• Wannes Daemen

Oh reiger, gij zijt zo schoon.

In Amsterdam wonen reigers.
Veel reigers.
In Amsterdam schijten de reigers op balkons, uw hoofd en de stoep.
In mijn vlaamse jeugd en in mijn leven wonen weinig reigers.
Ik heb er nog nooit eentje zien schijten.
Reigers zijn zo schoon.
Ik ben ver­liefd op alle reigers.
Ik was een keer in Amsterdam en daar stond een reiger op de bus te wachten.
Ik ben daar toen dagenlang van onder de indruk geweest en alle Amster­dammers moesten met mij lachen.

Hoi reiger, wilt gij een vriendschapsverzoek?

Hoi reiger, wilt gij een vriendschapsverzoek?

In onze ach­tertuin komt af en toe ook een reiger.
Dan word ik blij als een kind.
Reigers zijn zo schoon.
Ze zitten op een hek of een paalke of met hun poten in de moes.
Ze zitten daar in hun opge­plooide ele­gantie en dan gaan ze opeens vliegen.
Opstij­gende reigers zijn zo schoon.
Laatst schaamde ik mij een beetje.
Ik zag een reiger en ik ben hem toen gaan storen.
Alleen maar voor het opstijgen.
Zo schoon.
Sorry reiger.
Ik hou van u.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *