• Wannes Daemen

Ettertjes

In de kleu­terklas waren er altijd wel ettertjes. Slecht opge­voede, schreeu­wende klas­ge­nootjes die nooit luis­terden en min­stens één keer per dag iets sub­ver­siefs deden, al dan niet aan­ge­wakkerd door de nega­tieve aan­dacht van een strenge kleu­terjuf. Zolang ik er als bedeesd en angstig kleu­tertje geen last van had, vond ik het prima. Ik ont­dekte al heel jong dat er in elke klas wel een rotte appel zat, en dat dat okee was, want ver­moe­delijk een even­wichtige afspie­geling van de maat­schappij die mij later te wachten stond. Tot die keer dat het obligate ettertje het nodig vond om een homp zacht geknede boet­seerklei op mijn hoofd te kwakken. Urenlang zat ik bij de juf op schoot, die met veel geduld – en shampoo voor het gevoelige huidje – de smurrie van­tussen mijn jonge haren prutste. Het ettertje bracht de rest van de middag door in een hoek van de klas.

Veertig jaar later sta ik midden in die beloofde maat­schappij met haar even­wichtige afspie­geling. Ik heb een huis, een auto en een rij­bewijs. Ik rijd over de E314 en ik zie het ene ettertje na het andere op de lin­ker­rij­strook de limieten negeren. De limieten van snelheid, maar ook die van gezond ver­stand. Ik haal een vracht­wagen in, en achter mij doemt een door straal­mo­toren aan­ge­dreven Audi op, die wild met zijn kop­lampen gaat flik­keren terwijl zijn bumper op een haar na die van mij raakt. De chauffeur wil me dui­delijk maken dat hij sneller dan het licht ergens moet zijn, en dat mijn leven en gezondheid in dat verband ver­waar­loosbare fac­toren zijn. Ik rijd rustig verder, en pink naar rechts om weer in te voegen als ik de vracht­wagen gepas­seerd ben. Links van mij zoeft de Audi aan warp speed weer verder, enkele hon­derden meters voor me zie ik hem een andere wagen rechts inhalen. Aan het eind van de E314 staat een hele grote kleu­terjuf klaar. Ze kijkt heel boos en wijst naar de hoek.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *