Vake?
- Vake?
– Ja jongen?
– Vake is het nog ver?
- Vake?
– Dat weet ik niet jongen.
- Vake?
- Vake waar is moeke?
– Op de sla jongen.
- Vake?
- Vake waarom hebt gij eigenlijk geen streepkes?
– Dat moet ge aan uw moeder vragen jongen.
- Vake?
- Vake ik heb zo’n honger.
Ineens vind ik slakken de meest aandoenlijke beesten op aarde.
Kunnen jullie geen hangende slatuin maken?
Een 10de wereldwonder voor Slakken ofzoiets…
Slakken zijn heel erg mijn favoriet!
Oh, dit is zo lief.
Ik moet er wel bij zeggen dat ik heel dicht met mijn oor bij de muur moest gaan zitten om die slijmjurken te verstaan. Het geciteerde dialoogje duurde in real life trouwens anderhalf uur.
Dat ‘moeder’ zou weten waarom ik streepkes heb is eigenlijk een fabeltje dat ik vertel als zoethouder op ogenblikken dat ik met belangrijker dingen in mijn schelp zit dan met het beantwoorden van (sto) domme kindervragen. Streepkes hebben is namelijk een karaktertrek en karaktertrekken uitleggen aan een hongerende zoon is vragen om moeilijkheden en moeilijkheden veroorzaken slijmstoten en slakkenslijm is broodnodig om vooruit te komen en vooruitkomen is al moeilijk genoeg vandaar liever een fabeltje. Kwestie van een streepje voor te blijven.
Vake