• Wannes Daemen

Clown

Mogen wij die hebben?” De huismuze wees naar de menu­kaarten in de handen van een haastige ober. Het was druk op het terras en we zaten al even te wachten. Niet zo lang dat het irritant werd, maar plots kwamen die menu­kaarten langs en lief greep haar kans. De sfeer was vrolijk.

De ober deinsde the­a­traal ach­teruit, trok grote ogen, boog weer naar voren en reikte ons de menu’s aan. Hij zag eruit als een clown op een kin­der­feestje, maar dan met zweet in plaats van schmink. Glimmend piekhaar, met gel gemo­del­leerd. Te oud voor dit kapsel. De sfeer twijfelde.

Vrouwen hebben geen geduld”, gin­ne­gapte hij. “Wist u dat 30% van alle vrouwen in behan­deling is bij een psy­chiater?”. Gezwind haalde hij een doekje over onze tafel. “Dat wil dus zeggen dat 70% door het leven gaat zonder behan­deling.” De sfeer stortte in.

Rologend keken we de clown na, terwijl hij gie­chelend weg­danste naar een ander tafeltje. Ik voelde mede­lijden opkomen. Mede­lijden met de vrouw van deze man. Zijn moeder, zijn zus. Zijn dochter, haar vrien­dinnen. Zijn zoon, die hem naäpen zal. De sfeer, voor altijd naar de kloten.

Grappend en grollend ver­volgde de ober zijn weg. Aan de rand van het terras, waar een diepe afgrond lonkte, gleed hij uit. Hin­nikend stortte hij in de die­perik, onderwijl lukraak per­cen­tages brullend. Bij zijn collega bestelde ik een tomatensap.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *