Nederland is tof
In De Morgen van dinsdag 22 mei verscheen een opiniestuk van de hand van Margot Vanderstraeten over Nederlanders. Het artikel is een soort leidraad voor Nederlanders die Vlaanderen willen leren kennen, geschreven naar aanleiding van de enquête die minister Geert Bourgeois liet uitvoeren bij 1600 Nederlanders. Uit die enquête kwamen uiteraard allerlei clichés naar voren, maar de belangrijkste conclusie is toch dat de kennis over Vlaanderen bij onze bovenburen tekortschiet. Zowel op politiek als cultureel gebied is het beeld van de Vlaming beperkt. Vermoedelijk vond mevrouw Vanderstraeten het daarom nodig een wat gedetailleerder beeld te schetsen van onze vlaamsche volksaard, daarbij gebruikmakend van alle clichés die zij tot haar beschikking had. Of zij met het artikel het fris geschimmelde paard der ironie wilde bestijgen, werd mij niet onmiddellijk duidelijk. Ik ontwaarde een zweem van zelfspot, maar vooral een dommigheid over de eigen geboortegrond en een erg schamele kennis van de wondere kwaliteiten van de Hollanders.
Mede daarom vond ik het nodig deze doldwaze tirade van repliek te dienen. Want als Geert Bourgeois beweert dat men in Nederland te weinig van Vlaanderen weet, dan kan Yuri Maanzand evengoed het omgekeerde beweren. Gewoon omdat ik dat kan. En daar moet ik geen 1600 Vlamingen voor interviewen. Laat ik er meteen ook bij zeggen dat ik dit ook doe voor mijn lief – een echte Hollandse schone. Als oranje allochtoon in Vlaanderen is het voor haar niet altijd eenvoudig een plaats te geven aan de boerenkinkelende boutades die wij over Nederland produceren. Dus als u wil beweren dat mijn wederwoord subjectief gekleurd is en enkel dient om mijn lief tot interculturele nachtelijke samensmelting te verleiden, dan doet u maar. Ik vind dat een nobel doel. Zo.
1. Schattig
«[…] en slik de uitspraak ‘wat spreken jullie toch een schattig taaltje, zeg’ zo snel mogelijk in. Vlamingen hebben er geen behoefte aan schattig gevonden te worden. Alleen wat onvolgroeid is, is schattig.»
Aldus Margot ‘Lange Tenen’ Vanderstraeten. Het is helemaal niet erg om schattig gevonden te worden. Dat is meestal gewoon een compliment. Ze bedoelen het goed, die Nederlanders. En bovendien zijn meisjes met een nederlands accent ook – en bij voorbaat – schattig. En fluisteren in het nederlands is driehonderdduizend maal schattiger dan vlaams fluisteren. Nederlanders zijn ook schattig en het zou idioot zijn om onze vermeende schattigheid als een onvolgroeide kwaal te zien. Want dat is het niet. Schattig zijn rocks.
2. U
«Als een Vlaming nadat u een zin, of zelfs maar het woord ‘neej’ heeft uitgesproken, de opmerking maakt: ‘oh, maar u bent een Nederlander’, wees dan op uw hoede. Het gebruik van de aanspreking ‘u’ wordt hier niet zozeer door beleefdheid dan wel door een toenemende drang tot afstandelijkheid ingegeven. »
Het is waar dat wij Vlamingen vaak ‘u’ zeggen. Maar dat doen wij niet per definitie tegen onbekende Nederlanders. Dan zeggen we in eerste instantie meestal ‘ge’ of ‘gij’. Soms slaat een Vlaming ook wel eens onnatuurlijk aan het jijen en jouwen in het bijzijn van een Nederlander, maar dat ligt dan weer aan ons minderwaardigheidsgevoel en de vage ontkenning van onze eigen volksaard. Het pseudo-nederlandse gebral van de uit westvlaamse boerenklei opgetrokken Gringo uit Temptation Island is daar een mooi voorbeeld van.
Dat wij gedreven zouden worden door een toenemende drang tot afstandelijkheid, gaat misschien op voor dat kwartje bruinstemmers die zich de laatste jaren steeds luidruchtiger in onze contreien manifesteren, maar los daarvan kan ons enkel een sporadisch gevoel van misplaatste onderdanigheid verweten worden.
3. Margots eerste poging om een recordaantal clichés in enkele zinnen te persen
«De gemiddelde Vlaming vindt het goed dat u op de Vogelmarkt geld uitgeeft. Maar hij vindt het nog beter dat die zondagochtend uw fout geparkeerde auto – te herkennen aan de schreeuwerige nummerplaat – weggesleept wordt. Nu u voor uw verblijf op onze wegen geen belasting aangerekend zal worden, vinden we dat zelfs absoluut uw verdiende loon. ‘Leuk’ dat u ons vriendelijk en hoffelijk blijft vinden.»
Dat gaat natuurlijk op voor die enkele belasting ontduikende grensstreekbewoners, maar bij mijn weten zijn er veel meer Nederlanders die nog nooit van de Vogelmarkt gehoord hebben en verder gewoon met de trein naar België komen.
4. Klagen
«Klagen is onze nationale sport. (Afijn, we zijn geen natie, maar van onze staatkundige structuur begrijpen Nederlanders niets, voor hen is alles België. Wedden dat ze Bourgeois als Belgisch minister promoten?) Omdat we zo goed kunnen klagen, hebben we er ook een eigen werkwoord voor bedacht: ‘zagen’. Vlaanderen is het enige land ter wereld waar naar hartelust ecologisch vriendelijk ‘gezaagd’ wordt.»
Huh? Klagen een nationale sport? Dat is misschien het geval voor – jaja – dat kwartje bruinstemmers onder ons, maar laten we het geweeklaag van die bende mierenneukers asjeblief niet tot nationale sport verheffen. Dat clowns als F. Dewinter of JM. Dedecker van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat lopen te zagen, hoeft niet te betekenen dat we dat dan maar allemaal moeten gaan doen. U zaagt een beetje, beste Margot, en dat heeft vermoedelijk meer met uw persoonlijkheid dan met uw roots te maken.
Oh ja, die staatkundige structuur. Dat de Nederlanders daar niets van begrijpen, kunt u hen toch niet kwalijk nemen? Ik denk niet dat er veel Belgen zijn die de politieke structuur van ons land in enkele zinnen uit de doeken kunnen doen.
5. Gezellig
«In Vlaanderen is gezellig geen uitroep maar een werkwoord. Het schuilt in het kraken van de wijn. In het dekken van de tafel. In het willen delen van zoveel mogelijk. En dan liefst met het eigen volk.»
Gezellig als uitroep mag dan in Nederland misschien vervangen worden door leuk of lekker of aangenaam, maar dat betekent niet dat Nederlanders niet gezellig kunnen zijn in de oervlaamse betekenis van het woord. De gezellige beschrijving die mevrouw Vanderstraeten maakt, gaat in zekere zin op voor alle volkeren met een beetje zin voor avondlijk genoegen of bourgondisch tafelen. Gezonde goesting – al is dat woord ook weer erg vlaams – is des menschen, en dat geldt dus ook voor Nederland. Ik kan de gezellige momenten in Nederlandse woonkamers, cafés of coffeeshops ondertussen niet meer op twee handen tellen. En over coffeeshops gesproken: als het gezapige gedoogbeleid van onze noorderburen niet gezellig kan genoemd worden, dan weet ik het ook niet meer. Hoor.
6. Pauze
- You know that movie about the chinese godfather?
– He made him an offer he couldn’t understand.
7. Margots tweede poging om een recordaantal clichés in enkele zinnen te persen
«Als Nederlanders wensen dat Vlamingen naar hun bedrijfsreceptie komen, dienen ze gezelligheid als een werkwoord te interpreteren. Schenk meer dan melk en suderans. Zet meer dan broodjes met kaas en een lading kroketten op tafel. Geef de receptie niet om vier uur in de namiddag. Op dat uur zitten zakelijke Vlamingen nog aan de koffie na de lunch! »
Hier wil ik nog even aan toevoegen dat ik vierendertig meter ver kan piesen en dat de maan vierkant is. Dat laatste enkel in de zomer, in de winter is er geen maan natuurlijk.
8. Mode
«Kijk naar Vlaamse vrouwen: ze doen, in tegenstelling tot de Nederlandse, een beetje lipstick op en zelden in een heftige kleur. Onze mannen dragen, in tegenstelling tot de Nederlandse, zelden rode sjaals of felgele shirts. »
Ik weet niks van mode, dus ik wil u hier het voordeel van de twijfel gunnen, lieve Margot. Al draag ik regelmatig felgele shirts. Als u die eens wil zien, stuurt u maar een mailtje.
9. Margots derde poging om een recordaantal clichés in enkele zinnen te persen (het wordt nu wel een beetje zielig)
«Onze keuken behoort tot de beste ter wereld, omdat wij als proevers en eters tot de beste ter wereld behoren. Stijl en smaak liggen er nooit dik bovenop. Prakken doen wij niet. Daarom vinden Vlamingen hun eigen stijl en smaak beter dan die van jullie. Jammer dat we dat nog niet nadrukkelijk durven en kunnen zeggen. En liever roddelen als u weg bent.»
Pardon? Prakken doen wij niet? Ik prak elke week minstens drie keer een banaan en twee keer mijn aardappelen. En ik roddel nooit. Wat is prakken?
11. Slotstuk
En zo ratelt mevrouw Vanderstraeten nog enkele alinea’s verder. Vermoedelijk heeft zij in haar vriendenkring enkele rijke grensstreekbewoners, of is zij ooit – god verhoede het – onheus behandeld door een Nederlandse treinconducteur. Het staat in elk geval buiten kijf dat ze met haar artikel enkele persoonlijke frustraties wilde ventileren, meer dan dat ze een vrolijk ironisch artikel over Nederland en Vlaanderen heeft geschreven.
Wij – Vlamingen – moeten trots zijn op onze noorderburen. Wij wonen met onze kleinburgerlijke bescheidenheid en infantiele intolerantietjes zowaar naast één der meest vooruitstrevende en openhartige naties op het wereldrond. Zonder het tolerante, multiculturele en cultuurminnende voorbeeld van dat oranje volkje, zouden wij wellicht nog verder worden teruggeworpen op het pad dat beschaving heet. Onze wortels zijn dezelfde, onze idealen ook. Dat we er – na al die jaren – niet hetzelfde taaltje op nahouden, maakt het alleen maar mooier. En als die oliedomme regering van ons ooit zo oliedom zal zijn om België in twee te hakken en de Walen in hun sop te laten gaar koken, dan hoop ik dat ze minstens het verstand hebben om annexatie bij Nederland aan te vragen. Wie A zegt, moet namelijk ook B zeggen. Maar dat is wellicht een ander debat.
Wat ik eigenlijk wil zeggen, is dit: Nederland is tof.
Nederland is tof, en de Nederlanders ook. Hun water ook. Hun vrolijke ministers ook (niet allemaal hoor). Hun cabaret ook. Hun televisie-programma’s ook. Hun webloggers ook. Hun waddeneilanden ook. Hun grootstedelijke gezelligheid ook. Hun weilanden met koeien en boompjes ook. Hun liefde voor funk en jazz ook. Hun smakelijke belegde broodjes ook. Hun Hema ook. Hun debatten ook. Hun assertiviteit ook. Hun vriendelijkheid, gastvrijheid en tolerantie ook. Hun schattige accentje ook. De manier waarop ze ook zeggen ook. En nog veel meer. Ook.
Maar het allerbelangrijkste – en eigenlijk het enige dat ik had moeten schrijven – staat in de nu volgende alinea, die ik opdraag aan Zezunja.
Liefste lief, ik weet dat Vlamingen zich vaak op boertige en ongenuanceerde wijze over de Nederlanders kunnen uitlaten. Ik weet dat veel Vlamingen jullie taaltje raar en luidruchtig vinden. Ik weet dat wij ingetogen en stil en bescheiden zijn en de indruk geven te roddelen over zaken die we niet in jullie Hollandse gezicht durven te zeggen. Maar ik weet ook dat we naar jullie opkijken. Dat we van jullie houden en dat we jullie graag zien komen. Dat jullie goedlachs zijn en fijn gezelschap. En dat Vlaanderen daarom een fijne plek is voor een Nederlandse schone. (En dat Margot Vanderstraeten een klein pietje heeft, gesteld dat ze een pietje heeft.)
Bijna tien jaar na dato heb ik mijn tirade nog eens grondig herlezen. En hoewel ik Nederland nog steeds tof vind, en ik er nog steeds van overtuigd ben dat wij Vlamingen de Nederlanders soms erg bevooroordeeld bejegenen, wil ik toch een kleine verontschuldiging in de richting van Margot Vanderstraeten zwieren. Ik heb haar hier en daar in mijn tekst onnodig zwaar aangevallen. Soms neemt mijn wilde schrijverij vreemde afslagen, en niet noodzakelijk de juiste. Bovendien zie ik – na herlezing van haar stuk – wel degelijk dat ook zij met ironische pen te werk is gegaan.
Mevrouw Verstraeten, ge zijt een onnozele truttemie.
dit is de tekst in kwestie. Jammer voor Maanzaad, maar de tekst steekt juist de draak met alle mogelijke en meest banale clichés en vooroordelen die er te vinden zijn over de Nederlanders. Daarnaast wordt de Vlaming ook over de hekel gehaald, want hoe je het ook wendt of keert, Vlamingen hebben nog steeds een minderwaardigheidscomplex tov de Nederlanders, dat wordt in de opinie van Margot Vanderstraeten precies gehekeld.
Dat vanderstraeten weet waarover ze spreekt, mag duidelijk zijn. Ze deelt al decennialang het leven met een Nederlander, en kent Nederland en zijn inwoners bijzonder goed. Dat lees je in de inleiding trouwens. Zinsneden uit de context rukken is zelden een eerlijke manier van analyse.
Die Nederlanders toch!
Margot Vanderstraeten maakt de bovenburen wegwijs in Vlaanderen
Zowel privé als professioneel loop ik geregeld – en van harte – een Nederlander tegen het lijf. In die mate zelfs dat ik oprecht van mening ben dat Geert Bourgeois, Vlaams minister van Buitenlands Beleid, in plaats van aan 1.600 Nederlanders te vragen wat ze van Vlaanderen en de Vlaming vinden, evengoed bij mij had kunnen aankloppen. Omdat de uitgebreide enquête bij onze noorderburen niets anders dan de bevestiging van eeuwenoude clichés over de Vlaamse identiteit heeft opgebracht, doe ik er – speciaal voor het ministerie van Burenbeleid – nog een gratis schepje bovenop. Aan alle Nederlanders die dankzij het promotionele actieplan van minister Bourgeois binnenkort Vlaanderen zullen ontdekken, raad ik aan om bij het eerstvolgende contact met hun vriendelijke edoch racistische zuiderburen de volgende vuistregels in acht te nemen.
Als een Vlaming zegt dat hij een boontje voor zijn platte land heeft, kijk hem dan niet met gefronste doch beminnelijke wenkbrauwen aan en slik de uitspraak ‘wat spreken jullie toch een schattig taaltje, zeg’ zo snel mogelijk in. Vlamingen hebben er geen behoefte aan schattig gevonden te worden. Alleen wat onvolgroeid is, is schattig.
Als een Vlaming nadat u een zin, of zelfs maar het woord ‘neej’ heeft uitgesproken, de opmerking maakt: ‘oh, maar u bent een Nederlander’, wees dan op uw hoede. Het gebruik van de aanspreking ‘u’ wordt hier niet zozeer door beleefdheid dan wel door een toenemende drang tot afstandelijkheid ingegeven. De gemiddelde Vlaming vindt uw nationaliteit immers geen troef. De gemiddelde Vlaming vindt het goed dat u op de Vogelmarkt geld uitgeeft. Maar hij vindt het nog beter dat die zondagochtend uw fout geparkeerde auto – te herkennen aan de schreeuwerige nummerplaat – weggesleept wordt. Nu u voor uw verblijf op onze wegen geen belasting aangerekend zal worden, vinden we dat zelfs absoluut uw verdiende loon. ‘Leuk’ dat u ons vriendelijk en hoffelijk blijft vinden.
Als een Vlaming na een restaurantmaaltijd met meerdere personen niet meteen aan het tellen slaat (en hij ook de ober niet om een gedeelde rekening vraagt), denk dan niet dat dit een vergetelheid is. Als Vlamingen met meerdere mensen uit eten gaan, is het gangbaar dat de uitnodigende partij betaalt, of dat de rekening, achteraf en onder elkaar, grofweg door het aantal aanwezigen wordt gedeeld. Nooit zal een Vlaming openlijk zeggen: ‘Maar ik heb water gedronken, dus ik betaal de wijn niet mee.’ De kans dat hij achter uw rug klaagt dat hij teveel heeft bijgedragen, is echter zeer reëel. Klagen is onze nationale sport. (Afijn, we zijn geen natie, maar van onze staatkundige structuur begrijpen Nederlanders niets, voor hen is alles België. Wedden dat ze Bourgeois als Belgisch minister promoten?) Omdat we zo goed kunnen klagen, hebben we er ook een eigen werkwoord voor bedacht: ‘zagen’. Vlaanderen is het enige land ter wereld waar naar hartelust ecologisch vriendelijk ‘gezaagd’ wordt.
Als een Vlaming zegt dat alle voorwaarden voor een contract of een afspraak vervuld zijn, wees daar dan niet zeker van. De vaagheid die bij het betalen van de rekening regeert, beheerst ook de agenda. Het is ook deze vaagheid die de fiscale vluchteling in u – de enige vluchteling die wij graag asiel verlenen – zo aantrekt. Rommelen maakt deel uit van ons cultureel erfgoed. Dat ziet u bijvoorbeeld ook aan ons wispelturige landschap.
De enquête bij de Nederlanders heeft het nogmaals bevestigd: wij Vlamingen zijn gezellig. Dat is een beetje zielig voor de Nederlanders. Want, behalve dat het woord in sommige landen geen equivalent heeft, bestaat er geen volk dat zo vaak iets nadrukkelijk ‘gezellig’ vindt als de Nederlanders. Zelf gehoord bij de kassa van de Albert Heijn: ‘En dan krijgt u nog twee euro terug’. ‘Gezellig!’ In Vlaanderen is gezellig geen uitroep maar een werkwoord. Het schuilt in het kraken van de wijn. In het dekken van de tafel. In het willen delen van zoveel mogelijk. En dan liefst met het eigen volk. Met de Walen, door u Wallonen genoemd, wensen we ook liever niet al te veel meer te delen. Maar dat begrijpt u niet, omdat u denkt dat een staat pas een aparte staat is als hij een eigen voetbalploeg (zoals Wales, Schotland, enz..) heeft.
Als Nederlanders wensen dat Vlamingen naar hun bedrijfsreceptie komen, dienen ze gezelligheid als een werkwoord te interpreteren. Schenk meer dan melk en suderans. Zet meer dan broodjes met kaas en een lading kroketten op tafel. Geef de receptie niet om vier uur in de namiddag. Op dat uur zitten zakelijke Vlamingen nog aan de koffie na de lunch!
[quote] U mag dan wel het volk zijn dat ons land het meeste toerismegeld oplevert, dat u gierig bent en blijft, dàt staat buiten kijf [/quote]
Vlamingen worden ten opzichte van Nederlanders ingetogen genoemd. Dat zijn we ook. Zo is onze keuken en zo is ook onze mode. Kijk naar Vlaamse vrouwen: ze doen, in tegenstelling tot de Nederlandse, een beetje lipstick op en zelden in een heftige kleur. Onze mannen dragen, in tegenstelling tot de Nederlandse, zelden rode sjaals of felgele shirts. Onze keuken behoort tot de beste ter wereld, omdat wij als proevers en eters tot de beste ter wereld behoren. Stijl en smaak liggen er nooit dik bovenop. Prakken doen wij niet. Daarom vinden Vlamingen hun eigen stijl en smaak beter dan die van jullie. Jammer dat we dat nog niet nadrukkelijk durven en kunnen zeggen. En liever roddelen als u weg bent.
Kijk niet verbaasd op als Vlamingen, als ze elkaar voor het eerst ontmoeten, naar elkaars geboortedorp polsen. Vlamingen hebben, in tegenstelling tot de Nederlanders, de uitgesproken behoefte om de ander geografisch te kunnen plaatsen. Hoe dichter de ander in de buurt van jouw geboortedorp is grootgebracht, hoe groter de sympathie. De sympathie voor de Nederlander blijft klein, zelfs in de grensdorpen. Als u wat minder bijdehand en betweterig zou zijn, of als u de voornaamste winkelstraten van Vlaanderen nu eens niét opkocht, zouden wij u sympathieker vinden.
Wees er als Nederlander van overtuigd dat grappen over Duitsers in ons land niet even uitbundig onthaald worden als in eigen land. Wees er eveneens van overtuigd dat wij er met verbazing op toezien hoe jullie zo kundig commercieel uitpakken met alles wat met Anne Frank te maken heeft, terwijl jullie Nederlanders, haar aanwezigheid zelf aan de nazi’s hebben verklikt. Uiteraard benijden wij jullie ongebreideld talent voor het handelen, maar dat zeggen we niet.
Ga ook eens naar het prachtige maar moeilijkere Brussel. Vlaanderen is meer dan Antwerpen. En o ja, u mag dan wel het volk zijn dat ons land het meeste toerismegeld oplevert, dat u gierig bent én blijft, dà t staat buiten kijf.
Vanderstraeten Margot is schrijfster en freelancejournaliste. Voor De Gedachte schrijft ze om de twee weken een opiniestuk
Lieve Johanna,
Ten eerste: Het is Maanzand en niet Maanzaad.
Ten tweede: Dat de tekst van mevrouw Vanderstraeten de draak zou steken met banale clichés en vooroordelen is juist het hele punt. Als dat haar bedoeling was, dan vind ik dat ze daar niet in geslaagd is. Ironie is een verraderlijk wapen, en als ironie niet op een duidelijke manier op je lezers wordt overgebracht, sorteert ze een omgekeerd effect. Ik vond het artikel in dat opzicht flauw en zijn doel voorbijschietend. Ik wilde er daarom een schepje bovenop doen.
Ten derde: Dat mevrouw Vanderstraeten weet waarover ze spreekt, mag dan misschien duidelijk zijn. Dat die kennis ook naar voren komt in haar tekst, is heel wat minder duidelijk. Dit soort opsommingen van banale clichés en vooroordelen lees je ook in opstelletjes uit de lagere school. Daarvoor hoef je niet eens een Nederlander als partner te hebben.
Ten vierde: Ik ruk geen zinsneden uit de context. Ik citeer (letterlijk) en ik reageer. Dat ik daarbij haar inleiding over het hoofd zie, is wellicht niet echt verantwoord vanuit een eerlijk analytisch standpunt. Maar ik heb dan ook niet de pretentie een eerlijke analyse te maken. Bovendien vind ik de inleidende woorden van mevrouw Vanderstraeten flauw en niet scherp genoeg. Gelukkig helpt u het debat een stap vooruit door de volledige tekst te plaatsen.
Ik heb trouwens even de vrijheid genomen uw reactie wat ordelijker te formatteren, dat leest vlotter en verkleint de kans op oneerlijke interpretaties.
Ten vijfde: Kent u die film over die chinese peetvader?
Ten zesde: Niets van dit alles is echt belangrijk, want ik deed het vooral en voornamelijk voor mijn lief. Dat ik u op uw teen getrapt heb, zal me verder worst wezen.
Ik moet eerlijk zijn en zeggen dat deze tekst me nauw aan het hart ligt,
zijnde een Belg in het verre Groningen, met slechts Nederlandse vrienden (en een verdwaalde canadees) om me mee te entertainen en een vriendin waar het Hollandse gewoon van afstraalt. (Terwijl mr. yuri Maanzand uiteindelijk nog steeds een Amsterdamse tot licht van zijn leven heeft benoemd, en Amsterdammers en Nederlanders dat is niet hetzelfde).
De opmerkingen die Margot in De Morgen te kennen geeft zijn niet altijd even doordacht, maar vaak wel herkenbaar.
1. Mijn vlaams accent wordt door iedereen schattig gevonden (behalve door de canadees, want zij verstaat me niet als ik vlaams spreek). Mijn liefje claimt zelfs dat het een van mijn aantrekkingspunten is. Ik ben dus ook als de dood voor de dag dat we in Vlaanderen zouden komen wonen, waar ze zal worden omringt door een heleboel schattige accenten. Het is inderdaad wel leuk en een compliment, maar het zorgt tevens voor een heleboel misverstanden (Ik: Ben je lastig? Zij: Wat! Klootzak! ik voel me niet zo lekker en jij noemt me een lastpost! klets!). Tevens zorgt het voor een vorm van kleinering (als ik een euro kreeg voor elke keer dat ze tijdens een discussie tegen mij zei: “maar liefje, dat is een woord dat alleen in vlaanderen bestaat. Jullie met jullie schattig taaltje toch” dan had ik nu enkele euro’s).
2. Neej – ik hoor zelf het accent niet meer, maar verbaas me wel over enkele uitdrukkingen hier zoals “het haasje zijn” (het slachtoffer zijn, volgens mij een verwijzing naar de haas in reinaard de Vos die door iedereen geneukt wordt) , “op die fiets” (ah-zo, op die manier, geen idee waar dit vandaan komt)en ‘lekker in je bek schijten’(alle coprofagisten ten spijt lijkt het me niet lekker om in mijn bek te worden gescheten).
3. Klagen. Vlamingen klagen, het is inderdaad onze nationale sport. Je kunt het er niet mee eens zijn, maar dan heb je een zonnige kijk op je medevlaming. Volgens Europese enquettes zijn we het meest anti-politieke volkje ooit. Nederlanders klagen ook, maar het verschil is vooral dat Nederlanders altijd een eigen visie hebben (mening volgens vlamingen), terwijl Vlamingen NOOIT een eigen visie hebben. Het mooiste voorbeeld is wel het voetbal, waar elke Nederlander zichzelf een betere coach vindt dan de huidige nationale coach, terwijl elke Vlaming de huidige nationale coach slecht vindt maar het zelf ook niet wil oplossen.
4. Nederlanders betalen evenzeer totale rekeningen als Vlamingen. Het verschil zit zich vooral in de tip voor de bediening. Vlamingen doen daar niet aan. Nederlanders wel. Wie is nu de gierige aap.
5. Gezellig. Het woord waar ik nog steeds voor huiver maar gelukkig hier in het Noorden niet frequent gebruikt. Vlamingen zijn uiteindelijk nog steeds beter in gastvrijheid dan de Nederlanders. Sorry, het klinkt stereotyp, maar principes als wijn meenemen als je ergens op bezoek gaat, de koekjesdoos openlaten rond het thee-uurtje en vooral naborrelen na een diner is voor mij vanzelfsprekend terwijl Nederlanders altijd verrassend opkijken. Begrijp me niet verkeerd. Ze apprecieren het allemaal wel. Ik geef de gezelligste feestjes en er is altijd lol als de vlaming mee-eet.
6. Er is niets frustrerender dan een lunch waar het menu bestaat uit een glas karnemelk en een broodje kalfskroket. Zeker niet als het gaat over een lunch van wat moet doorgaan als de creme-de-la-creme van de academische wereld. Behalve natuurlijk het moment na de lunch waar iedereen zich laat excuseren en je uiteindelijk alleen met het personeel blijkt te zijn en je onschuldig vraagt waar de koffie blijft.
7. Er is een verschil in eetcultuur, maar ik heb evenveel lekkere dingen gegeten in Nederland dan in Vlaanderen. In Vlaanderen heb je echter niet zo veel eetcafes waar ze je bij je steak ook geprakte aardappelen en bloemkool als bijgerecht serveren. ..Mijn vriendin was geschokt toen ik voor de eerste keer aardappelen voor haar klaarmaakte. Sip keek ze me aan en vroeg waar de Jus was. Maar dat heeft met smaak te maken, mijn bomma zou hetzelfde zeggen.
8. Nederlanders vragen ook naar het geboortedorp. Misschien neit in de randstad, maar in het Zuiden of in het Noorden is het van hetzelfde belang als in Vlaanderen. Hoeveel keren heb ik Friezen elkaar wel niet horen vragen van welk dorp ze kwamen, om dan in elkaars armen te vallen als ze horen dat ze ook woudfriezen, kustfriezen, moerasfriezen, stadsfriezen of heikneutfriezen zijn (ik onthou het altijd met kabouters).
9.Nederlanders zijn bang van Wallonië, en ook van Brussel. ELke nederlander kent Antwerpen, maar maar enkelen kennen Brussel. En ze willen Vlaanderen best wel hebben, maar willen niets weten van Brussel of van Wallonië.
Om dan toch te besluiten dat Nederlanders fantastisch zijn zowel als frusterend, net zoals Vlamingen gezellig en vervelend zijn. Tis allemaal een pot nat.
jaa mooie discussie.
een bevriende Nederlander vond dEUS onlangs een heus schattig rockbandje (en ik hekel verkleinwoorden). dat heeft gewoon te maken met het woord schattig dat een andere betekenis heeft. we spreken elk een andere taal, of we dat willen toegeven of niet volgens mij.
Vlamingen zitten ook met een minderwaardigheidscomplex. het heeft trouwens lang geduurd vooraleer Vlaamse boeken in Nederland terechtkwamen, ahja, ze waren in een vreemdsoortig Vlaams-Nederlands geschreven.
verder vind ik de Nederlanders best knudde en gezellig.
om toch nog even te zeggen dat er evenveel goede dingen over Nederlanders te zeggen zijn. En om Zezunja een hart onder de riem te steken. Vlamingen zijn over het algemeen gezien veel gemener tegenover Nederlanders dan andersom. Maar dat is omdat ze bang zijn. Omdat ze denken dat jullie hun gaan overtroeven. We denken vaak dat jullie met ons lachen of dat in ieder geval binnen de kortste keren gaan doen. En dus gaan we bij het begin van het gesprek al in de aanval. Sorry daarvoor.
Aan de andere kant. Ik woon al vier jaar in de Groningse klei en nog steeds noemen ze mij Belgje. Nederlanders hebben een automatisme om Belgen als kinderen te behandelen. Maar uiteindelijk zijn kinderen nog steeds schattig. Van nu af zal ik Nederlanders dus ook schattig vinden, om de balans in evenwicht te houden.
- ja, volgens mij hebben Vlamingen over het algemeen nog steeds een klein minderwaardigheidscomplex
– en ja belgje, schattig, … het zijn allemaal schattig kleine verkleinwoorden
Twee mini-buurlandjes in een wijde wereld die elkaars taal redelijk spreken en dat heugelijke feit gebruiken om zo veel mogelijk verschillen te ontdekken. Kostelijk. Als Iraniër in Gent-zuid zul je daar veel minder last van hebben. Of als Surinamer in Tjietjerkskeradeel.
Volgens mij speelt dit zich op elk niveau af, trouwens. In Nederland heb je vergelijkbare verschillen tussen de brutale Hollanders (lees randstad) en het gemoedelijke zuiden (lees Brabant). Inclusief het zachte taaltje van de Brabo’s en de grofgebektheid van de stadjers.
@ JeroenJosMaarten (wat een geweldige naam!) en Kapitein Kapot:
Dat ‘schattig’ en die verkleinwoorden vind ik eveneens irritant. Ook als het niet over Belgen gaat. Mensen die zeggen ‘mijn vrouwtje’ of ‘mijn collegaatje’ moeten per direct op taalles, hoofdstuk ‘connotatie’. U zou dan Kapitein Kapotje worden, trouwens, en dat is wel weer leuk. (Jaja, ‘leuk’, ik blijf een Nederlandse).
@ Bart: Ja, het speelt zich inderdaad op veel niveaus af. Soms denk ik dat mijn gevoel vergelijkbaar is met dat van een Marokkaan, over wie men ook vaak nare dingen zegt. Of met een, godbetert, Limburger. Die hebben het echt zwaar, die Limburgers. Die zijn zowel in Nederland àls in België de pispaal van de klas.
Om het allemaal nog erger te maken, moet ik je zeggen dat Luxemburgers ook grappen maken over Belgen. Je zou zeggen hoe kleiner het land des te meer het mikpunt, maar niet in dit geval dus. Ik weet er eentje. Een groep Belgen en een groep Luxemburgers maken samen een tochtje met een touringcar van de firma Erny Wewer (die dubbeldekkers heeft). De Luxemburgers vermaken zich best en genieten van het uitzicht. Dan komt er een op het idee om eens bovenin te gaan kijken of de Belgen het ook naar hun zin hebben. Tot zijn verbazing zitten ze daar bleekjes uit het raam te kijken en niemand zegt wat. Wat is er aan de hand, vraagt de Germain, beneden zit de stemming er goed in. Vinden jullie het geen plezante tour? Jamaar, zegt een der Belgen met een benauwd gezicht, júllie hebben een chauffeur.
Nou. Nu iemand een grap over Luxemburgers. Ik ken er geeneen.
Te weten dat toen we nog bij Nederland hoorden, je je opleiding volledig in het Nederlands kon doen. Die klok is danig teruggedraaid na die stomme revolutie…
Heer Maanzand,
Dat zijn hier hele lappen tekst en ik moet toegeven dat ik eigenlijk niet alles gelezen heb…
Desalniettemin durf ik toch gerust beweren hetgeen volgt:
mocht men mij verbannen naar Nederland, ik zou daar onmiddellijk mijn draai vinden en dat meen ik echt. Ik vind Nederlanders vlotte, vrijgevochten mensen met erg veel humor. En hun vrouwen vind ik erg verleidelijk.
Ik zou er nog veel meer kunnen over zeggen, maar gelet op de grote lappen tekst hierboven laat ik het maar zo.
Met vriendelijke groeten,
Drs. Johan Arendt Happolati
U bent allen helden. En verder is het inderdaad één pot nat.
@ Yuri, antwoord op laatste zin in blauwe balk: ja, dat zullen we dan zo afspreken! Deal! Wil ook gewoon even zeggen dat ik erg met jullie mee voel.
Als ik zo op de diverse weblogs meelees en reageer, dan merk ik eigenlijk nauweljiks tot geen verschillen tussen Nederlanders en Vlamingen; hooguit ken ik als Nederlander bepaalde Vlaamse woorden niet, die op mijn vraag dan altjid uitgebreid worden toegelicht.
Voorbeelden van deze weblogs zijn: http://drs.punt.nl/ en http://urbainalpain.punt.nl/ , grappig genoeg 2 bekende Vlaamse webloggers op Nederlandse websites.
Ik zie dus weinig verschillen tussen Nederlanders en Vlamingen en gigantisch veel overeenkomsten.
Ook ik heb een gloeiende hekel aan allerlei verkleinwoorden, omdat daarmee een flinke neerbuigendheid tot uitdrukking wordt gebracht.
Ik houd het maar op het plezier, dat ik beleef op en aan de weblogs van de Heer Drs. Johan Arendt Happolati en de Heer Landgraaf Urbain Alpain, die ik als vrienden ervaar en waarbij er geen grenzen bestaan via internet.
Waarvoor dank, Heer Centrum.
(U bent zelf ook een schatje, trouwens. Toch?)
Aah. De liefde overwint. Zo hoort het.
Hmm, tjsa. We zijn hetzelfde en toch heel anders. Als echte Hollander (met een deels niet-nederlandse – oud-koloniale – achtergrond) weet ik dat Nederlanders nogal van het hokjes proppen en labelen zijn. Daarom vinden wij Belgen schattig en voorkomend en beleefd, Limburgers (nederlands limburg) vinden we bourgondisch, Groningers stug en zo zijn er nog vele voorbeelden.
Wat mij in omgang met onze zuiderburen het meest opviel, is dat a) men in het algemeen meer weet over Nederland, dan andersom, en b) dat men onze belgenmoppen ook kent, maar dan steevast met een hollander in de negatieve hoofdrol.
En tot slot: ook in nederland wordt klagen weleens zagen genoemd en ook hier is het een nationale sport. Sterker nog: volgens mij hebben we het hier uitgevonden.
Maar goed, al met al kan ik in het algemeen goed met alle mensen uit de lage landen opschieten.
Het artikel heb ik laatst gelezen in de krant en werd daar zelf niet vrolijk van. Ik woon in Brussel, al enkele jaren, vanwege mijn lief. Ik ben nederlandse en dat valt meteen op, zodra ik spreek. Ik wordt door franstaligen en door nederlandstaligen, hier in Brussel, vaak onheus behandeld. Kortom, ik voel me hier weleens enorm klote. Ik geloof niet, dat belgen in Nederland, zo rot worden behandeld als nederlanders in België.
Beste Margot,
wat een ontzettend simpel wereldbeeld heb jij toch . De cliche’s vliegen me om de oren. Ik heb al meer artikelen van je gelezen en de Nederlanders schijnen een stokpaardje van je te zijn. Blijf maar lekker in je kleine Belgie zitten en doe je best met je boeken. Wij Nederlanders zijn van dat alles weinig onder de indruk. Het is het soort schrijven en denken (bewust in deze volgorde) wat bij ons sinds de jaren 80 heeft afgedaan. Nederland ken je zeg je,omdat je een Nederlandse partner hebt die met jou samenwoont? Omdat je er vaak komt? Ik kom ook vaak in Belgie maar meen echt niet de Belgen te kennen. Overigens praat ik niet over “de Belgen” . Ik praat over mensen met eigen karakters en kenmerken. Hetzelfde doe ik vwb mijn collega Nederlanders. Toch wel jammer dat een (zichzelf) progressief noemende schrijfster (de Morgen etc) zulke oudbollige en simpele gedachten heeft.