• Wannes Daemen

Sin­nerman

Ik verhoog het gordijn met was­knijpers, zodat de zon de kamer bin­nen­glijdt zonder mijn blikveld te ver­branden. Ik maak koffie in een heel klein taske en ik zeg buon­giorno tegen mezelf en ik waan me heel even op het Ita­li­aanse plat­teland. Ik zoek vrijheid in het eten van drie koeken van sjoklat – ik noem het ontbijt – en ik ben blij dat ik geen dieet­goeroe ben. Ik staar naar de rug van het boek How To Use Type en ik voel me geïn­spi­reerd zonder de bin­nenkant te schouwen. Ik denk aan de huismuze en hoe ze er niet is maar dat ze straks weer terug zal keren.
Ik ben de koning van kleine arbeiderswoningen.
Ik leg grond­wet­telijk vast wat vandaag het beste lied aller tijden is.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *