• Wannes Daemen

Wild­plassen

Wildplassers

Wild­plassers

Ik wachtte voor het stop­licht. Aan de overkant van het kruispunt stond een bloembak. Ik moest denken aan een kran­tenkop die ik las in de ochtend. Amsterdam vindt groene oplossing tegen wild­plassers. Dat is een onvol­ledige kop, dacht ik. Daar had man­ne­lijke wild­plassers moeten staan. Het licht sprong op groen. Ik duwde het gas­pedaal in en werd tijdens het optrekken rechts inge­haald door een onge­duldige ach­ter­ligger die veel te snel weg­stoof. Ik heb veel te snel weg­stuiven altijd ronduit bela­chelijk en onver­ant­woord gevonden, in zo goed als alle omstan­dig­heden. Stoer­doe­nerij van man­ne­tjes­putters. Ik ben nooit een man­ne­tjes­putter geweest, en ik heb nooit geweten hoe dat werkt, stoer doen. In eerdere fases van mijn leven vond ik dat soms een han­dicap, dan voelde ik me een mietje tussen de binken. Onder­tussen heb ik vrede gevonden met mijn zachte zelf en met een per­soon­lijkheid die met wat goodwill als enigszins vrou­welijk omschreven zou kunnen worden. Ten­minste, als je vrou­we­lijkheid ziet als iets dat haaks staat op stoer­doe­nerij, en dat durf ik nu ook weer niet te beweren. Hoe het ook zij, ik ben en blijf een man, en ik kijk naar de wereld door de bril van iemand met een piemel en een hele hoop pri­vi­leges. Stoer of niet. Ik vind het niet evident om die bril af te zetten, maar naarmate ik ouder word probeer ik het vaker. En dan gaat er een wereld voor me open. Een wereld die niet alleen bekeken, maar ook zo vaak gemaakt en geschreven wordt door mensen met piemels en pri­vi­leges. Wat dat betreft is het volgen van het wereld­kam­pi­oen­schap voetbal immer een vreemd dilemma. Ik geniet van het spel, van de spanning, van het drama en de euforie. Maar ik frons een flinke wenk­brauw bij het zien van al dat tes­tos­teron op velden en tri­bunes, omdat het mij zo vreemd is. Ik frons de andere wenk­brauw bij het gewaar­worden van de quasi afwe­zigheid van vrou­we­lijkheid op velden, op tri­bunes, aan praat­tafels. Dat is allemaal niet zo moeilijk. Het WK is een lesje in sek­sisme voor beginners. Omdat het er zo cen­ti­meters dik op ligt, die blik van mensen met piemels en pri­vi­leges. Maar ik blijf kijken. Ik zet mijn bril af en weer op. En als het WK gedaan is, dan blijf ik dat doen. Want dat ik nu eenmaal de bezitter ben van zo’n rare bril is helemaal niet erg. Dat ik hem nooit zou afzetten, dat zou pas een pro­bleem zijn.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *