Dat is wat ge zijt
Als ge veel te lang niks schrijft, dan geraken uw letters op. Lettermoeheid, noemen ze dat. Als ge dan het alfabet wilt opzeggen, geraakt ge maar tot bij de U of de W. Ik geraak gelukkig nog tot bij de X, maar daar zijt ge doorgaans niet veel mee. Tenzij ge zo’n omfloerst kuske in nen sms wilt plakken, maar daarbuiten dient zo’n X eigenlijk nergens voor. Ik moet bij de X ook altijd aan Xantippe denken. Waarom weet ik niet.
Als ge veel te lang in uwen hof blijft zitten, dan begint het op zeker moment te regenen. Ge gaat dan naar binnen om wat naar buiten te zitten kijken. Op den duur schiet ge dan wortel en geraakt ge niet meer van uwe stoel. Ik heb gelukkig een goei schaar, dus ik kan al es op nen andere stoel gaan zitten. En dan kijk ik naar buiten waar het soms regent en dan probeer ik het alfabet op te zeggen. En dan ga ik aan Xantippe denken, en dan vind ik dat stom van mezelf.
Als ge veel te lang niet dapper kunt zijn, dan wordt ge banger en banger en banger tot uw hoofd bijna ontploft. Ge wordt dan bang van de bakker en het lief van de zus van een ex-lief die ge op straat toevallig kruist en die grijs haar blijkt te hebben en dat ge dan denkt miljaarde. Mensen worden snel grijs tegenwoordig. Mensen zijn ook bang. Den ene mens al meer dan den andere. Bange mensen vergeten het alfabet. Hele hele bange mensen denken dat het alfabet 153 letters heeft. Dat is praktisch onmogelijk natuurlijk, maar wat wilt ge? Wat wilt ge nu eigenlijk? Gij zijt nog nooit bang geweest, zeker?
Als ge veel te lang bang zijt, dan gaat ge vergeten waarom. Dan zijt ge gewoon heel bang en dat is het dan. En als iemand dan vraagt van jamaar waar zijt ge eigenlijk bang voor, dan zegt ge is het verdomme nu weer aan het regenen en dan gaat op zoek naar plekken van vroeger. Waar ge gewoond hebt en mensen gekust. Waar ge naar de bakker zijt geweest en naar wie ge een sms hebt gestuurd. En dan denkt ge dat liefde eeuwig is, maar dan vergeet ge dat weer omdat ge het angstzweet over uw rug voelt glijden.
En dan denkt ge.
Ik ga een doucheke pakken.
Want dan was ik dat angstzweet eraf, denkt ge dan.
En ge schrobt en ge kuist en ge schrobt en ge kuist.
Ge schrobt zolang.
Zolang totdat ge niet meer weet waarom ge aan het douchen zijt.
En dan droogt ge u af.
En ge kleedt u aan.
En ge zijt nog altijd bang.
Want dat is wat ge zijt.
Ne bange mens.
Dat is geen verwijt, maar een vaststelling.
En een vaststelling kunt ge tegenspreken.
Als ge de juiste woorden vindt, tenminste.
En wat hebt ge nodig om woorden te maken?
Juist.
Dat is wat ge zijt.
Ne bange mens.
Wellicht gebruikt u gewoon het verkeerde merk douchegel.
Angstzweet, en dan bang zijn ’t dat te ruiken is. Of dat mensen de letters in uw woorden tellen, om te kijken tot waar u komt. Uw stiltes, hoe lang ze duren. Bang dat geduld een woord is, niet cool of vet.
Bang dat Xantippe, want zo is ze, goied ruikt, goed telt en geen geduld heeft.
Toen mijn opa en oma 45 jaar getrouwd waren, nu bijna twintig jaar geleden, moesten alle kleinkinderen een ABC’tje doen. U raadt het al: ik kreeg de X. Iedere letter stond symbool voor een cadeau en aangezien het zo raar was om een Xantippe cadeau te doen, werd het “de X is van nix en van pannekoekenmix”. Voor een zevenjarige best een acceptabel rijm. Wellicht helpt het om Xantippe in het vervolg uit uw leven te verdrijven.
Hoewel ik van nature geen bange mens ben zweet ik vreende rap. ’t Is een brokke aangeboren. Gulpen met emmers, gelijk dat ze zeggen. Dat ge langst u vel leekt en dat ge dan peinst, ’t is t’hopen dat ze er niet op let. Plekken onder uw oksels. En dat ge nochtans een verse t‑shirt hebt aangedaan omdat ge weet dat ze er teer aan is. Aan de reuke van uw zweet. Maar ’t is al geen avance want binst dat ge aan haar deur belt riekt ge uw eigen al een beetje en ge weet dat uwen versen t‑shirt een mate voor nietend is geweest. En dan doet ze de deur open en ge ziet aan haar wezen dat ze – onderhevig aan een draaiing – haar neuze optrekt. En ze tast met een slak handje en met een indelijks gevoel voor drama naar haar voorhoofd en ze zegt zuchtend dat het verzekers niet zal gaan, datgene waarvoor ge gekomen zijt. En dan staat ge daar, gelijk een uil met uw misplaatste erectie en uw lijf dat begint te roken omdat het kouder is in haar hang dan buiten. En tongs zegt ze – nog altijd met dat slak handje aan haar voorhoofd – dat het misschien beter zou zijn mocht ge weer naar buiten gaan. En azzo staat ge een moment later weer op straat.
En ge zijt niet angstig maar ge zijt verdrietig. Een beetje neerslachtig ook. En in plekke van aan de X kunt ge nog enkel aan de M peinzen omdat het seffens thuis weer masturberen zal worden. En ge vervloekt een zweetklier of vier en ge peinst in uw eigen of het misschien zou helpen mocht ge uwzelven zo’n busse Axe Extra Cool cadeau doen.
Zweet is nefast voor een bevredigend seksleven!
Maar ge moet dat ne bange mens niet proberen uit te leggen.
… in haar Gang… haar Gang… Gang!!! Het is niet ongebruikelijk dat een felle zweter de H voor de G neemt.
Wreed schone allemaal. En gevoelig ook. Zowel van Heer Maanzand als van Heer Alpain.
De Drs.
*pinkt een traan weg*
Afkickverschijnselen heeft dat.
Ik trek mij niets aan van letters die op zijn. Zijn ze op, dan schrijf ik wel met iets anders. Waarom niet met kroonkurken? Een kroonkurkalfabet zie ik zitten, hoor. Of nagels, daar zijn er ook hopen van. Raakt dat alles op, dan zou ik met fruit schrijven. Bananen bij voorbeeld, wat een keurrijke letters zou dat niet geven?
Schrijven en letters, pff… jij denkt in een hokje, zoals creatief schrijven, dat denkt dat het creatief is maar gewoon raar pist in een doorsnee zwembad.
Verleg de grenzen. Verleg hen, zeg ik u.
Jij kan dat. Als er iemand het kan: dan jij.
Ik, ik weet dat.
Met vriendelijke sproeten,
GDB
I.like.this.
zo schoon…
een tijdje niet meer op bezoek geweest. maar blij dat ik weer uw rake taal smaak…schoon grief.