• Wannes Daemen

The history of kissing, part five: De rub­beren hamer

Het was een frisse len­te­avond en ze had me uit­ge­nodigd voor een maaltijd en een babbel. Die uit­no­diging was geen uit­zon­dering, want in de maanden voor­af­gaan­delijk aan deze avond hadden we elkaar regel­matig op avondjes uit getrak­teerd, het ene al roman­ti­scher dan het andere. Dat ik des­on­danks geen kans maakte op het intieme samenzijn waar ik naar ver­langde, negeerde ik voor de hon­derdste keer. Liefde maakt blind, en een ver­liefde ezel stoot zich talloze malen enthou­siast aan dezelfde steen.

The Last Kiss of Romeo and Juliet van Francesco Paolo Hayez

The Last Kiss of Romeo and Juliet van Fran­cesco Paolo Hayez

Het was een ver­boden liefde. Althans, zo noemt men dat in vak­li­te­ratuur. Of het ook wer­kelijk ver­boden was, bleef een vraagstuk. Zelfs of het liefde was, bleef al die tijd enigszins ondui­delijk. In elk geval waren we met zijn twee ver­wikkeld in een vreemd­soortige pla­to­nische affaire, waar­binnen zij zich beperkt ont­van­kelijk toonde, en ik mijn roman­tische talenten en tech­nieken kon oefenen. Een speeltuin zonder ijs­kreemkar, zoiets. Want elke keer weer werd het bran­dende vuur waarmee ik een afspraakje begon aan het eind van de avond gedoofd met een sisser van ver­schil­lende for­maten. Ik was ver­liefd tot in het merg van mijn botten en ik liep al maanden achter een wortel aan een touwtje. Maar ik zette dapper door, want de liefde stond op het spel.

De liefde was ver­boden omdat zij niet beschikbaar was, zoals dat heet. Waar ik mij vol energie liet aan­drijven door de gren­zeloze vrijheid van het vrij­ge­zel­len­be­staan, zette zij meer dan eens haar voet op de rem om niet in het duistere straatje der vreemd­gaan­derij te belanden. Alhoewel. Ik noem dat straatje nu mis­schien duister, en het zij haar in retro­spect ver­geven dat ze voet bij stuk hield. Maar lieve deugd, wat zou ik er des­tijds veel voor over gehad hebben om zonder omkijken en haar de kleren van het lijf scheurend dat straatje in te duiken, duister of niet. Niets heeft zoveel ver­ma­le­dijde aan­trek­kings­kracht als de nabijheid, de geur en de aanblik van een ver­boden vrucht.

Ik was mezelf na al die tijd behoorlijk ver­loren in het ondoor­dringbare moeras van mijn vruch­teloze smachten, en met een troebele geest en een dronken hart zei ik uiteraard ja op haar uit­no­diging. Ik pro­beerde me te gedragen als een gedis­tin­geerde jon­geman met sub­tiele avances en char­mante opmer­kingen op zak, maar de wer­ke­lijkheid lag waar­schijnlijk dichter bij het beeld van een kwij­lende hond op een hete zomerdag. Mijn lijf en geest waren moe van het hun­keren, maar mijn libido stui­terde als een biljartbal.

Na koetjes en kalfjes, ape­ritief en nage­recht, koffie, porto, en ein­deloos gekeuvel waarbij ik het niet naliet om her­haal­delijk de diepte van haar pupillen te peilen, viel het zin­netje ‘Ik moet je nog iets ver­tellen’ op tafel. De tafel kraakte en de poten piepten onder het onver­wachte gewicht. Iedereen die ooit lang­durig met de liefde in aan­raking is gekomen, weet dat het zin­netje ‘Ik moet je nog iets ver­tellen’ zelden de aan­kon­diging is van prettig nieuws. En ook deze keer bleek ik niet de lotto gewonnen te hebben. Inte­gendeel. Voor het eerst in mijn leven bekende een meisje mij met een krop in de keel zwanger te zijn.

Dat ik niks te maken had met het tot stand komen van die zwan­ger­schap, drong gelukkig snel genoeg tot me door. Mijn geest mocht dan zwaar ver­troebeld zijn, de wer­ke­lijkheid waarin ik nog steeds niet met haar de bedstee had mogen delen, hing als een over­dui­de­lijke neon-reclame voor mijn gees­tesoog. Deze zwan­ger­schap bete­kende niet dat ik mij over een aantal maanden voor het eerst vader zou mogen noemen, deze zwan­ger­schap was het equi­valent van een wel­ge­mikte rub­beren hamer tegen mijn kanis met de bege­lei­dende tekst­ballon ‘Nog in geen honderd jaar, pummel’.

Dat er uit­ein­delijk toch nog gekust werd, heb ik voor een deel aan Eminem te danken. Het was zijn nummer dat op dat moment in het eta­blis­sement in kwestie gedraaid werd. ‘You only get one shot, do not miss your chance to blow’, rapte meneer Shady, en ‘This oppor­tunity comes once in a lifetime yo’. En ook al is het mis­schien anders gegaan, en heeft mijn troebele her­in­nering het tafereel van een hero­ïsche tint voorzien, die oppor­tunity en dat die maar once in a lifetime yo voor­bijkomt, maakte iets in mij wakker. Zonder na te denken, boog ik me voorover en plantte ik robuust mijn lippen op de hare. Mijn drijfveer was abrupt en hard­handig, maar haar aan­raking was zacht als wolkjes melk. En hoe kort­stondig ons kussen ook was, ik voelde het hun­keren en het smachten en alles wat ik al die tijd had opge­kropt uit al mijn porieën knallen. En omdat zij – enkele eeu­wig­du­rende secondes – mijn opdrin­gerige kus beant­woordde, voelde ik me heel even de koning en zijn com­plete hof­houding te rijk. Ik diende haar rub­beren hamer van repliek met een kus uit de stal van Clark Gable, en ik zette het op een lopen.

[kissing]

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *