Te snel
Ik ben in het ziekenhuis. Er moet iemand in mijn lijf kijken, ik ben blij dat ik dat niet zelf hoef te doen. Ik krijg een mooie blauwe jurk aangemeten, ik kan niet bij de knoopjes aan de achterkant. Dag meneer, ik heet Eliane, ik kom een naald in uw arm steken, ik zie dat u al omgekleed bent, ligt u comfortabel? Ik maak een grapje over de mooie blauwe jurk. Het is die week de dertiende keer dat Eliane het grapje hoort, ze lacht hartelijk. Eliane heeft warme handen, ze loopt een beetje krom. Naast en tegenover mij liggen andere lijven waar iemand in moet kijken. Oude lijven, gerimpeld en krom. Hier lig ik dan, omsingeld door wie ik worden zal. Eergisteren nog kopieerde ik Nirvana op een gebruikte cassette, straks komt iemand mijn jaarringen tellen. Het leven gaat veel te snel.
Een roesje maakt mijn hoofd lichter. Ik zweef terug naar het weekend, ik was in Amsterdam. Ik wandel met mijn lief door de buurt van haar jeugd. Hier viel ze met de fiets, daar zoende ze voor het eerst. Achter het roesje telt iemand mijn jaarringen, ik merk er niks van. In Amsterdam zitten twee jochies met een telefoon op de stoep. Ze weten van niks, het leven moet hen nog overvallen. Ze scrollen langs hun favoriete liedjes, het is laat, ze zijn luid, het kan ze niks schelen. Terwijl we voorbij wandelen, herken ik de intro van Smells Like Teen Spirit. Ik voel mijn jaarringen kriebelen. Oh ja, die ken ik ook, zegt jochie één. Nice, zegt jochie twee. Geconcentreerd scrollen ze verder, zonder het te beseffen halen ze het leven in.
