Tegeltuinangstdromen
We zakken uitgeput onderuit in de zetel. Anderhalf uur lang ondergingen we een webinar van Vereniging Eigen Huis over het zoeken en kopen van een woning en wat daar allemaal bij komt kijken. Ik duizel. Sinds we besloten om naar Nederland te verhuizen, is er een wereld van kennis en informatie opengegaan. Overdrachtsbelasting, kadasterkosten, roerende zaken, financieringsvoorbehoud, krimpgebieden, aardbevingsrisico, annuïteitenhypotheek, garantievoorwaarden, eindwoning, heuvelrug, Staphorst. Nee, liefste Funda-algoritme, we willen niet naar Staphorst.
Maartje legt haar volgeschreven notitieblok terzijde en vraagt of ik screenshots heb gemaakt. Ik knik en zucht. Wat is alles goed geregeld in Nederland, concludeer ik. Voor de informatie die ik in het afgelopen anderhalf uur – netjes opgelijst, helder uitgelegd, voorzien van voorbeelden – voorgeschoteld kreeg, zou ik in België urenlang in het rond moeten goegelen, ik zou zesentwontjusp loketten en overheidsdiensten moeten mailen maar wellicht bellen, en dan nog zou ik me zitten afvragen of het dit of dat obscure document is waar de bank naar zal vragen. En dan heb ik het nog niet over de vraag hoe we in godsnaam aan de weet komen of dat mooi ogende pand in Geldenaken waarvan op Immoweb drie wazige foto’s te zien zijn – eentje op zijn kant – verwarmd wordt met mazout of met een illegale jeneverstokerij. Op Funda vind ik bij elk huis meer tekst en beeld dan in De Grote Bosatlas. Lief lief Belgenland, ik hou van u tot diep in mijn scrotum maar asjeme-fucking-nou wat is Nederland een heerlijk geordende verademing.
We weten nog niet precies waar we willen wonen. Ons budget heeft grenzen, de bestemmingen ook. Gelukkig is Nederland groot. De Randstad is uitgesloten, de bossen van Brabant ook. Rond Zutphen, naast de Veluwe en in Enschede zijn opties als we vrede nemen met kleine kamers en dito oppervlakte. Lagere prijzen en grote tuinen vinden we in Drenthe en Friesland. Als we kiezen voor ongestoord en afgelegen, dan komt de waddenzee dichterbij. En als we echt gevaarlijk goedkoop willen wonen, zijn er huizen zat in Groningen. De barsten in de muren en de occasionele Harlem Shake moet ge er dan wel bijnemen.
Deze verkenningsfase is enerverend. Ik heb nachtmerries over tegeltuinen en de Rijdende Rechter, en de voorlopige onzekerheid over locatie is tergend. Daar staat tegenover dat dit ook een fase is van fantaseren en dromen. Wat denkoefeningen betreft, is alles toegestaan. Zo heb ik alvast laminaat gelegd in een doorzonwoning in Hengelo, heb ik een schutting geplaatst in Dieren en een rijtje meidoorns in Apeldoorn. Ik heb een terras opgebroken en de tegels verkocht in Enschede en ik ben in Stadskanaal aan de buren gaan vragen waarom er opgerolde prikkeldraad op hun plat dak ligt. In een dorpje waarvan ik de naam ben vergeten heb ik hele rare vlekken uit het tapijt gepoetst en in Oostdongeradeel heb ik een zwembad opgezet in een boomgaard. In Leerdam heb ik een watertoren roze geschilderd, in Emmen heb ik aan de zon gevraagd of ze voortaan in het Noorden zou willen opkomen en bij Deventer heb ik de A1 een paar kilometer in een andere richting gelegd.
De nabije toekomst is een wazig en ondoorzichtig moeras van bureaucratie en badkamerfoto’s, maar in mijn hoofd is alles grenzeloos. Ik woon dan nog niet helemaal in Nederland, Nederland woont steeds meer in mij.
Ik kan er vanuit mijn Amsterdamse stek over meespreken. Al bijna 20 jaar geleden naar NL verhuisd, maar nog steeds verbaasd, blij, geïrriteerd dat hier alles (goed) geregeld is, en nooit gedacht dat het cultuurverschil zo groot is. Maar daar ben je met je NL partner goed op voorbereid. Godspeed zou ik zo zeggen.
Thanks!
En toch kan je, als je er middenin zit, soms ook door het bos de bomen niet meer goed zien in dit land met oneindig, kennelijk wel goed georganiseerde, maar in mijn ogen te veel en te bureaucratische regelingen. Kan ook aan mijn hoofd liggen.
Oh maar dat kan ik me heel goed voorstellen. Bureaucratie is handig, maar vaak ook stroef. En sowieso: trop is altijd teveel.