen om onder het gewicht van hun somberheid. Een kwart van de stemmen gaat naar fascisme, een ander kwart naar iets wat daar steeds meer op lijkt. Mensen geloven in de kracht van achteruitgang. Over enkele maanden heet de peiling verkiezing. Dat wordt zonder weerga een sombere dag.
Aan de overkant van de oceaan loopt ’s werelds somberste nihilist rondjes ter opwarming van een tweede presidentstermijn. Hij noemt mensen ongedierte. Tussen zijn sombere regels hoor ik maar één wens. Ik wil de wereld zien branden. Het is de sombere ambitie van een gevaarlijke man, en niemand kan overtuigend aantonen dat hij geen president zal worden.
Elders in de wereld worden mensen oorlogen in gedreven. Als ze niet vluchten worden ze uitgemoord. Extreemrechtse regeringen worden toegejuicht en gefinancierd door andere regeringen. Ze durven het woord genocide niet uit te spreken, ze zijn laf, ze knuffelen hun eigenbelang. Het woord somber schiet tekort, dwars door de harten van duizenden. Wie wilde ook alweer de wereld zien branden? Het is zover.
Wie bekommert zich nog om het klimaat? Wie bekommert zich nog om mensen in nood? Wie bekommert zich nog om minderheden, om mensen van kleur, om transpersonen, om vluchtelingen, om kunstenaars, om onderwijs, om het licht aan het eind van de tunnel? Iedereen heeft zich laten vangen door fake news en complottheoriëen. Vooruitgang is een vies woord geworden. Nihilisten willen de wereld in de hens steken, en iedereen zegt ja. Te gek. Goed idee. Hier is een dooske lucifers.
Waar kan een hart nog heen, bij zoveel somberheid? Waar moet ik naartoe met mijn idealen en mijn gedroom van een betere wereld? Waar kan ik nog heen, behalve naar binnen? Hoort ge het rommelen? Het onweer is daar.
De lucht heeft een rare kleur.
Het weer doet rare dingen.
En onze leiders proberen niet eens om geen monster te zijn.
Waar kan een hart nog heen behalve naar binnen?
Waarom niet alle deuren op slot en de gordijnen dicht?
Somber somber somber.
(vrij naar Kae Tempest)
Addendum
Maak u geen zorgen. Of wel, maak u grote zorgen en stem niet op fascisten, maar maak u geen zorgen om mij. Al ben ik somber, ik vind het lichtknopke wel weer. Het is feest, pakt uw geliefden vast en ween van geluk. Iedereen kan dat gebruiken.
En al lijkt het misschien zo, ik ben niet wanhopig. Ik ben somber, kwaad en teleurgesteld. Maar niet wanhopig. Hier is een quote van James Baldwin. Steek die in uw nieuwjaarsbrief en hoop.
Ween, droom, en hoop.
Fijne feesten gij.
‘I never have been in despair about the world. I’ve been enraged by it. I don’t think I’m in despair. I can’t afford despair. I can’t tell my nephew, my niece. You can’t tell the children there’s no hope.’
(James Baldwin)