Vogelen
Ik ben graag dicht bij de natuur. Als het kon, zou ik midden in een bos gaan wonen. Terwijl dat nog niet kan, is onze huidige woonst een prima tussenstop op dat pad naar stedelijke onthechting. Ik ga regelmatig wandelen, en dat doe ik om allerlei voor de hand liggende redenen, gaande van een flinke hap frisse lucht tot een portie broodnodige lichaamsbeweging. Mijn zittende beroep dwingt me als verstandig mens op tijd en stond de bakstenen muren te vervangen door bomen, riet en zot gecoiffeerde grassoorten.
Ik wandel zelden veel kilometers. Dat komt omdat ik snel afgeleid ben. Kijken en stilstaan is veel belangrijker dan lange afstanden maken. De natuur zit vol spektakel en schoonheid, en daar niet van genieten zou gelijkstaan aan thuis blijven. Over thuis blijven gesproken: ik ben ook een beetje lui. Als het bos en de weilanden en de hele natuur op een gestaag tempo langs mij heen zouden kunnen wandelen terwijl ik languit op de zetel hang, dan zou ik daar onmiddellijk voor tekenen. Als Wannes niet naar de berg komt, dan moet de berg maar naar Wannes komen.
Er is gelukkig een heel klein stukje natuur dat altijd naar mij komt zonder dat ik ver hoef te wandelen, en dat is onze tuin. In onze tuin wonen vogels, en tuinvogels zijn het nec plus ultra van geen wandeling vereisend natuurschoon. Sinds we een keuken hebben met breedbeelduitkijk op terras en tuin, vergaap ik mij in de wintermaanden onafgebroken aan gefladder en gekwetter. Roodborstjes, winterkoninkjes, mezen (kool en pimpel), puttertjes, groenlingen, vinken, noem maar op. Allemaal willen ze een hapje van onze zorgvuldig gepresenteerde graantjes en vetbollen, en de uitgebloeide zonnebloemen worden helemaal kaalgevreten.
Een paar dagen geleden heb ik een vetbolletje vlakbij het keukenraam gehangen. De afstand tot de keukentafel bedraagt ongeveer anderhalve meter. Qua natuur die naar mij komt in plaats van omgekeerd kan dat tellen. Voorlopig zijn het enkel de mezen die zich zo dichtbij wagen, maar zij effenen zoals wel vaker het pad voor de andere tuinvogels. Ik ga nog even afwachten tot de nieuwe maaltijdlocatie vertrouwd terrein is voor de rest van onze gevederde buren, daarna zet ik de tuindeur bij het grof vuil en hang ik een dikke verse vetbol aan de lamp boven de keukentafel.