• Wannes Daemen

Broe­belkes

Ik heb een aal­bes­sen­struik gekocht. Ik weet niks van aal­bessen. Sommige blaadjes van de struik zien er ver­schrompeld uit. Ze hebben broe­belkes. Ik staar naar de broe­belkes en ik vloek. Ik overweeg ampu­tatie. Niet van de hele struik, er zijn bijen en vogels die het mij euvel zouden duiden. Maar die ver­schrom­pelde blaadjes, wat moet ik daarmee? Het is geen zicht. Ik wil geen struik met broebelkes.

Het was een voor­deel­pakket, die struik. Ik kreeg er een tuin bij en aan die tuin zat een huis. Hier zit ik dan, gelukkig te zijn in mijn huis met aal­bessen, en toch wringt er iets. Mijn huis is een beetje ver­sleten, maar het heeft een deur, een bad­kamer, een bed en een keuken. In de living staan planten en cd’s. Aan de muur hangt een foto van mijn lief, mijn tapijt is roze. Dat zijn geen argu­menten voor som­berheid, maar toch. Is dit alles? Ik wil geen huis met broebelkes.

Ik duw de broe­belkes aan de kant en ik pluk een handvol bessen. Ze zijn nog niet allemaal rijp, maar ze zijn te eten. Ik weet wat de struik door­maakt. Ik kwam eens bij de dokter toen ik zelf broe­belkes had. Dokter, zei ik, ik heb broe­belkes en het jeukt. Doe mij een zalfke, of een shampoo, of zo’n doos met pillen. Help mij, dokter. Een bed, een keuken, een foto van mijn lief aan de muur. En toch jeuken. Ik wil geen lijf met broebelkes.

Soms heeft een dag ook broe­belkes. Of een week, of het leven zelve. Jeuk aan uw bestaan, met uw menszijn naar de afdeling zelf­hulp­boeken. Ge vraagt u af of dit alles is. God­ver­domme, het leven heeft broe­belkes en het jeukt. Waarom ben ik hier? Ge belt naar de Blabla Lama en Humpes met zijn Ratelband. Tenen­krombom Shankar en Spencer de influ­encer en Gwyneth Paltrow heeft kaarsen die naar karma stinken. Allemaal zeggen ze god­ver­domme. Gij hebt jeuk aan uw bestaan, ik zie het wel. Koop mijn dure boeken en maak mijn filmkes populair. Gij wilt geen leven met broebelkes.

De aal­bessen zijn zuur. Ik heb liever winegums. Ik hoor iemand vloeken. Gij ondankbare kwibus. Ik doe mijn ogen open en ik zie de aal­bes­sen­struik mij de Levieten lezen. Laat mij gerust met uw gezever, char­latan. Iedereen heeft broe­belkes. Alles en altijd en overal. Noem mij een leven dat nooit jeukt. Voila. Gooi dat zalfke in de vuilbak en de Dalai dinges er ach­teraan. Die jeuk die hoort bij u, ze maakt u tot wie ge zijt. We zijn met broe­belkes geboren en als ge dood gaat zullen het er niet bepaald minder zijn, mark my broebelkes.

Ik krab aan mijn elleboog. Nog een geluk dat dat niet bestaat, spre­kende aalbessen.

3 reacties

  1. Naomi Busard schreef:

    Wat een prachtig bericht, en wat een heer­lijke steken :D
    Ik wist niet dat ik dit bericht nodig had, maar het is schit­terend. Een merci voor de hemels­brede glimlach :) :) :)

  2. Wannes Daemen schreef:

    Graag gedaan!

  3. Jozefien schreef:

    Heerlijk! Bedankt!

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *