• Wannes Daemen

Vogelen

Ik ben graag dicht bij de natuur. Als het kon, zou ik midden in een bos gaan wonen. Terwijl dat nog niet kan, is onze huidige woonst een prima tus­senstop op dat pad naar ste­de­lijke ont­hechting. Ik ga regel­matig wan­delen, en dat doe ik om allerlei voor de hand lig­gende redenen, gaande van een flinke hap frisse lucht tot een portie brood­nodige lichaams­be­weging. Mijn zit­tende beroep dwingt me als ver­standig mens op tijd en stond de bak­stenen muren te ver­vangen door bomen, riet en zot gecoif­feerde grassoorten. 

Ik wandel zelden veel kilo­meters. Dat komt omdat ik snel afgeleid ben. Kijken en stil­staan is veel belang­rijker dan lange afstanden maken. De natuur zit vol spek­takel en schoonheid, en daar niet van genieten zou gelijk­staan aan thuis blijven. Over thuis blijven gesproken: ik ben ook een beetje lui. Als het bos en de wei­landen en de hele natuur op een gestaag tempo langs mij heen zouden kunnen wan­delen terwijl ik languit op de zetel hang, dan zou ik daar onmid­dellijk voor tekenen. Als Wannes niet naar de berg komt, dan moet de berg maar naar Wannes komen.

Er is gelukkig een heel klein stukje natuur dat altijd naar mij komt zonder dat ik ver hoef te wan­delen, en dat is onze tuin. In onze tuin wonen vogels, en tuin­vogels zijn het nec plus ultra van geen wan­deling ver­eisend natuur­schoon. Sinds we een keuken hebben met breed­beel­duitkijk op terras en tuin, vergaap ik mij in de win­ter­maanden onaf­ge­broken aan gefladder en gekwetter. Rood­borstjes, win­ter­ko­ninkjes, mezen (kool en pimpel), put­tertjes, groen­lingen, vinken, noem maar op. Allemaal willen ze een hapje van onze zorg­vuldig gepre­sen­teerde graantjes en vet­bollen, en de uit­ge­bloeide zon­ne­bloemen worden helemaal kaalgevreten.

Een paar dagen geleden heb ik een vet­bol­letje vlakbij het keu­kenraam gehangen. De afstand tot de keu­ken­tafel bedraagt ongeveer ander­halve meter. Qua natuur die naar mij komt in plaats van omge­keerd kan dat tellen. Voor­lopig zijn het enkel de mezen die zich zo dichtbij wagen, maar zij effenen zoals wel vaker het pad voor de andere tuin­vogels. Ik ga nog even afwachten tot de nieuwe maal­tijd­lo­catie ver­trouwd terrein is voor de rest van onze geve­derde buren, daarna zet ik de tuindeur bij het grof vuil en hang ik een dikke verse vetbol aan de lamp boven de keukentafel.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *