• Wannes Daemen

Te snel

Ik ben in het zie­kenhuis. Er moet iemand in mijn lijf kijken, ik ben blij dat ik dat niet zelf hoef te doen. Ik krijg een mooie blauwe jurk aan­ge­meten, ik kan niet bij de knoopjes aan de ach­terkant. Dag meneer, ik heet Eliane, ik kom een naald in uw arm steken, ik zie dat u al omge­kleed bent, ligt u com­for­tabel? Ik maak een grapje over de mooie blauwe jurk. Het is die week de der­tiende keer dat Eliane het grapje hoort, ze lacht har­telijk. Eliane heeft warme handen, ze loopt een beetje krom. Naast en tegenover mij liggen andere lijven waar iemand in moet kijken. Oude lijven, gerimpeld en krom. Hier lig ik dan, omsingeld door wie ik worden zal. Eer­gis­teren nog kopi­eerde ik Nirvana op een gebruikte cas­sette, straks komt iemand mijn jaar­ringen tellen. Het leven gaat veel te snel.

Een roesje maakt mijn hoofd lichter. Ik zweef terug naar het weekend, ik was in Amsterdam. Ik wandel met mijn lief door de buurt van haar jeugd. Hier viel ze met de fiets, daar zoende ze voor het eerst. Achter het roesje telt iemand mijn jaar­ringen, ik merk er niks van. In Amsterdam zitten twee jochies met een telefoon op de stoep. Ze weten van niks, het leven moet hen nog over­vallen. Ze scrollen langs hun favo­riete liedjes, het is laat, ze zijn luid, het kan ze niks schelen. Terwijl we voorbij wan­delen, herken ik de intro van Smells Like Teen Spirit. Ik voel mijn jaar­ringen krie­belen. Oh ja, die ken ik ook, zegt jochie één. Nice, zegt jochie twee. Gecon­cen­treerd scrollen ze verder, zonder het te beseffen halen ze het leven in.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *