Mannen (2)
Ik vind mannen stom. Het zal vermoedelijk niet de laatste keer zijn dat ik dat zeg, want ik vind mannen bijna elke dag wel een paar keer stom. Zo bijvoorbeeld mezelf. Ik ben een man en ik ben stom. Ik zag een kortfilm, genaamd Strength, een kleine parel met een prachtig gedicht als rode draad: ‘Lessons in Olympic Weightlifting’ van Adele Hampton. Het gedicht en de film gaan over de fysieke en emotionele kracht en weerbaarheid van vrouwen. Ik zeg kracht en weerbaarheid, maar ik denk dat het woord strength nog meer vertalingen kan hebben. Verzin er gerust zelf eentje.
Strength is een ontroerend mooi statement. De film is gemaakt zonder hulp van mannen, en hij laat zien dat kracht en doorzettingsvermogen geen typisch mannelijke eigenschappen zijn. Het zijn universele menselijke begrippen. Door de – vaak ondergesneeuwde – vrouwelijke kant van kracht te laten zien, wordt het begrip rijker, kleurrijker, en – tiens – krachtiger. Strength is niet iets van mannen. Het is ook van vrouwen, en dus van ons allemaal.
Maar ik vind mannen stom, zei ik aan het begin. Dat komt zo. Ik kwam de kortfilm tegen in mijn feedreader en ik las de beschrijving. ‘Strength is a film about female physical and emotional strength, shot through the lens of a weightlifter.’ Geïntrigeerd ging ik kijken. In de eerste shots komt de weightlifter waarvan sprake in beeld, en mijn allereerste gedachte was deze. Hey. Die gewichtheffer is een vrouw. Ik zette de film efkes op pauze, getroubleerd door mijn eigen oogkleppen. Ik zag het woord weightlifter en ik dacht aan een man. Het is pijnlijk om vast te stellen hoe minuscuul het virus van sexisme kan zijn. Hoe ik – in weerwil van mijn woorden – mijn gedachten niet altijd onder controle heb. Mijn gedachten zijn mijn grootste goed, maar soms waart er een virus in rond. Ik wil dat virus zien. Ik wil het bij zijn nekvel pakken en met zijn klikken en klakken door het raam van mijn gedachten flikkeren. De straat op. Op straat komt dan een kolonne vrouwelijke gewichtheffers voorbij die het virus onder de voet lopen en tot moes stampen, onderwijl prachtige gedichten reciterend.
Mooi stukje, al zou ik toch een lans willen breken voor niet-genderneutrale woorden. Waarom kan je niet gewoon gewichthefster zeggen? Door steeds de ‘mannelijke’ variant als ‘neutrale’ vorm voor te stellen, ga je toch net de patriarchale maatschappij benadrukken? Ter inspiratie over de mogelijke invullingen/standpunten van het debat kan je altijd de wikipedia discussie eens bekijken (https://nl.wikipedia.org/wiki/Wikipedia:Taalcaf%C3%A9/Archief/201412#Genderneutrale_beroepsnamen) :)
Groetjes!