Voorstel

a: zullen we neuken?
b: sorry?
a: of we zullen neuken?
b: vraagt u dat aan mij?
a: ja.
b: oh.

a: wel?
b: euh ik. eh. neuken. vroeg. u toch?
a: zeg maar gij hoor.
b: maar ik ken u helemaal niet.
a: dat doet niks. ik ben nog veel te jong om u tegen te zeggen.
b: nee ik bedoel. dat ik u nog nooit eerder gezien heb.
a: en?
b: ja. ik. eh. neuk. door­gaans niet met wildvreemden.
a: oh?
b: ik bedoel. t is een rare vraag toch? nee?
a: kweetnie.
b: ik bedoel. voor tzelfde geld heb ik een geslachtsziekte.
a: oei.
b: nee niet echt bedoel ik. maar u kan dat niet weten natuurlijk.
a: gij.
b: ik?
a: gij. gij kunt dat niet weten. zeg maar gij.
b: ik eh. ik zeg toch liever u.
a: waarom?
b: ik vind dat aan­genaam. dat creëert wat afstand. voel ik me veiliger.
a: ook als we gaan neuken?
b: dan ook. ik vind dat prettig.
a: okee.
b: okee?
a: dan moogt ge u blijven zeggen.
b: fijn. dan euh. dan geldt uw aanbod nog steeds?
a: zeker.

b: en euh. waar zou u willen eh.
a: hier.
b: hier? nu?
a: heel graag.
b: u heeft er zin in he?
a: veel.
b: ik ook nu.
a: mooi zo.