No future
Ik sta achter glas in een huis onder wassend water. Achter het raam van de badkamer van het huis neemt dat wassen bijbelse proporties aan en wordt de wijde omgeving rampgebied genoemd. Ik heb geluk. Mijn kelder loopt vooralsnog niet onder en de straat wordt als altijd door voertuigen bereden. Elders is het anders. Elders stroomt het over en loopt het onder. Dit heb ik nog nooit meegemaakt, zegt wie dan ook in de buurt van een microfoon. Ik sta achter glas in een huis onder wassend water, en ik kus mijn twee pollen. Blij dat ik niet op het nieuws moet met laarzen en een microfoon.
Kijk hier. De huismuze wijst naar een kaart van West-Europa met daaroverheen een gigantische regenboogwolk. Aan de rand is de wolk wit en geel, in het centrum rood en paars. Haar vinger rust op een donkerpaarse vlek. Kijk hier, dit zijn wij. In het huilende oog van de storm. We checken voor de zoveelste keer of onze kelder niet ook aan het huilen is. De vloer voelt klam en vochtig, maar het stroomt of loopt over noch onder. We hebben geluk. Wij behoeven geen zandzakken. Mijn lief brengt wat hout en planken in droge veiligheid, je weet maar nooit. Ik help niet, want er danst een tweede prik door mijn koortsige aderen en ik kan amper een kop koffie tillen. Ook dat nog. Ik sta in een kelder in het donkerpaarse oog van een storm, en ik kus mijn lief. Blij dat ik droge voeten heb, en geen zandzakken.
Hoog boven de regenboogwolk, achter vergadertafels, wordt een pakket maatregelen voor een klimaatneutraal Europa gepresenteerd. Iets met een groene deal en minder CO2 en meer zonnepanelen en dat het over dertig jaar allemaal beter wordt. Prima maatregelen, helder en begrijpelijk, er is over gesproken en over nagedacht. Maar het is te laat. Het worst case scenario waar de maatregelen ons voor moeten behoeden ontplooit zich. Nu. Vandaag. Hier. In Death Valley is het 54 graden, hier om de hoek verdrinkt men in water dat er eerst niet was, overal op aarde zijn mensen op de vlucht voor het weerbericht. De huidige generatie groeit op in een wereld waar de vage echo van Johnny Rotten door omgevallen bomen waait. No future for you. Ik sta hier, in die wereld, en ik adem de klamme lucht van loze beloftes en kapitalistische prietpraat. Maar ik heb geluk. Over dertig jaar ben ik dood, als niet bijna. Blij dat ik dat niet ben, die huidige generatie.