Geld
Ik vind geld stom. Ik vind geld niet alleen stom, ik vind geld ook enorm belachelijk. Ik vind geld zo belachelijk, dat als ik al mijn eigen zuurverdiende centen op een hoop op tafel zou leggen, ik vooral zou denken dat mijn tafel veel te groot is. Er zijn veel slimme mensen die op talloze bladzijden van al even talloze geschiedenisboeken betoogd hebben hoe stom en belachelijk geld is, en hoe het bron en oorzaak is van een hele hoop ellende en miserie. Ik ben maar een klein beetje een slimme mens, maar toch lever ik bij deze graag een bijdrage aan het historische debat over de grenzeloze stomheid van centen.
Binnenkort moet ik met mijn rammelende koekblik naar de jaarlijkse autokeuring. Hiervoor ontving ik – zoals dat elk jaar gaat – een pastelgroene herinnering van de Groepering van Erkende Ondernemingen voor Autokeuring en Rijbewijs, kortweg GOCA. Ik moet bij die afkorting altijd aan gocarts denken, wat raar is als ge weet dat ge bij de keuring nogal op uw dak krijgt als ge komt aanschuiven in een gocart. Die gedachte is slechts een vermoeden, ik weet zulks niet uit ervaring. Als iemand het voor mij zou willen testen, laat iets weten. Dan kom ik kijken.
Op de herinneringsbrief van GOCA staat allerlei informatie met als doel de autokeuring zo gestroomlijnd mogelijk te doen verlopen. Onder het kopje ‘Kies zelf uw keuringsstation’ staat de wonderbaarlijke zinsnede ‘Er is altijd een keuringsstation dichtbij uw huis, uw werk, uw tweede verblijf …’. Toen ik dat las, verslikte ik mij in mijn kopje Black Ivory koffie, terwijl ik vanop mijn balkon uitkeek over mijn landgoed, alwaar mijn renpaarden vrolijk rondhuppelden in de ochtendzon. Not. Ik heb helemaal geen tweede verblijf, en ik heb een vaag vermoeden dat ik lang niet de enige ben (waarbij ik die ‘lang’ op z’n Limburgs heb uitgesproken).
Ik weet niet wie daar bij GOCA de copywriting doet, maar het zou wel eens de achterneef van onze minister van Buitenlandse Zaken kunnen zijn. Die leeft namelijk ook in een wereld vol van de pot gerukte evidenties waarvan de gemiddelde belastingbetaler zodanig met de ogen gaat knipperen, dat iedereen in de onmiddellijke nabijheid een epileptische aanval krijgt. Ja, ik heb het over u, meneer Reynders. Ik zag een fragment uit een programma van RTL info, waarin de DJ waarvan sprake een dag op stap ging met een werkloze moeder die het moet zien te redden met minder dan 1500 euro in de maand.
De werkloze mevrouw polste naar het maandloon van de minister, en viel toen – terecht – ettelijke kilometers achterover bij het horen van het exuberante bedrag van 11000 euro netto. Als dat bedrag in één keer op mijn rekening zou verschijnen, zou ik denken dat ik slachtoffer was van een Nigeriaanse oplichter. Het meest flabbergastende moment van het programma moest toen nog komen. Op de vraag van de mevrouw of dat loon enigszins in verhouding is met de arbeid die de minister moet verrichten, antwoordde hij bevestigend. Want dat het vergelijkbaar is met andere ministers en posities in de privé. En dat andere ministers van andere partijen ongeveer hetzelfde verdienen. Je vais prendre des champignons, zei de mevrouw terwijl ze naar het paddenstoelenschap liep.
Kijk, ik ga niet onnozel doen, ik weet dat ministers hard werken. Dat zijn publieke figuren die lichamelijk en geestelijk het uiterste van zichzelf vergen. Die zijn de godganse dag bezig met heel belangrijke en verantwoordelijke beslissingen die gevolgen hebben voor heel veel mensen. Ik begrijp dat daar een flink bedrag tegenover mag staan. Maar ge kunt ongetwijfeld zelf ook een paar beroepen opnoemen die op allerlei manieren het uiterste van mensen vergen, beroepen waar ook veel verantwoordelijkheid bij komt kijken, beroepen waar geen 11000 euro in de maand aan vast hangt. Meer nog, die werkloze moeder leidt ook een leven dat lichamelijk en geestelijk het uiterste van haar vraagt, en zij heeft niet eens een beroep.
En dan nu een hypothese en een denkoefening. De hypothese luidt als volgt: Geld, financiële middelen, centen, jetons, noem het hoe ge wilt, het is schabouwelijk ongelijk verdeeld. Ik noem dat een hypothese omdat ik Didier Reynders het voordeel van de twijfel wil geven. Heel efkes maar. Pompiedom. Tot zover. Ik stop nu maar met Didier Reynders het voordeel van de twijfel te geven. Het is helemaal geen hypothese, het is een waarheid als een koe zo groot als de Mont Blanc: Geld is schabouwelijk ongelijk verdeeld. En dan nu de denkoefening. Stel dat de minister elke maand 1000 euro (een elfde van zijn loon) aan de werkloze mevrouw zou geven. Dan verdient de minister nog steeds idioot veel geld, en hij merkt niet eens dat er een stukske af is. Maar het leven van die mevrouw met haar karige scharrelsalaris wordt wel op slag een stuk makkelijker én gelukkiger. Wat ik betoog, is dat het helemaal niet zo moeilijk is, een betere verdeling van centen en jetons. Maar ge moet het wel willen. En als gij met 1500 euro in de maand heel hard wilt, terwijl de machthebbers met hun oogkleppen van Louis Vuitton helemaal niet willen, dan zijt ge gezjost. Dan zijt ge de sigaar, de pineut, de pisang, de dupe en de sjaak. En dat zijn geen goed betaalde beroepen.
En daarom vind ik centen stom en belachelijk. Zolang er flippo’s rondlopen die denken dat elke auto-bezitter een tweede verblijf heeft, zolang er beleidsmakers zijn die idioot veel geld verdienen en – ondanks hun intelligentie en expertise – niet willen snappen dat hun loon onderdeel is van een schabouwelijk ongelijke verdeling, zolang er door die zelfde beleidsmakers jarenlang de meest loze beloftes worden gemaakt over het aanpakken van armoede en ongelijkheid, zolang Didier Reynders doet alsof zijn patserige neus bloedt, zolang zal ik geld stom en belachelijk vinden.
Flikker toch een eind op met uw tweede verblijf.