Een bespiegeling over hoerenjongen en rolmops
Het is zondag en dan werk ik niet. Het lukt me niet altijd om dat adagio hoog te houden, maar vandaag wel. En als ik niet werk, dan blijven er rare dingen achter in mijn hoofd. Dan dansen termen als vlees en overhang een vrolijke horlepiep doorheen het arbeidersbrein dat ik met alle moeite van de wereld probeer uit te schakelen. Vandaag een kleine bloemlezing uit de zondagse blubber onder de schedelpan van een grafisch vormgever, en hoe die blubber volstrekt onbruikbaar is in real life.
Letters zijn rare beesten. Hun ledematen dragen vreemde namen als vlag, boog, staart en pons. De mooiste onderdelen vind ik vlees en romp. De romp van een onderkastletter – oooh onderkast is ook een mooi woord – is het stuk tussen stok en staart. Eigenlijk net zoals het menselijk lichaam. Je nek is de stok, je benen en alle eventuele aanhangsels vormen de staart, en wat daartussen zit is de romp. Bruikbare kennis is dat echter niet. De dokter zal je waarschijnlijk doorverwijzen als je klaagt over jeuk aan de romp van je onderkast.
Het vlees van een letter is het deel van de letter dat niet gedrukt wordt. Tussen de benen van een X zit bijvoorbeeld een beetje onbedrukte witruimte, dat is het vlees van de X. De X is een open letter, de b is dat niet. Bij een gesloten letter spreken we niet van vlees, maar van pons. Wat een lol. Als je pijn hebt aan je pons, dan heb je vermoedelijk een gat in je romp. Moet je weer naar de dokter.
Ook onhandig is overhang. Overhang (of kerning in het engels) is het fenomeen waarbij letters dichter bij elkaar worden geplaatst wanneer hun vorm dat toelaat. De W en de A van mijn naam bijvoorbeeld worden dichter bij elkaar geplaatst omdat de ruimte die deze letters standaard zouden innemen voor teveel opening zorgt, wat een onnatuurlijk totaalbeeld oplevert. Vroeger, toen de kabouters nog met de dieren konden spreken terwijl ze de boekdrukkunst uitvonden, werden de metalen letterblokjes in een drukpers soms schuin afgesneden om aldus voor overhang te zorgen. Zo kreeg men letters met een hoekje af. Hoek in het engels is corner, vandaar kerning. Bruikbare kennis? Geen idee, wel zin in rolmops nu.
Dan zijn er nog typografische weeskinderen. Een weeskind is de eerste regel van een alinea die onderaan de vorige tekstkolom valt. Voor een mooie bladspiegel is het belangrijk om wezen te vermijden, en de meeste software heeft daar tegenwoordig allerlei truukjes voor. Ook dat is in het echte leven geen bruikbare kennis. Ik moet de eerste designer nog tegenkomen die iemand weet te versieren door een weeskind weg te werken, dus ook deze kennis levert weinig op in de praktijk.
Het omgekeerde van een weeskind is een hoerenjong. Een hoerenjong (of weduwe – pff) duikt op wanneer de laatste regel van de onderste alinea naar de volgende kolom wipt. Ooit vroeg ik aan de buurman of ik zijn hoerenjong naar de juiste kolom moest wippen, sindsdien heb ik een contactverbod.
Ik bedoel maar. Allemaal mooie woorden, maar je kunt er niks mee.
Ben een blonde staat en aan het kwijlen na het lezen van deze blog. Weerom geweldig!
Stoot dus.
Stoot dus. Dat blond zijn laat wel vaken zijn sporen na…
Knap geschreven en heel plastisch uitgelegd!
Ik geef hier zelf les over. Misschien wel leuk om jouw tekst eens aan mijn cursisten te laten lezen, mits jouw toestemming én jouw naam er onder natuurlijk!
@ Karolien: Dank voor het kwijlen!
@ Karine: Mijn toestemming heb je, en dank voor het compliment!