Yuri wie?
Ergens aan het eind van de vorige eeuw vond ik dat het tijd werd voor een eigen internetdomein. Op zoek naar een geschikte naam, koos ik zonder erg diep na te denken voor het enigszins aan melancholische pubergedichten herinnerende Maanzand. Waarschijnlijk omdat ik het diepzinnig vond klinken, ook al wist ik niet goed waarom.
Toen ook de vraag rees welk email-adres ik aan het domein maanzand.be – later maanzand.com – zou koppelen, associeerde ik even (heel even maar) in de rondte. Maanzand, maan, ruimte, kosmonaut, Yuri Gagarin. Voilà. Uit pure creatieve luiheid baarde ik Yuri Maanzand, het pseudoniem waarachter ik mij bijna 10 jaar zou verschuilen.
Het is natuurlijk niet ongewoon om onder een pseudoniem creatief te gaan zitten doen. Farrokh Bulsara noemde zich later Freddie Mercury, Will Tura werd geboren als Arthur Blanckaert, en Kabouter Plop heette gewoon Paulus de boskabouter voordat hij een onderbroek op zijn hoofd zette. Kortom, artiestennamen zijn okee. Omdat ik niet met mijn echte naam het internet op wilde, en omdat schuchterheid mij nooit vreemd is geweest, schoof ik Yuri naar voren als mijn plaatsvervanger. Op die manier zou ik zelf nooit de dupe worden van kritiek, en kon ik doen en schrijven wat ik wilde.
Totdat mijn glitterkostuum te klein werd. Yuri’s pak ging steeds strakker zitten. Ik besefte dat ik af en toe zelfs afgunstig werd om de complimentjes die mijn alter-ego te beurt vielen. Met het ouder worden raakte ik ook een hele hoop onzekerheden kwijt, waardoor ik het steeds idioter ging vinden om mezelf naar de achtergrond te duwen.
Op een gure herfstavond in november 2008 kreeg ik ruzie met Yuri. Ik wilde wat over mezelf schrijven, en meneer Maanzand vond dat maar niks. Dus deed ik wat elke rechtgeaarde passionele moordenaar doet als de stoppen doorspringen.
Ik wrong hem de nek om.
Ik wrong hem de nek om, ik hakte hem in poëtisch kermende mootjes en ik voerde hem aan de virtuele varkens. Met trillende handen, maar helder in het hoofd, prevelde ik een schietgebedje. Yuri was dood.
Ik ben levend.
Ik kan niet zingen.
Ik ben altijd bang.
Ik heet Wannes. Welkom in mijn hoofd.
Oh, wat fijn dat je er terug bent. Proficiat met je mooie lay-out en het feit dat je Wannes bent.
Dat kan zo’n deugd doen. Alter ego-moord werkt bevrijdend. I know.
Groot gelijk jong. Nicknames, nergens goed voor.
Welkom op aarde, meneer Daemen!
Hoera hoera hoera, hij is terug! Nicknames vind ik stiekem wel de bomb, ik had er ook een moeten verzinnen.
Heel fijn! (heel fijn filmpje ook)
Hehe… Het doet deugd je terug te zien! Wannes of Yuri, whatever. Hoewel, ik vind Wannes een mooiere naam…
Joepi!
En welkom terug!
Jeuj! Yuri Daemen! ’t Ziet er hier goed uit, trouwens.
Nice to meet Wannes!
Het Nieuwtestamentisch bijbelboek zegt dat op Pinksteren :
ten eerste : de apostelen de Heilige Geest ontvangen die hen in staat stelt naar de buitenwereld te stappen.
ten tweede : zelfs andere talen te spreken en
ten derde: gij zult een barbie-auto kopen om met uw voeten op de grond te blijven.
En ik zeg: ferm gedaan,het smaakt naar nog veel meer.
Ja, kijk, mijn domeinnaam betekent gewoon ‘ik ben Roos’. Heel simpel. Maar toch nog een beetje verscholen, want eigenlijk heet ik Rosanne. Je moet wat he. Geniet van de complimentjes die je vanaf nu op je eigen naam kunt zetten :)
Fijn dat je er weer bent. Dat vind ik oprecht fijn, ja, hoewel je er natuurlijk steeds was, had ik het werkelijk zo belangrijk gevonden als ik suggereer, dan had ik natuurlijk kunnen proberen je te ontmoeten in Leuven, waar je heus zonder reageerbare website ook gewoon doorleefde, dat wist ik best, en dat deed ik niet, dus wat betekent dat gemis eigenlijk, waar ik via een omweg aan refereer?
Maar toch – fijn dat je er nog bent.
Het opgeven van de anonimiteit is een vorm van outing. En jezelf outen is altijd goed, tenzij je een homo in Iran bent. En dat ben je zeker niet.
Och, wat heb ik je gemist.
Welkom terug!
Ik bedoel. Welkom. Fijn dat je er bent.
Je bent terug! En al langer dan vandaag! En ik wist daar niks van! Wat een geluk dat ik het uiteindelijk toch ontdekt heb. Oef! En hoera ook natuurlijk. Hoera!