• Wannes Daemen

Space Is Only Noise If You Can See

Ik kijk uit op vijf ach­ter­tuinen. In de vijf ach­ter­tuinen staan vier satel­liet­schotels, de grootste vooraan. Alle schotels staan met hun rug naar me toe, alsof ik niks mag weten van de sig­nalen die ze oppikken. 

Maar ik weet het wel.

Ik weet het wel, van die sig­nalen. In de huizen die bij de ach­ter­tuinen horen, wonen bui­ten­aardse cre­a­turen die een men­se­lijke vorm hebben aan­ge­nomen. In de zomer blijven ze lang buiten zitten op hun terras, onder hun schotel. Ze drinken dan onher­kenbare drankjes en praten luid in een onbe­kende taal. En in de super­markt kopen ze enkel dingen die ge niet kunt eten.

Ik zie ze soms lopen over straat, met een bui­ten­aardse blik in hun ogen. Ik zeg dan goeiedag, maar achter hun glimlach schuilt de slag­schaduw van een nakend con­flict. Ik ruik argwaan. 

Zouden ze het weten, dat ik het weet?

Ik ben soms bang voor de dag dat ze hun schotels gaan omdraaien. Dat ze wat aan hun appa­ratuur gaan prutsen en elk signaal uit de ruimte terug­kaatsen in mijn richting. Dat ik één van hen word. Dat ik onbe­kende talen ga spreken en dingen koop die ge niet kunt eten.

Ik kijk uit op vijf ach­ter­tuinen. Ik maak mezelf dingen wijs die onmo­gelijk zijn. Ik sus mezelf met de gedachte dat anderen – ook bui­ten­aardsen – het veel te druk hebben om zich met mijn angsten bezig te houden. Ik klop mezelf op de schouder en ik zeg. Rustig maar. Zo’n schotel draait ge niet een-twee-drie om.

Ik luister naar Nicolas Jaar en ik vermoed dat het al te laat is.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *