Ik stond op de Cultuurmarkt
Ik stond in naam van Koning Kevin op de infomarkt van de Antwerpse Cultuurmarkt. Omdat acht uur rechtstaan met de wind in de nek niet bevorderlijk is voor een frisse kop op maandagochtend, ziehier een summier verslag in zinnen die maar half af zijn. Als u tikfouten tegenkomt, dan ligt dat aan mijn stijve kuiten.
Tip voor organisaties die ook acht uur willen rechtstaan met de wind in de nek op de Antwerpse infomarkt, nummer één. Huur géén rooie tent bij de organisatoren. Uw vereniging zal namelijk verzinken in rijhuiselijke eenvormigheid en er aldus uitzien als tientallen andere verenigingen. Zoek liever een gammele, versleten maar charmante partytent die open is aan alle kanten, zodat bezoekers u ook langs alle kanten kunnen aanspreken.
Tip voor organisaties die ook acht uur willen rechtstaan met de wind in de nek op de Antwerpse infomarkt, nummer twee. Boek een standplaats die twee keer zo groot is als de ruimte die u werkelijk nodig heeft. Door het open gat naast uw kraam, en de alzo ontstane verbreding van het voetgangerspad zal uw charmante partytent nog harder opvallen. Het klinkt onnozel, maar het werkt echt.
Tip voor organisaties die ook acht uur willen rechtstaan met de wind in de nek op de Antwerpse infomarkt, nummer drie. Zorg dat er iets gebeurt onder die charmante partytent. Wat er gebeurt, maakt niet uit, zolang het mensen maar nieuwsgierig maakt. Want op plekken waar veel volk blijft hangen, daar maakt Pavlov de dienst uit. Wij hadden een gigantische stapel fietszadelhoesjes weg te geven. En hoe meer mensen die gadgets intrigerend vonden, hoe meer mensen die gadgets intrigerend gingen vinden. Als u begrijpt wat ik bedoel. Bovendien hadden we een olijk wedstrijdje bedacht, waarbij voorbijgangers moesten raden hoeveel speelgoedblokskes er in onze bokaal zaten. En ook hier gold: hoe meer volk er naar die blokskes stond te staren, hoe meer ander volk wilde weten wat er aan de hand was. Het is een verkoopstruuk van een belachelijke eenvoud, maar het werkte als een tiet.
En verder blijken mensen heel erg op elkaar te lijken, nummer één.
Mama: Awel, Seppe (of een andere coole kindernaam), hoeveel blokskes denkt gij dat het zijn?
Seppe: Honderd!
Mama: Manee, Seppe, het zijn er wel een beetje meer, denk ik.
Seppe: Duizend!
(Vijf keer gebeurd)
En verder blijken mensen heel erg op elkaar te lijken, nummer twee.
Koning Kevin: Gratis fietszadelhoesje!
Voorbijganger: Gratis wabliefteru??
(134 keer gebeurd)
En verder blijken mensen heel erg op elkaar te lijken, nummer drie.
Koning Kevin: Gratis zadelhoesje voor de fiets! Gratis hoesje voor het zadel van uw fiets! Neem maar mee!
Seppe (of een andere coole kindernaam): Mag ik er ook twee? Mijn zusje heeft ook een fiets.
(67 keer gebeurd)
Eenmalige originele variatie op het voorgaande.
Koning Kevin: Gratis zadelhoesje voor de fiets! Gratis hoesje voor het zadel van uw fiets! Neem maar mee!
Seppe (of een andere coole kindernaam): Mag ik er ook twee? Ik heb twee fietsen.
(1 keer gebeurd)
En verder blijken mensen heel erg op elkaar te lijken, nummer vier. Deze vind ik zelf de beste.
Een ietwat oudere Antwerpenaar in zijn eentje op wandel, bij voorkeur netjes geschoren en met de handen op de rug over de infomarkt waggelend, staat van op een afstandje het gebeuren aan onze kraam gade te slaan. Hij staart even naar de bokaal met blokskes, en komt dan – als het even rustig is – naar onze tafel gestruind. Dan spreekt hij – in plat Antwaarps – de volgende legendarische woorden: ‘Ik weet hoeveel blokskes dat zijn. Twee keer meer dan den helft.’
(5 keer gebeurd)