• Wannes Daemen

Alles is doorschijnend

Het mooist aan de zomer zijn alle dagen vóór 21 juni. Lange dagen die de nacht steeds verder voor zich uit duwen, tot enkel de magische sche­mering van de mid­zo­mer­nacht over­blijft. Er hangt een onaardse sfeer over die avonden. De wereld zoals ik die ken, ver­watert in een tot dan toe nooit eerder waar­ge­nomen dagdeel en alles wordt onbe­langrijk. Ik wil dan het liefst tot mid­der­nacht buiten blijven en kijken of het nog wel echt donker wordt. Alles is door­schijnend, wil ik dan denken. De wereld is weg en alles mag.

Ik bedacht onlangs het verhaal van een man die ’s och­tends wakker wordt en gecon­fron­teerd wordt met het feit dat er een rol­ler­coaster in zijn tuin staat. Hij weet niet hoe dat ding daar komt, wie het er heeft neer­gezet en waarom. Het is een half verhaal dat al even half in mijn hoofd blijft hangen, en dat niet aan zijn eind lijkt te komen. Net zoals alle dagen vóór 21 juni. Dagen die niet aan hun eind komen.

Gis­teren tijdens de afwas – mijn oog­hoeken gericht op de nakende mid­zo­mer­nacht – luis­terde ik naar The shape of jazz to come, een plaat van Ornette Coleman. Ornette Coleman zag het levens­licht in 1930, en blies in de jaren die daarop volgden menig saxofoon en trompet vol vrijheid de jazz­ge­schie­denis in. Dat bleef hij doen tot ver voorbij het jaar 2000. Er leek geen eind te komen aan Coleman. Tot gis­teren. Toen besloot hij om niet meer te wachten op de nakende mid­zo­mer­nacht, en gaf hij zijn alt­saxofoon aan Maarten.

Ik stel me voor dat Coleman blij zou geweest zijn met die rol­ler­coaster. Hij zou zich geen vragen stellen over het hoe en waarom. Hij zou een trompet omge­keerd op het voorste wagentje binden, hij zou vanop de zijlijn toe­kijken hoe de rol­ler­coaster een tochtje maakt – twee loo­pings, een schroef en een haar­speld­bocht – en hij zou luis­teren hoe de wind zijn trompet bespeelt. Hij zou tot ver voorbij mid­der­nacht buiten blijven en kijken of het nog wel echt donker wordt. De buren zouden komen vragen of de rol­ler­coaster uit mag, want het is tien uur geweest en de kin­deren moeten slapen.

Alles is door­schijnend, zou Coleman dan zeggen. De wereld is weg en alles mag.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *