Brief aan mijn toekomstige klanten
Als freelance vormgever ben ik continu op zoek naar nieuwe opdrachten in Nederland en Vlaanderen. Want brood, plank, etc. Om die zoektocht wat meer ruchtbaarheid te geven, doe ik bij deze een oproep. Een oproep voor jou, beste lezer. Een oproep zonder al te veel blitse marketingtruukjes, want daar krijg ik jeuk van. Een oproep zonder gezever, zonder lichtreclame, zonder dubbelvla. Een oproep, recht uit mijn hart. Want blaat het niet, dan schaapt het niet.
Dat was een enigszins flauwe woordspeling, en het zal niet de laatste zijn. Als jij en ik ooit op een of andere manier gaan samenwerken, dan mag je meer dan één belegen woordspeling verwachten in mijn mailverkeer. Doch dit terzijde.
Een aanzienlijk deel van mijn werk bestaat uit acquisitie. Als ik – duimendraaiend – ga zitten wachten op werk, dan gebeurt er niet veel. Dus moet ik op zoek. Op zoek naar freelance vacatures, aanbestedingen, tweets, oproepjes en alles wat ook maar een beetje op een mogelijke opdracht lijkt. Die zoektocht is soms best plezierig, maar niet altijd. Bovendien kruipt er veel meer tijd in dan ik zou willen. Daar word ik moe van, en dan val ik in slaap. In mijn slaap droom ik van een land hier ver vandaan, Layoutistan, waar de creatieve opdrachten gewoon aan de struiken groeien, en iedereen ongevraagd naar me toekomt. Hier Wannes, nog zo’n prachtige en goedbetaalde opdracht waar je veel plezier aan zult beleven. Daarna ontwaak ik uit mijn droom en kan ik alleen maar aan koffie denken.
Wat ook erg belangrijk is, althans volgens het internet, is marketing. Zet jezelf in de markt, adviseren tientallen artikels en lijstjes met tips en tricks voor freelancers me dagelijks. Zet jezelf in de markt, boost je portfolio, ga gezellig netwerken, drink meer smoothies. Bla bla, driewerf bla. Onlangs zag ik een mooie tweet van Marc Johns:
Kijk, daar heb ik wat aan. Tenminste, daar word ik gelukkig van. Van mijn eigen unique weird self. Of ik er geld mee verdien, is een ander paar mouwen. Godmiljaarde toch.
Kijk, het zit zo. Ik werk hard, ik werk veel, en ik werk graag. Ik heb in de afgelopen jaren een band gesmeed met een hoop sympathieke en vaak terugkerende klanten. Regelmatig groeit mijn klantenbestand een beetje. Daar ben ik blij mee en trots op. Maar het is niet altijd genoeg. Het mag ietsje meer zijn, mevrouw de slager. En ja, ik wil nog wel een plakje worst.
Die slagermetafoor is wat vergezocht, I know. Effe to the point hier, Daemen. Wat ik wil zeggen, is ongeveer het volgende. Jij – beste lezer – mag mij gebruiken. Jij, of je buurman of je tante. Je verzekeraar of je advocaat. Of de CEO van de startup van de broer van de ex van de boekhouder van de hondenuitlaatservice van je hypotheek-adviseur. Jullie mogen me allemaal gebruiken. Mijn talent, mijn ervaring, mijn toewijding, mijn creativiteit, mijn humor, mijn doorzettingsvermogen. Mogen jullie allemaal hebben. Want ik zou zo graag voor jullie een brochure bakken, of een maandblad, of een logo, of een poster of een flyer. Of een maandblad. Ik weet het, ik zei twee keer maandblad. Ondertussen al drie keer. Daarover straks meer. Eerst nog even terug naar die slagermetafoor. Want zou dat niet gewoon een hele goeie bandnaam zijn?
Een maandblad. Een tijdschrift. Een periodiek. Daar hou ik van. Binnen de grafische vormgeving vind ik doorgaans alles te gek en superleuk onwijs te gaaf sjamayee, maar het bedenken van tijdschriftconcepten vind ik echt helemaal te gekkerdst en superleuk onwijs te gaaf boemknal sjamayee vuurwerk trompetgeschal. Ik leerde dat trompetgeschal bij Artefact, waar ik mijn eerste muzieknoten produceerde voor de onderwijstijdschriften van de Klasse-familie. Dat trompetgeschal is spreekwoordelijk op te vatten, trouwens. Het enige wat ik uit een trompet weet te krijgen is tuf. Anyway, sinds die tijd pers ik er als freelancer elke maand minstens één maandblad uit voor verschillende opdrachtgevers. Daarnaast verzorg ik de layout van brochures, boekjes, boeken, jaarverslagen en handleidingen. Om maar te zeggen: mijn expertise swingt de pan uit. Hard.
Een maandblad is leuk om verschillende redenen. Voor een freelance grafisch designer is de belangrijkste reden het wondere feit dat een maandblad maandelijks verschijnt. Door dat grappige toeval is de designer in kwestie verzekerd van (op zijn minst een deel van) een maandelijks inkomen. En een maandelijks inkomen is zo mogelijk nog veel leuker dan een maandblad. Maar wel minder leuk dan een emmer dubbelvla, laat dat buiten kijf staan (wat trouwens niet impliceert dat ik liever in dubbelvla word betaald dan in harde valuta).
‘Is er nu toch weer dubbelvla in je essay over zelfstandig werken gesukkeld?’, merkt de huismuze terecht op, maar ik kon het niet helpen, ik was heel even afgeleid. Desondanks wil ik graag plechtig beloven dat, wanneer de dag komt dat jij – lieve lezer – mij wil gebruiken voor het vormgeven van je maandblad, ik mij met overgave en toewijding van die taak zal kwijten. I’ll be your one man magazine machine. Ik zal je blad van een weergaloze cover voorzien, ik zal geschikt beeldmateriaal zoeken, ik zal het geheel op esthetisch verantwoorde wijze met de juiste lettertypes en het meest geschikte kleurenpalet verfraaien, en ik zal geen stiekeme emmers dubbelvla in je tijdschrift smokkelen. Tenzij het een culinair tijdschrift is. Uiteraard. Culinaire tijdschriften barsten van de dubbelvla, dat weet ik ook wel.
(De foto van Erika is van Filip Naudts. Het rode bloesje is van de Zeeman en in de achtergrond zien we ‘Khaki’, één van de vroege werken van Mark Rothko.)
Ik herhaal. Jij – beste lezer – mag mij gebruiken. Ik ben hartstikke bruikbaar. Contacteer mij via wannes@wannesdaemen.com, of vul dit handige contactformuliertje in. Ik zal je met veel plezier van antwoord dienen.
Moest het nu toevallig zo zijn dat je helemaal geen zin hebt om mij te gebruiken (wat ik kan begrijpen, ik heb ook niet altijd zin in mezelf), dan verwijs ik je graag door naar de laatste alinea van dit schrijven.
Dit is de laatste alinea. Doe mij een plezier. Stuur dit bericht naar je verzekeraar of je advocaat. Of de CEO van de startup van de broer van de ex van de boekhouder van de hondenuitlaatservice van je hypotheek-adviseur. Of gooi het op facebook en twitter. Of op Pinterest. Of van de daken. Of waar dan ook. Maak me gelukkig. Want sharing is caring, en caring is Engels voor superfijndankjewel. Dus. Dank. Dank. Dankjewel.
(Jij ook bedankt, Google)