Het is warm, dat zal u niet ontgaan zijn. Om ver­koeling te zoeken, gingen we wan­delen in het bos. Meer­be­paald het Vors­donkbos in Gelrode. Dat is een donker en vochtig bos met veel water en plassen en tril­venen en reigers en lelies en lissen en vlinders en vlinders mijn god wat wonen er veel vlinders in het Vors­donkbos. Aan de ingang van het bos kwam een man met hond ons tegemoet. Voor hem was de ingang de uitgang. Ik zei goeiedag en hij zei ZIE MAAR DAT GE U VAN ONDER TOT BOVEN INSMEERT WANT ZE VRETEN U HELEMAAL OP DAAR IN HET BOS en ik zei okee okee okee meneer gij heet zeker Capslock? Maar de waar­schuwing was op zijn plaats want als ge hete zomer en stil­staand water optelt, dan krijgt ge Rock Werchter en Glas­tonbury tegelijk maar dan voor muggen, dat begreep ik ook wel. Dat het in het Vors­donkbos stikt van de muggen is een under­sta­tement. Ik heb ze pro­beren te tellen maar na vier­en­twin­tig­miljard exem­plaren heb ik mijn ver­stand ver­loren en sindsdien sta ik bekend als de dolende wil­deman van Gelrode.

Dat was allemaal niet zo erg. Mijn lief had een jer­rycan mug­genspul in de rugzak zitten, dus wij smeerden ons van onder tot boven in. Die muggen konden ons verder gestolen worden. Het Vors­donkbos was een ver­a­deming. Door de droogte was het wel­licht niet zo zompig als het zou kunnen zijn, maar er waren talloze poeltjes en grachtjes en beekjes. De begroeiing was wild en bij momenten zo dicht dat we ons in een tro­pisch woud waanden. De varens groeiden ons boven het hoofd, en wij smeerden ons van onder tot boven in met rust en stilte. Die zin klonk een beetje raar, maar ik laat hem toch lekker staan.

En ofschoon de muggen dwars door mijn t‑shirt bleken te prikken, was ik blij om in het bos te zijn. Soms is het leven buiten het bos moeilijk en inge­wikkeld, en om allerlei redenen vind ik het leven de laatste tijd moei­lijker en inge­wik­kelder dan anders. Dat ge daaraan kunt ont­snappen door een­vou­digweg naar een bos te gaan, is een won­derlijk gegeven. We baanden ons een weg doorheen de koe­koeks­bloemen, de brand­netels en de zegge en onderweg maakte ik het geluid van een machete. Ik weet na meer dan veertig jaar nog steeds niet hoe ge het woord machete moet uit­spreken, maar zo’n ding imi­teren, dat kan ik als de beste. Onderweg moest ik denken aan een com­mercial die ik een dag eerder zag. Een com­mercial voor de F.C. De Kam­pi­oenen Fan­dagen in Plop­saland De Panne. Er zijn weinig eve­ne­menten die zo inter­ga­lac­tisch ver van mijn bed staan als de F.C. De Kam­pi­oenen Fan­dagen in Plop­saland De Panne. De kans dat de F.C. De Kam­pi­oenen Fan­dagen ooit in het Vors­donkbos te Gelrode gehouden zullen worden, is gelukkig ook inter­ga­lac­tisch klein.

Die avond viel ik snel in slaap. Met de ver­a­deming van het Vors­donkbos nog in mijn benen, bleek de afrit naar dro­menland snel gevonden. Ik droomde van een wereld met veel vlinders en tril­venen, een wereld waarin alle muggen fan zijn van F.C. De Kam­pi­oenen, en een wereld waarin het gemeen­te­be­stuur van De Panne het smeren van mug­genspul bij wet verbiedt.

Welkom in het Vorsdonkbos
Welkom in het Vorsdonkbos

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *