Sorry Raymond
Toen ik een bang klein tienertje was, durfde ik in eerste instantie niet naar persoonlijke, ingetogen muziek te luisteren. Ik vulde mijn dagen met The Ramones en AC/DC. Singer-songwriters en andersoortige troubadours kwamen mijn puberkamertje niet binnen. Mijn door hormonen binnenstebuiten gekeerde lijf was bang voor grote emoties en de verwarring die daarmee gepaard ging. Af en toe poogde ik wel eens naar pakweg Leonard Cohen te luisteren, maar ik kon dat soort bloedeerlijke naaktheid nog niet goed plaatsen. Wat als muziek mij aan het huilen zou brengen? Wat als muziek mij pijn zou doen? Wat als ik deze in melodie gegoten weltschmerz zou herkennen? Hoe ga je daar als verse baard-in-keel mee om? Als ik mijn bescheiden platenkastje in die tijd om antwoorden vroeg, riep Joey Ramone heel luid Hey Ho, Let’s Go. Veel verder kwam ik niet.
Tot Van Het Groenewoud op een dag kwam binnengewandeld. Ik had net de luchtgitaar omgegord op mijn kleine highway to hell, toen Raymond één van zijn platen mijn puberteit binnengooide. De plaat heette Ontevreden, en het eerste nummer was een stampende rocksong. Dat was slim van Raymond. Ik was verkocht. Er stond nog meer rock- en andere feestmuziek op de plaat, en ik was meteen gegrepen. Ik was zozeer gegrepen, dat de – jawel – ingetogen nummers van het album ongemerkt mijn bange zieltje binnensijpelden. Raymond zong over wachten op een wagen in de nacht, enkel begeleid door een sobere gitaar en een viool. Hij zong vol overtuiging over het genot van ontevreden zijn. En hij brulde in Wat een fijne dag de ziel uit zijn lijf. Ik liet kiekevlees zich van mij meester maken en ging op zoek naar andere albums. Ik Doe Niet Mee. Intiem. Kamiel In België. Ethisch Reveil. Ik leerde Raymond kennen als grootmeester van het melancholische feestlied, en als troubadour van het onuitgesproken verlangen. Ik voelde me verloren en alleen in de woestijn van mijn tienerjaren, maar ik ontdekte iemand die mijn weltschmerz in taal en melodie kon gieten. Sindsdien staat de deur van mijn hart open voor muziek die snijdt, muziek die wringt, muziek die pijnlijk eerlijk is. Raymond was de eerste die mijn hand op de klink legde.
Afgelopen Valentijn werd Raymond zeventig. Omdat hij jarig is op de dag dat ik mijn lief leerde kennen, vergat ik zijn verjaardag. Sorry Raymond, voor deze vergetelheid. Ik maak het vandaag goed met een lijstje. Een lijstje met dertien van uw – wat mij betreft – meest persoonlijke en ingetogen liedjes. Liedjes die mij lang geleden hebben doen huilen, en waar ik nu sporadisch met weemoed naar luister. Dat van die meiskes op het strand zit er niet tussen, dat moet ge mij vergeven. Dat liedje wordt te pas en te onpas achter tv-beelden van de zee gemonteerd, ik word er niet goed van. Doch dit terzijde. Gelukkige verjaardag, Troubadour Kiekevlees.

PS Ook nog dit. Ik noemde u niet voor niks grootmeester van het melancholische feestlied. Daarom gelijk ook een tweede lijstje, een addendum. Daarin alleen maar dansen en vrolijkheid, ook als ge graag ontevreden zijt. Changez!
Dit is mijn carnavalslied
Men stampt het met de voet
Men klapt het in de handen
Men voelt zich prima, en men zingt:
Lalalala, lalalala lalala
Lalalala
Wat een fijne dag
Uit Wat een fijne dag
© Foto Michiel Hendryckx