• Wannes Daemen

Roest

Ik had een vlekje. Midden op mijn borst, ver­scholen onder het weinige borsthaar dat mij toe­be­deeld is. Klein en onop­vallend, maar groter dan vroeger. Het was geen saus of cho­colade want na het douchen zat het er nog steeds. Een uit­dijend rondje. Roest op mijn vel. Oxi­datie van een lijf dat niet meer jong genoemd kan worden, maar ook nog niet oud. Zenuw­achtig belde ik de huisarts. Want een vlekje, dokter, op mijn borst, of u even zou willen kijken. Ik ben geen hypo­chonder maar nooit eerder had ik roest op mijn bast. Er hing iets in de lucht wat je angst zou kunnen noemen. Want wat als. Wat dan? Bijna vijftig, dus ja. Shit happens. Waardig ouder worden kan zomaar opeens ver­an­deren in een strontzooi van dokters en ziekenhuizen.

In de wacht­kamer las ik de gazet. Er was een interview met Gert Ver­hulst, de patriarch van Studio 100. Ik las grote woorden van een selfmade man die het echt gemaakt heeft in het leven. Bij­voor­beeld. Iedereen kan poe­pierijk worden, de enige voor­waarde is hard werken, geluk speelt daarbij geen rol. Kli­maat­ver­an­dering is een pro­bleem, maar graag zonder doem­be­richten of kli­maat­marsen. Fas­cisten moeten kunnen mee­be­sturen. Als Sams­on­worst niet nodig was, zou niemand het kopen. De gewone man, dat ben ik. Enzo­voort, enzo­lul­koek­verder. Hier heeft iemand te veel plop­vi­ta­mines geslikt, dacht ik. Hier heeft iemand een roestvlek op zijn ziel die je van drie straten verder al kunt ruiken. Hier is waardig ouder worden zomaar opeens ver­anderd in een strontzooi van pri­vilege en neo­li­berale prietpraat.

De deur van de wacht­kamer ging open en iemand riep mijn naam. Ik stond op en volgde de stem naar het kamertje van de dokter. Zonder aar­zeling stak ik van wal. De wereld is om zeep, dokter. Al heel mijn leven werk ik poe­piehard, maar rijk word ik niet. Het klimaat gaat naar de kloten, en de mach­tigen der aarde doen geen fuck. Mensen stemmen op fas­cisten. In K3 kip­filet zit te veel vet en suiker. Het ego van Gert Ver­hulst is een onwel­rie­kende hut­sepot van pri­vilege en oog­kleppen. Alles is een strontzooi. En oh ja ik heb een vlekje. Hier, op mijn borst.

Gaat u maar even liggen, zei de dokter. Pro­fes­si­oneel fronsend onder­zocht hij mijn lijf. Luister, sprak hij zalvend. Ik kan weinig voor u doen. De wereld is vol van witte mannen die pre­ten­deren de waarheid in pacht te hebben. Die oog­kleppen krijg je er niet zomaar af. Ik wil u advi­seren om eenmaal per week uw raam te openen en uw frus­traties naar buiten te schreeuwen. Daar is het klimaat niet mee geholpen, en ook de fas­cisten krijgt u niet weg, maar schreeuwen lucht op. Ik schrijf u opluchting voor. Om zijn advies kracht bij te zetten, zuchtte de dokter diep. En oh ja. Dat vlekje. Dat is wat men noemt een ouder­domswrat. Kan geen kwaad. Die kunnen we gewoon laten zitten, tenzij u er vanaf wil. Het kan nog don­kerder worden, het kan gaan groeien en uit­stulpen, het kan gaan jeuken en irri­teren. En heel af en toe – in een enkel zeldzaam geval – gaat zo’n wrat zodanig uit de kluiten groeien dat de gazet langskomt om hem te interviewen.

Roest

1 reactie

  1. mie schreef:

    <3
    Merci voor dit schrijfsel!

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *