Kabaal
In de lade van mijn ondergoed ligt geen lingerie, al heb ik wel eens een beha van mijn lief aangetrokken. Ik heb voornamelijk eenvoudige onderbroeken met streepjes of in een effen kleurtje. Er is er eentje met luipaardmotief. Die is enigszins versleten. Ik zou hem kunnen weggooien, maar af en toe vind ik het plezant om als luipaard door mijn huis te wiebelen. Dat wil niet zeggen dat ik die onderbroek nodig heb om me goed in mijn vel te voelen, maar het helpt wel.
Het kost me geen enkele moeite om deze informatie te openbaren. Ik ben een witte veertigjarige hetero, ik ben een man maar geen macho, en ik ben zeer tevreden met mijn geslacht. Er is geen informatie waarvan een eventuele openbaring me stress en twijfels bezorgt, er is geen kast waar ik nog uit moet komen. Ik heb het fijn met mezelf, mijn geaardheid en mijn ondergoed.
Ik weet dat dat niet voor iedereen geldt. Ik weet dat deze wereld met zijn vooroordelen en smalende grapjes voor veel mensen een mijnenveld is. Een plek waar mensen met stress en twijfels hun dagen vullen. Omdat ze zich anders voelen, omdat ze bang zijn voor reacties, omdat ze denken dat ze de enige zijn. Omdat het ze bloed, zweet en heel veel tranen kost om uit de kast te komen, met of zonder lingerie.
Het is nooit je eigen schuld. Jij hebt die kast niet bedacht. Je hebt geen stress of twijfels omdat je anders bent. Je hebt stress of twijfels omdat de rest van de wereld vindt dat je anders bent. Omdat de rest van de wereld voor jou een kast heeft bedacht. En daar dan ook nog eens een oordeel over heeft. Dat oordeel ligt al klaar nog voordat jij ook maar je hand tegen de binnenkant van de kastdeur legt. Het is niet jouw schuld dat de kast zo moeilijk opengaat. Want lang voordat jij eruit komt, hoor je in de verte al het kabaal van roeptoeters die vinden dat de wereld doordraait. Tactloze trutten die datgene wat jij zo belangrijk vindt ongein noemen, of een marginaal fenomeen. En dwars door dat kabaal moet jij dan uit de kast komen. Met de make-up waar je trots op bent, de lingerie waar je je goed in voelt, of de sacoche die je zo prachtig vindt.
Roeptoeters heb je overal. Trutten zijn wel vaker tactloos. Dat weet jij ook, misschien wel beter dan ik. Je kunt ze negeren, je kunt ze doodzwijgen, je kunt ze aanklagen. Dat werkt lang niet altijd, maar in de grond zijn ze onbelangrijk. Ook al maken ze voortdurend kabaal, ze zijn van geen tel in jouw leven.
Dat alles verandert op het moment dat een belangrijk politicus – met online en offline volgers – zijn tactloze bek opentrekt om een oordeel te ventileren over wat jij zo belangrijk vindt. Door zijn positie vergoelijkt hij al het kabaal van roeptoeters en trutten dat jij zo hardnekkig probeert buiten te sluiten. Door de megafoon van zijn bekendheid praat hij goed wat jij al zolang wil tegenspreken. Vanop zijn podium legitimeert hij vooroordelen, en bestendigt hij het bestaan van een kast waarin jij je moet verstoppen. En je voelt de stress en twijfels toenemen. Opnieuw gaan je handen zweten als je ze tegen de binnenkant van de kastdeur legt. Opnieuw heb je het gevoel een stap naar achter te moeten doen, omdat het kabaal versterking krijgt. En opnieuw voel je de fnuikende kracht van stilstand.
(Deze tekst verscheen ook op demorgen.be)