Gezwam
Er zijn dit jaar minder paddenstoelen, las ik. Het warme weer zit daar voor iets tussen. Dat is spijtig. Ik ben dol op warm weer, maar ik hou ook van paddenstoelen. Niet om op te eten, maar om fronsend naar te kijken. Er zijn zoveel verschillende paddenstoelen, dat houdt ge niet voor mogelijk. Vogels determineren is al lastig, maar paddenstoelen, man. Ik begin er niet aan. Ik kijk ernaar, ik zeg ooh wat schoon en dan eet ik ze niet op. Want ook al weet ik dat alle paddenstoelen eetbaar zijn, er zijn er naar het schijnt enkele die ge maar één keer kunt eten. Dus.
Mijn lief en ik wandelden door de herfst en we zagen zwammen uit een spleet steken. Een zieltogende kastanje had last van een droge huid waardoor hij van die barsten kreeg in zijn vel, ge kent dat. Voor die paddenstoelen is zo’n rottende spleet een ideale voedingsbodem. Hoe meer dode materie, hoe beter zo’n stoel het doet. Niemand woont graag in vochtige stinkende krochten vol afval, behalve de paddenstoel. Nu volgt een ogenschijnlijk lukrake metafoor. Als uw binnenkant rot is, dan komt er enkel gezwam uit.
Minder paddenstoelen, warmer weer, minder insecten, de Japanse duizendknopenbuxusmineermot, ons klimaat gaat naar de kloten. Dat beweren wetenschappers, al heel erg lang. Er zijn ook zotten die beweren dat dat allemaal een hoax is, die klimaatopwarming. Dat we ons bezig moeten houden met de werkelijke problemen zoals het strijden voor onze identiteit. Ik weet begot niet wat dat is, mijn identiteit. Ik heet Wannes, ik ben zoveelveertig jaar, ik ben werkachtig in mijn eigen huis, en ik kijk graag fronsend naar paddenstoelen, zoiets? Als ge daar voor wilt strijden, be my guest. Maar volgende week bestaat mijn identiteit misschien uit het graag kijken naar blote vuurwantsen dus doe niet te veel moeite.
Strijders voor identiteit vindt ge ook bij de N‑VA. Dat is die rare partij die beweert dat de verandering werkt, tenminste als ge het niet verandering noemt maar bijvoorbeeld radicaal conservatieve lariekoek. N‑VA, de radicaal conservatieve lariekoek werkt. Dat hebben ze de afgelopen dagen ook weer bewezen, dat hoef ik u niet meer uit te leggen. De drogredeneringen, hondenfluitjes en populistische verkiezingsslogans vlogen vrolijk in het rond. Van mij doen ze maar, ik trap daar allemaal niet in. Al is het natuurlijk triestig als ge beseft dat zo’n politieke demarche onderdeel lijkt van een zorgvuldig voorbereide verkiezingscampagne voor de donkerbruine fundamenten van deze club. Een donkerbruine commercial voor conservatief geleuter. En ik ga heus niet beweren dat andere partijen geen geleuter produceren, verre van, maar niet alle geleuter komt voort uit een donkerbruine binnenkant. En dan nu die ogenschijnlijk lukrake metafoor.