• Wannes Daemen

De Slimste Man ter Wereld

Beste Erik,

Gis­teren zag ik uw vro­lijke pro­mo­filmke waarin ge de jury van het nieuwe seizoen van De Slimste Mens ter Wereld voor­stelt. Ik heb sma­kelijk moeten lachen. Ik ben dol op science fiction, en nog doller op slimme humor. Er zaten weinig aan­ge­brande moppen in het filmke, dus ik was gelijk geprikkeld. Zou het een voor­teken kunnen zijn? Zou dit het jaar worden waarin De Slimste Mens ein­delijk de puberale repu­tatie van een bruine kroeg op vrij­dag­avond weet te over­stijgen? Zou dit het jaar worden waarin Woes­tijnvis op zoek gaat naar grens­ver­leg­gende humor in plaats van het voort­durend met luide lach besten­digen van grijs­ge­draaide clichés? Ik hoopte het van harte. Ik hoopte en ik hoopte en ik bleef hopen, wel vijf minuten lang. Totdat het me opeens daagde. Mijn hoop was ver­geefs. Uw pro­mo­filmke, beste Erik, is in het­zelfde bedje ziek als al die andere filmkes van u. Het bedje waarin gij u al jaren gie­chelend ligt te wen­telen zonder de lakens te wassen of zonder het rot­tende houtwerk eens van een afstand te bekijken. Het bedje waarin gij piepend van het grin­niken een pro­mo­filmke bedenkt om de jury van uw onder­broe­kenshow aan de wereld voor te stellen. Een twaalf­koppige jury, Erik. Een twaalf­koppige jury met daarin tien blanke mannen, en twee vrouwen. Vindt ge dat zelf om te lachen, Erik? Ge ver­dient kletsen op uw blote kont, man.

De Slimste Mens ter Wereld is een ver­ma­ke­lijke show. Het is een pro­gramma dat jong en oud pro­beert te enter­tainen, op laag­drem­pelige wijze. Een ont­spannend pro­gramma voor een grote en diverse doel­groep. Hoe komt het dan, meneer Van Looy, dat ik de diver­siteit van die doel­groep op geen enkele manier weer­spiegeld zie in de samen­stelling van uw jury? Dat is toch raar, kerel? Dat is toch ont­zettend ouderwets? Waarom is uw show zo’n man­nen­clubke, Erik? Als dat is wat ge wilt, een man­nen­clubke, dan moet ge eerlijk zijn en dat gewoon zeggen. Daar is niks mis mee. Dan steken we u ergens in een schaars ver­lichte voet­bal­kantine met een doos mop­pen­boeken uit de kring­winkel en dan kunt ge daar met uw jury wat gaan zitten kol­deren, zonder dat ge ons moet lastig vallen met uw wereld­beeld uit de jaren stillekes.

En niet beginnen zeveren dat ge uw best gedaan hebt, Erik. Nu niet gaan roepen dat ge gezocht hebt, naar al die vrouwen. Dat ge het echt hebt gepro­beerd, maar dat ge ze niet hebt kunnen vinden. Nog voordat ge met dat non-argument begint te miepen, smoor ik het al in de kiem. Zever in pakskes. Er zijn overal grappige vrouwen. Vrouwen hebben ook humor. Zowat de helft van de wereld bestaat uit vrouwen, en die zouden minder grappig zijn dan de andere helft? Gelooft ge het zelf, Erik? Ik zeg u: zet dat brilleke af. Zet dat man­ne­lijke brilleke af en leg uw oog­kleppen in de schuif. Uw beeld van humor, uw idee van een grap, uw cri­teria voor een humo­ris­tisch pro­gramma zijn niet uni­verseel. Humor kent mil­joenen ver­schij­nings­vormen, en zo goed als geen grenzen. De moge­lijk­heden zijn ein­deloos. Maar als gij, met uw mop­pekes over piemels en seks en dwergen, met uw een­zijdig man­ne­lijke blik, met uw lachband van de minste weer­stand, met uw voor­ge­kauwde voor­in­ge­no­menheid over wat humor is, als gij op die manier op zoek gaat naar grappige vrouwen, hou dan al maar op, makker. Gij zijt zo iemand die al jaren rauwe cervela bij zijn frieten eet. Tot op een dag iemand zegt. Erik, komaan, man. De wereld ver­andert. Eet eens iets anders bij uw frieten. Waarop gij vol trots. Allez vooruit. Ge hebt gelijk. Doe mij eens een gebakken cervela.

Het is toch ook nogal wiedes dat ge die vrouwen niet vindt, sjarel. Want behalve uw beperkte onder­zoeksveld (vrouwen die alleen maar rauwe cervela lusten), is ook uw vraag­stelling ver­keerd. Gij zijt helemaal niet op zoek naar grappige vrouwen. Gij zoekt vrouwen die zot genoeg zijn om in uw voet­bal­kantine te komen hangen om aan uw cri­teria van humor te beant­woorden. Ik zou ook niet komen als ik tot een bevol­kings­groep behoorde die in de kantine waarvan sprake zelf onderwerp is van voor­spelbare sek­sis­tische grapkes. Vindt ge ’t raar dat die vrouwen niet willen? Vindt ge ’t raar dat ze niet durven? Uw brilleke, Erik. Ge hebt het ver­keerde brilleke op.

Maar chapeau, zulle, voor dat filmke. Dat is knap gemaakt, en ge hebt dui­delijk kosten noch moeite gespaard. Mar­ke­ting­tech­nisch zou ik dat zelfs slim en voor­uit­strevend willen noemen, want zo’n ding kan lekker viraal gaan en een buzz creëren en influ­encers vangen en social targets halen en weet ik wat nog allemaal. Om maar te zeggen, Erik, het ziet er heel modern uit. Ten­minste, aan de bui­tenkant. Aan de bin­nenkant staat nog steeds dezelfde plak­kerige café-toog met ver­slenste bier­viltjes en pinten met vin­ger­af­drukken.
Aan de muur hangen por­se­leinen tegeltjes met wijs­heden. 
Ge zijt nooit te blond om te leren.
Vrouwen hebben maar één rol, de deegrol.
Aan de toog hangen alleen maar mannen.
De barman zit gevangen in een slappe lach waar geen eind aan komt.
In een hoekske van het café zit een eenzame vrouw de ene aan­ge­brande one­liner na de andere te tole­reren.
Ze staart naar de menu­kaart.
Bovenaan staat in een ouderwets let­tertype de naam van het café.
De Slimste Man ter Wereld.
Ze zucht.
Ik haat cervela, denkt ze.

 

Kijk daar, een cervela in de lucht.
Kijk daar, een cervela in de lucht.

 

2 reacties

  1. Luc schreef:

    Raaaaak!!!

  2. Goedele schreef:

    Heerlijk, zo ’n spreekbuis

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *