• Wannes Daemen

Ik zal het vinden (004)

Ten eerste vind ik kritiek zelden mak­kelijk. Krijgen, noch geven.

Ten tweede vind ik dat Claudio een cursus com­pli­menten geven moet volgen. ‘Er loopt altijd mooier en slimmer rond, maar ik koos voor Gaëlle. En zij voor mij’, zegt ie in De Stan­daard. Dat is alleen een com­pliment als Gaëlle lelijk, dom en doofstom zou zijn.

Ten derde vind ik dat ik niet zoveel onzin zou moeten lezen.

Ten vierde vind ik de doe­delzak het mooiste instrument dat er bestaat. Ik krijg van veel dingen kie­kevel, maar zo’n clubke pijp­zakkers met een paar trom­me­laars kan zelfs mijn kie­kevel doen vol­schieten. Als ik ooit dood mocht gaan – laat ons uiteraard hopen van nooit – en ik word ergens ten grave of ten urne gedragen, dan zou ik het erg appre­ciëren als de rouw­stoet wordt voor­af­gegaan door een clubke pijp­zakkers. En dan kan het mij niet schelen dat ik niks heb met Schotland of met onder­broekloos pie­mel­ge­wapper. Een doe­delzak snijdt mij in de ziel. Telkens weer. Er zijn maar weinig mensen die zich dat pri­vilege ook mogen toeëigenen.

Ten vijfde vind ik het kantoor van Louis Tobback euh tja mmh wat zal ik zeggen nou ach ja wel inte­ressant eigenlijk. Ik wan­delde er van­middag tijdens Open Monu­men­tendag even binnen en toen was euh tja mmh wat zal ik zeggen nou ach ja het eerste wat mij te binnen schoot. Wat mij daarna nog te binnen schoot, waren de vol­gende zaken. Ik vind het grappig allez ja grappig eerder nogal onnozel dat het kantoor van Louis Tobback een monument genoemd wordt. En er overvalt me een gebrek aan ver­nieu­wings­drang en moderne ideeën (daarmee bedoel ik ideeën die aan­gepast zijn aan deze tijd) als ik door het netjes gestof­zuigde stadhuis wandel. Het is natuurlijk een gebouw dat nog door de voor­va­deren van de Bron­to­saurus werd neer­gezet, dat weet ik wel, maar ik mis toch de broe­der­lijke ver­bin­tenis met het heden, het hier en het nu. Maar ik vind het beleid van Tobback en de zijnen bij nader inzien ook wel eens de broe­der­lijke ver­bin­tenis met het hier en het nu ont­beren. Ik vind eerlijk gezegd het hele beleid van Tobback een beetje grappig allez ja grappig eerder nogal onnozel eigenlijk. Ik vind het Leu­vense stads­be­stuur euh tja mmh wat zal ik zeggen nou ach ja.

Ten zesde vind ik de nieuwe Tor­toise een plaat om van te smullen. Ter illu­stratie hier het magi­strale pom­pende openingsnummer.

[audio:Tortoise.mp3|titles=High Class Slim Came Floatin In|artists=Tortoise]

Ten zevende vind ik dat ge allemaal naar de nieuwe show van Seppe Toremans moet gaan kijken, meer­be­paald de pre­mière op 18 sep­tember in de Studio’s in Leuven. Niet alleen omdat Seppe het ver­dient om een vir­tuoos euh podi­um­beest genoemd te worden, maar ook omdat ik die avond de gebeur­lijk­heden aan elkaar ga praten. Dat wil zeggen dat ik min­stens drie keer het woord keutel zal zeggen, één keer smegma, één keer aam­beien met slagroom en een keer of tien iets in de aard van u bent een geweldig publiek, ook al bent u met veel te veel. Danku! Danku!

[Spoiler alert: als ge nog heel veel afle­ve­ringen en sei­zoenen van 24 voor de boeg hebt, moet ge de vol­gende alinea mis­schien even over­slaan. Al zal ik mijn best doen om geen details te ver­klappen. Dat beloof ik.]

Ten achtste vind ik dat ze bij Kanaal 2 (heet die zender nog zo?) de copy­writer moeten ont­slaan. Want wat overkwam mij de afge­lopen week? Ik zat op een ochtend dood­ge­moe­de­reerd – wat een prachtig woord is dat toch, dood­ge­moe­de­reerd. Dat is een kruising tussen dood, mode­reren en moeder. Zoiets kan alleen maar Freu­diaans uit­gelegd worden. Maar ik wijk af. Opnieuw. Ik zat op een ochtend dood­ge­moe­de­reerd mijn och­tend­krant uit te vlooien, toen mijn half­wakkere oog viel op een adver­tentie van Kanaal 2 voor de start van het nieuwe seizoen van 24, het acht­en­der­tigste onder­tussen. Het toeval wilde dat ik net de avond voordien een afle­vering van de Jack Bauer Show had gezien, waar ik op het eind de kou werd inge­stuurd met het onver­wachte en plotse over­lijden van één der hoofd­per­so­nages. Ik noem hem voor het verhaal efkes den Tony, omdat ik zeker weet dat er alleen in bepaalde delen van Limburg mensen wonen die den Tony heten. Het schie­lijke over­lijden van den Tony zat nog vers in mijn geheugen, toen ik dood­ge­moe­de­reerd die Kanaal 2‑advertentie las. Daarin werd – al even dood­ge­moe­de­reerd – in twee regels verteld dat in het acht­en­der­tigste seizoen zal blijken dat den Tony helemaal niet over­leden is, maar dat hij inte­gendeel fris als een hoentje door de straten huppelt én dat hij is over­ge­lopen naar the dark side. Ik weet niet waar ze bij Kanaal 2 hun copy­writers op selec­teren, maar dat zal niet veel met intel­li­gentie te maken hebben. Hoe is het toch god­ver­domme mogelijk, zou Jack zeggen als hij die ochtend ook de krant had gezien.

Ten negende vind ik dat hele hoofd­doe­ken­debat een beetje… nee wacht. Ik ga daar eerst nog wat over nadenken, en dan schrijf ik gauw een essay.

Ten tiende vind ik het een wonder, een wonder bovendien dat ze zo van mij kan houden.
‘t Is toch waar zeker.

[kzalt­vinden]

2 reacties

  1. koekiemoon schreef:

    ten elfde: ik vind dat tweede nummer van de nieuwe tor­toise helemaal fan­tas­tisch. tot in het stuk.

  2. Ntina schreef:

    Ten vierde (allez ja ’n beetje in de stijl van ten vijfde): euh dat heb ik nu eens met den trekzak, sè, ten­minste, als ie NIET hoempapa wordt bespeeld.
    Ten achtste: iets tegen Limburg(ers)?
    Ten negende: denk daar maar eerst heel goed over, ja.
    Dit is wat ik gevonden heb.

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *