Een woord voor later
Ik wil een woord voor later. Een woord dat ik kan gebruiken als ik – stokoud onder een dekentje bij de open haard – aan mijn kleinkinderen vertel over het leven van vroeger. Vooralsnog heb ik geen kleinkinderen, maar luisteren zullen ze, want ik heb woorden. Opa, die open haard is een vervuilend onding, zullen ze zeggen. Hou je bek mijn kind. Het is geen echte open haard, maar een hologram. Zo werkt dat in de toekomst.
Ik wil een woord voor later. Een woord voor het pessimistische gevoel dat me overvalt tijdens ochtendwandelingen als ik rondslingerende mondkapjes zie in het struweel, aangelengd met de milde blijdschap dat de oorspronkelijke drager – vooraleer er het milieu mee te vervuilen – dat mondkapje tenminste heeft gedragen, in tegenstelling tot al die zogenaamde vrijheidsstrijders die gereglementeerd gezond verstand verwarren met een dictatuur. Het is een complex gevoel, ik wil woorden voor complexe gevoelens.
Ik wil een woord voor later. Een woord voor de emotionele waas die over alles hangt – bomen, huizen, mensen, ministers – in de maanden dat de dagen kort zijn maar de tanden steeds langer, de maanden van eindigen en opnieuw beginnen, de maanden waarin we allemaal een beetje grijs worden en het woord winterdepressie zodanig hardnekkig niet durven uitspreken dat we vergeten dat wat ons bindt heimwee is. Heimwee naar blote tenen op zonnige dagen. Ik wil woorden voor heimwee.
Ik wil een woord voor later. Een woord voor het zuchtend ondergaan van toenemende ouderdomsklachten onder het vernislaagje van exponentieel groeiende relativering. Een woord voor het besef man te zijn in een wereld ongeschikt voor vrouwen. Een woord voor de sussende voldoening van de eerste hap van het avondmaal en het genezende effect daarvan op de frustratie bij het horen van het stemgeluid van Mark Rutte of Bart De Wever. Ik wil een woord voor de slapheid van de lach als ik mobilhome zeg waar ik hometrainer bedoel. Ik wil een woord voor flauwe zever waar ik blijkbaar vijf alinea’s voor nodig heb.
Ik wil een woord voor later. Een woord voor het gevoel dat me zal overvallen als ik merk dat mijn onbestaande kleinkinderen niet meer luisteren en het hazepad kozen toen ze merkten dat je met een hologram geen marshmallows kunt roosteren, waarop ik grijsgeworden zal ontdekken dat ondanks talrijke pogingen en alinea’s vol volzinnen een leven lang elk woord tekort heeft geschoten en ik in de ogen van mijn lief het enige zal vinden wat ertoe doet. En daar zijn geen woorden voor.