Kluns
Ik word altijd zenuwachtig aan de kassa van de supermarkt. De lopende band gaat te snel, en ik heb het gevoel dat iedereen staat mee te gluren. Niet dat ik wil verbergen wat ik in de kar heb liggen, dat mag jan en alleman weten. Maar dat de rest van de wereld ziet wat voor kluns ik ben in het uit die kar halen van mijn koopwaar en het in weergaloze chaos uitstallen ervan, daar kan ik niet goed tegen. Het stomme is dat ik vermoedelijk niet eens een grote kluns ben in vergelijking met de meeste van mijn collegae winkelaars, maar een mens wordt al gauw een prutser als iemand op zijn vingers kijkt. Tenminste, deze prutser toch.
Tien minuten eerder had ik een mevrouw zien winkelen die op Keith Richards leek. En ofschoon dat niet noodzakelijk een compliment is, vond ik het toch indrukwekkend. Hoe je zonder enige vorm van plastische chirurgie als eenvoudige prutser ongevraagd tot het pantheon van oude rockers gaat behoren. Ik wil ook op Keith Richards lijken. Dan komt er vermoedelijk nog meer volk op mijn vingers kijken, maar dan zal iedereen begrijpen dat mijn klunzigheid een oorsprong heeft in mateloos drugs- en drankgebruik. Als mezelf heb ik geen verleden van mythische proporties om dagelijks gepruts mee te verantwoorden.
De mevrouw die op Keith Richards leek tapte een koffie aan de automaat in het midden van de winkel. Ze stond heel lang te twijfelen over welk knopje ze precies zou indrukken. Begrijpelijk, dacht ik. Die restanten amfetamine krijg je niet zomaar uit je lijf.
Ik zie een gat in de markt: een training voor klunzen. Dat we samen bij mij thuis de eettafel vrijmaken, want god wat staat daar een boel op. Allemaal dingen die er eigenlijk niet op horen te staan, maar er toch steeds terecht komen, omdat ze weigeren een eigen plekje te hebben. Maar goed: dan wordt die tafel voor de sessie even de lopende band, en kunnen we oefenen. Wie weet oefen ik al tijden eigenlijk en is het daarom zo’n zooitje op mijn eettafel. En wie weet ging die mevrouw juist al tijden naar de plastisch chirurg om op Keith Richard te lijken en was die daar reuze blij mee, want wat een uitdaging! Na het straktrekken van al die nekplooien en het innemen van rimpels en wallen nu eens de andere kant op. Alsof je een eettafel eindelijk helemaal vol mag stapelen met weet niet wat en dat het dan goed is. Zoiets. Ahum.