• Wannes Daemen

Vrijheid

Ik dacht dat ik de herfst beu was. De kou, de regen, het gebrek aan zon­ne­schijn. De winter is nog niet begonnen en ik droomde al van len­tedauw. Ik dacht dat ik de herfst beu was.

Ik dacht dat ik de regering beu was. Het wei­felen, het popu­lisme, het gebrek aan daad­kracht. De patri­ar­chale fanboys van het neo­li­be­ra­lisme en hun in krijt­streep getooide getreuzel. Ik dacht dat ik de regering beu was.

Ik dacht dat ik K3 beu was. De shows, de voor­ge­kauwde kut­muziek, de kip­filet. Het als kokette pinups ver­momde kleu­ter­vermaak, op een dronken namiddag uit de plee van Gert Ver­hulst gevist. Ik dacht dat ik K3 beu was.

Alles was ik beu. Het weer, de wereld, dis­cri­mi­natie, kli­maat­op­warming, Squid Game, Black Friday, de stank van hout­ka­chels, altijd gedoe met mijn printer, jeuk op plekken waar ge niet bij kunt, bit­coins, con­ser­va­tisme, sek­sisme, ik dacht dat ik het allemaal had gehad.

Maar niks ben ik zo weer­galoos klo­te­kotsbeu als de schwalbe van de bevoor­rechte wes­terling die te midden van cre­pe­rende mede­mensen en de con­stante roep om soli­da­riteit zijn oog­kleppen wat strakker trekt om schmierend een emmertje kro­ko­dil­len­tranen te huilen over vrijheid.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *