• Wannes Daemen

East Has­tings

Ik hoor iets dat op een viool lijkt en een zware brom­mende stem praat zacht over het einde van de wereld. Ik voel warmte op mijn handen, ik zet gedach­teloos mijn zon­nebril op en ik ga siga­retten kopen. Ik vergeet de zon­nebril en rea­liseer me pas ach­teraf dat ik erg onbe­leefd was. Ge moet mensen in de ogen kunnen kijken.

Ik hoor – ergens in de verte – een sli­de­gitaar een melan­cho­lisch deuntje inzetten en de zware brom­mende stem ebt weg. Hij was louter de bood­schapper en het eind van de wereld is begonnen. Ik zet mijn zon­nebril af en zie mijn angst bevestigd in kranten en op schermen. Ik vergeet de brom­mende stem en laat de sli­de­gitaar mijn gangen bepalen. 

Ik hoor een drum die aan­zwelt. Een legermars. Ik beeld me in hoe ik me zou gedragen op een slagveld. Welke kant ik zou kiezen. Hoeveel hoofden ik zou afhakken. Ik besluit dat ik ver­moe­delijk gedach­teloos mijn zon­nebril zou opzetten en siga­retten zou gaan kopen. Mijn strijd­makkers kermend ach­ter­latend in de dieper wor­dende loop­graven van de apocalyps. 

Ik hoor een lieflijk xylo­foontje en vraag me af of dit niet zo’n bedrieglijk truukske is om mij het omge­keerde te doen denken van wat ook weer de bedoeling was. Maar ze zullen mij niet hebben. Ik heb een zon­nebril. Ze kunnen mij niet in de ogen kijken. Ik weet wat er komt, want de zware brom­mende stem van de bood­schapper zit stevig ver­ankerd in mijn wereld­beeld. Een wereld­beeld waar niemand naar vraagt, want het einde is in zicht.

Het einde van de wereld.
Zolang Godspeed You Black Emperor! erbij is, vind ik alles prima.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *