Ingepakt
Waar het pad begint, staan drie ingepakte bomen. Van kruintop tot wortelteen, elk klein takje en blaadje is verpakt in zilverwit gaas. Onder het gaas krioelt het. In de oksels van de dikste takken lijkt een orgie zonder eind aan de gang. Is het vies? Zou het kleverig zijn? Eén vinger, voorzichtig tegen de bast. Niet kleverig. Zijdezacht. Als Christo deze inpakkunst zou zien, hij zou in eerbied het hoofd buigen. De verpakkingskunsten van de rups van de spinselmot zijn zonder weerga. Het werk is onberispelijk en virtuoos. Een lint of strikje zou teveel zijn. Sommige taarten hoeven geen kers.
Het is ook een beetje beangstigend. Ik denk aan Harry Potter en Hobbits en hele grote spinnewebben. Ik zie mezelf, verpakt, bewegen kan niet meer. Ik zie levenloze zilverwitte lichamen, de mond wijdopen gesperd. De laatste doodsreutel vastgelegd voor de eeuwigheid. Ik denk aan de wind en iets dat kriebelt in mijn haar. Ik zie Medusa, maar dan met rupsen in plaats van slangen. Mythologie en fantasy, waar het pad begint.
Er wandelt een dametje met drie hondjes. Elk hondje heeft zijn eigen leiband, en het dametje heeft een dagtaak aan het voortdurend ontwarren en laten vieren van de teugels. De hondjes zijn wild en uitgelaten. Waar het pad begint, houdt één van de drie halt. Hij pist tegen een ingepakte wortelteen. De teugel staat strak, het hondje stribbelt tegen. Dan staat het dametje stil. Haar mond valt open. Ik denk: oei, niet doen. Met twee leibanden in de hand en een derde onder haar arm geklemd, vist ze een telefoon uit haar handtas. Het inpakwerk wordt met trillende hand gefotografeerd. Focussen is niet eenvoudig als er drie hondjes aan je diafragma sleuren. Ik denk: oei, niet doen. Maar het is te laat. Eén hondje loopt enkele rondjes rond de zilverwitte bast. De leiband wordt korter. Het dametje wordt naar de boom getrokken. Ik denk aan Harry Potter en Hobbits en maak me snel uit de voeten.