Van de ezel en de steen
Als men mij vraagt wat ik dan precies doe op zo’n podium, weet ik nooit goed wat zeggen. Ik betrap mezelf erop dat ik dan analytische constructies ga bedenken die met haken en ogen aan elkaar hangen, en af en toe sluipt daar dan het woord ‘comedy’ tussen. Dat slaat eigenlijk nergens op. Ik doe helemaal niet aan comedy.
Ik heb in de afgelopen maanden een aantal keer op een comedy-podium gestaan. Een podium waar de al dan niet massaal toegestroomde toehoorders stand-up verwachtten. Snelheid, snedigheid, en bovenal de gulle lach. Dat ik niet altijd snel of snedig of zelfs grappig ben, is vooral mijn eigen verantwoordelijkheid. Dat ik dan toch per se mijn verhaal wil vertellen op plekken waar lachsalvo’s en witzen allerhande de bovenhand voeren – terwijl mijn primaire doelstelling elders ligt – dat is uiteraard nog meer mijn eigen verantwoordelijkheid.
Maar een ezel stoot zich wel degelijk bij tijd en wijlen herhaaldelijk aan dezelfde rotspartij. Die ezel ben ik, de rotspartij heet stand-up comedy.
Die zelfgekozen comedy-context is niet mijn ding, en mijn ding hoort er ook niet thuis. Ik heb een tijdlang de vreemde eend in de bijt uitgehangen, maar ik doe het niet meer. Ik speel graag met de verwachtingen van een publiek, en ik hou ervan toeschouwers te ontroeren. Ik hou ook van verhalen en van vreemde personages. Ik vind niet dat alles om te lachen moet zijn. Stuk voor stuk verlangens die onvervuld blijven op plekken waar ik de helft van het publiek na een halve minuut verscheidene wenkbrauwen zie fronsen als om te zeggen Uit welke instelling is dit exemplaar ontsnapt? Plekken waar stilte, subtiliteit en poëzie niet thuishoren. Plekken waar obers in het zicht lopen en er altijd iemand aan de toog hangt die denkt leuker te zijn dan de performer op het podium. Ik ben het beu. Ik doe het niet meer.
Dat klinkt misschien wat negatief, maar laat me benadrukken dat het hier om een persoonlijke voorkeur gaat. Ik ben een grote fan van stand-up comedy, maar ik ben zelf geen stand-upper. De motivatie om me een tijd geleden aan te melden bij het start-up-comedy weblog, ligt in het feit dat ik een beginner ben. Ik ben voortdurend op zoek naar speelkansen, en die vond ik daar. Waarvoor dank aan ieder die het verdient. Ik kan niet zeggen dat ik me altijd geamuseerd heb, maar ik heb wijze lessen getrokken. Waarvoor – gek genoeg – nogmaals dank aan ieder die het verdient. Ik draag start-up comedy een warm hart toe, en ik wens elke comedian die ik al aan het werk zag een gouden toekomst toe. Dat België haar gespleten borst maar nat maakt, want er zitten verdomme grote talenten aan te komen. Keep dus vooral the good work up, jongens. Met een bijzondere dankuwel aan Natalie en Gerrit voor de gekregen kansen.
Ik zoek ondertussen andere horizonten op. Mijn doorgang afgelopen zondag op het open podium van de Arenbergschouwburg was een warm bad. Een klein theatertje met een speelvlak, theaterspots en zwarte doeken, met een tribune en zonder toog. Met een gevarieerd theatraal aanbod, en een publiek dat niets en alles verwacht. Een echt podium, kortom. Dat is waar ik wil zijn. Daar krijgt mijn kippevel het warm van, en de kabouter in mijn achterhoofd een harde biegel. Dat laatste is op zich niet zo bijzonder, want mijn innerlijke kabouter is doorgaans non-stop zo geil als een konijn met pruim. Doch dit geheel terzijde.
Wat jammer is, is dat ik mezelf een resem podiumkansen ontzeg door niet mee op de comedy-trein te springen. Het is als theatermaker, cabaretier, verhalenverteller – of hoe de neuk je zo’n uit de hand gelopen hobby ook wil noemen – erg moeilijk om in vlaanderen je ei te kunnen leggen. In elk hol van Pluto vind je tegenwoordig een comedy-café, en de stand-up festivals en wedstrijden vliegen je om de oren. Wat je in Vlaanderen erg zelden tegenkomt – in tegenstelling tot Nederland, tot spijt van wie het benijdt – zijn festivals of andere contexten waar beginnelingen zoals ik aan cabaret of theater kunnen doen. Ik ben er zeker van dat niet iedereen die op een podium wil staan zichzelf een stand-upper noemt. Maar als je de huidige evenementenkalenders even in ogenschouw neemt, dan begint het daar wel een beetje op te lijken. Dat is een scenario voor overkill, me dunkt.
Bij deze dus een stille oproep aan elke organisator of zaaluitbater. Doe ook een keer wat anders. Geef poëzie en ontroering ook een kans. Dat laatste klinkt wel heel erg Bond Zonder Naam, maar u begrijpt wat ik bedoel. Waarom kan ik me op dit moment voor minstens vier Nederlandse cabaret- of kleinkunstfestivals aanmelden, terwijl ik hier in Vlaanderen nog sneller een drol in een hooiberg vind? Zijn wij in dit geval als Vlaming weer veel te bescheiden? Durven we ons eigen talent niet te erkennen? Moeten we elke verhalenverteller tot boven de Moerdijk jagen? Ik ben er heilig van overtuigd dat een variant van het Leids Cabaret Festival of Cameretten – met een breder aanbod dan alleen maar stand-up – ook hier in dit apenland groot zou kunnen worden. Waarom gebeurt zoiets hier niet? Plankenkoorts? Ik mag hopen van niet.
Ik zeg het nogmaals, mijn teleurstelling is mijn eigen verantwoordelijkheid. Ik verwacht van stand-up comedy niet meer dan wat het publiek ervan verwacht, maar een verbreding en een uitdieping van het aanbod zou mooi zijn.
Laat de microfoon dus maar aan mij voorbij gaan, ik ga een gedichtje schrijven. Met veel vieze woorden erin.
er zijn ondertussen wel al meer podia die open staan voor cabaret. Ik denk aan Licht Gekanteld, Stichting zondag (met vier keer per maand, alles mag, alles kan), Sprekende Ezels, …
kop op, volhouden. maar blijf uit rokerig stand-up cafés
Ha Maarten! Gelijk heeft u, meneer.
Ik ga die Stichting Zondag es lastig vallen (Sprekende Ezels kende ik al, dat is toch onderdeel van Stichting Zondag, niet?)
En Licht Gekanteld, ben ik daar niet al veeeeeel te oud voor?
Haaiho. Alhier nog een zware stichting zondag-fan. Die ook present was op het gheerlijk ghezellige avondje in de arenberg. U zou in plaats van er nog maar aan te denken om te stoppen met stand’uppen, beter eens naar stichtingzondag.be en aanverwanten surfen. ‘k Heb er net iets te hard van genoten zondag om u zomaar te zien verdwijnen achter het virtuele surfscherm (waar ik trouwens ook enorm van geniet). ‘k Heb geweend van het lachen, en er zat bijna pipi in mijn broek. Meer moet een stand-upper toch niet doen, me dunkt? Ik wil u bij deze aanmoedigen elk podium te bestormen dat u tegenkomt, het zal zijn vruchten afschieten in heel de kosmos. Echt waar.
( ‘k heb het u gemakkelijk gemaakt, klik gewoon op die andere mooie website rechtsonder. En ook jullie, beste blogbezoekers. Stichting zondag kan best nog wat extra publiek gebruiken. Om die kleine gezellige cafétjes helemaal sardine-gewijs te vullen.)
((hm en als u dan toch naar de stichtingzondagjongens belt of mailt, vraag dan ineens of ze hun site wat updaten af en toe. Momenteel is het dikwijls tot zondagavond 7 uur goa-gewijs afwachten tot het geheime rokershol wordt bekend gemaakt. ))
Waarlijks. met alle respect voor stand-uppers, ik verkies toch de taalcreatieveling en poëtische Maanzand. Stand-up comedy lijkt me vaak op scoren, scó-reuh! Jij hebt een taalgenie te bieden dat niet thuishoort in gelagzalen, maar in theaterzalen. Met klatergoud en glitters!
@ Florian: Ik ben erg blij met die pipi in uw broek. En ik neem uw aanmoedigingen ter harte. U hoort er nog van.
@ Sunnymoon: Dank! Ik bloos.
Ik volg je helemaal. Ik heb het nooit zo gehad op die mannen die met platte grappen de lachers op hun hand proberen te grijpen, en heb jou ook nooit echt als één van hen gezien. Misschien daarom dat ik me niet meteen geroepen voelde om te komen kijken.
Maar op het theater, daar hoor je thuis. Dat wisten ze bij De terugkeer al. Zeg me waar en ik kom.
Hm. Hoewel ik je beslissing volledig begrijp, betreur ik hem ook wel in matige tot vrij hoge mate. Ik heb comedy en ook stand-up comedy steeds en nog altijd als een medium gezien dat veel meer mogelijkheden herbergt dan de meeste beoefenaars ervan er willen of kunnen uithalen. Het is waar, de comedyavonden in Vlaanderen vallen meer en meer in de handen van niet eens zo vlotte babbelaars met één grap over negers, één over bejaarden en één over kakka, en dat is het dan geweest. Mij lijkt het dan ook spijtig dat iemand met een oprecht originele stem zich laat intimideren door de trend waaran deze kunstvorm momenteel onderhevig is, in plaats van onder het mompelen van een welgemeend “Godverdomme” de strijd aan te gaan met de regels en trends, het publiek avond na avond her op te voeden en het wereldje te herscheppen as he sees fit.
Nogmaal, alle begrip voor je beslissing, maar ook droefenis omdat je je lijkt neer te leggen bij de status quo van een podiumvorm waar ik nog altijd heel veel potentieel blijf inzien. Het publiek even met verstomming slaan, ze laten beseffen dat ze met geen mogelijkheid de inhoud van je volgende papiertje zouden kunnen voorspellen, een brokje hardcore waanzin die sommige ogen doet afdwalen naar de dichtsbijzijnde nooduitgang… Het is in mijn ogen rock en Roll pur sang en perfect wat een comedyvoorstelling zou moeten zijn. Stand-up zal u missen, Yuri. Dat ik het gezegd heb.