De klinkmees
Ik wist dat hij er zou komen zitten. Hij was er al eerder geweest, en hij had telkens al fluitend zijn aanwezigheid kenbaar gemaakt. Volgens de huismuze – want die weet er wat van – was het schelden wat hij deed, al was het niet duidelijk waarom of naar wie. Stomme kutklink! of Ge moet uw ramen kuisen, goorlappen! We wisten het niet.
En al was het gescheld, het klonk enigszins lieflijk. Ik maakte mezelf wijs dat hij gewoon goeiedag kwam zeggen. Vanop de klink. Even aan zijn bol hangen, en dan met de blik door het raam vanop de klink een kort dankwoord kwinkelieren. Graag gedaan, meesmans. Kom gauw terug.
De volgende ochtend las ik de ochtendkrant met de camera in de aanslag. Ik deed een testje door even te focussen op de lege deurklink. Dat lukte niet. Omdat ik nog maar halverwege mijn koffie was, gaf ik het testen gauw op. Die autofocus zou het wel doen als meesmans komt poseren. Niet veel later hoorde ik hem goeiemorgen schelden. Ik richtte maar vond geen focus. En hop, weg was hij. Nog koffie, dacht ik.
De tweede keer bleef hij iets langer zitten, maar weer kreeg ik niet scherpgesteld. Toen hij na even ijsberen weer heen vloog, vond ik de oorzaak van de onwillige focus. Ik had mijn bril nog niet op. De hele ochtend begrijp ik waarom de halve wereld onscherp is, maar door de lens van een fototoestel word ik plots professor Gobelijn. Ik was wel blij dat ik het lenskapje eraf had gehaald.
Poging drie lukte wel, al kreeg ik maar één kans. Amper een halve seconde kwam mijn fotomodel aan de klink hangen. Het scherpstellen lukte, het afdrukken ook. Toen vloog hij wederom ins blaue hinein. Ik wil niet op de foto, vieze gluurder, kon ik nog net verstaan.
Update: De klinkmees live!
Zo mooi!