• Wannes Daemen

De onge­luk­kigste man van de week

Er zijn deze week twee figuren die in aan­merking komen voor de titel Onge­luk­kigste man van de week. De eerste is onze plaat­se­lijke buurt-exhibitionist die gis­teren het langs­rij­dende verkeer vanuit zijn raam stond te regelen met zijn onge­wassen leuter als belang­rijkste instrument. Voor een hila­risch relaas van dit pot­lood­ventend gebeuren verwijs ik u graag door naar mijn lief. De man die ik als kan­didaat naar voor wil schuiven, heeft een heel ander verhaal te ver­tellen. Of hij dat verhaal later zelf bij het haardvuur aan zijn klein­kin­deren zal door­geven, valt te betwij­felen. Over de aan­we­zigheid van die klein­kin­deren ben ik trouwens ook niet helemaal zeker.

Het pro­gramma heet Mama zoekt een lief en mijn ver­slaving heet Pul­pe­sitas. In de hit­parade van breindo­dende relaxe­rende zen-televisie staat VT4 wat mij betreft al jaren in de top drie. Tot spijt van wie het benijdt, zoals bij­voor­beeld de asce­tische schrijver van eli­taire streek­romans in mijn ach­ter­hoofd. Maar die laatste houdt dan weer niet van System Of A Down, dus erg veel waarde hecht ik niet aan zijn oordeel. 

Mama zoekt een lief. Het lijkt een simpele titel, maar er zit meer achter. De heren die zich kan­didaat stellen om enkele dagen als een schoot­hondje achter de vier zoe­kende dames in kwestie aan te hup­pelen, geven inderdaad vooral blijk van een onge­ge­neerd ver­langen naar een tweede moe­der­figuur. Stuk voor stuk mannen waar mama natuur ergens een steekje heeft laten vallen. Dat steekje is meestal van een haast poë­tische sub­ti­liteit, maar even vaak gaat het om geca­mou­fleerde soci­o­paten die zichzelf op de meest schaam­teloze manieren als goedkope straat­hoertjes staan te ver­kopen. De pro­gram­ma­makers hadden evengoed voor de titel Papa zoekt een psy­chiater kunnen gaan.

In de afle­vering van gis­ter­avond was er een meneer die van een hup­pelend schoot­hondje reïn­car­neerde in een soor­tement woor­deloze Jean-Paul Sartre. Enkele tele­vi­sie­mo­menten lang straalde het ver­za­melde exis­ten­ti­a­lisme van de vijf vorige eeuwen uit de honde-ogen van één man. Rik. Ik noem hem even Rik omdat ik door de con­ster­natie prompt zijn naam ben ver­geten. Maar namen zijn niet belangrijk in deze. Niks is eigenlijk nog belangrijk, leek Rik op het einde van de episode te willen zeggen. Hij was een gekraakt man en zou zich na afloop terug­trekken in een vochtige kelder met het ver­zameld werk van Proust aan zijn zij. Wat is het heerlijk om in stukjes over pulp-tv grote schrijvers te citeren waar ik nog nooit een letter van heb gelezen. Soms word ik erg gemak­zuchtig. Maar goed, dat was Scho­pen­hauer naar ver­luidt ook wel eens.

Wat was er gebeurd? Rik, de bijna onge­luk­kigste man van de week, had zich inge­schreven voor deelname aan het pro­gramma, en zijn voorkeur ging daarbij uit naar Linda, een vrij gezellige dame die zichzelf omschrijft als een echte ambi­an­ce­maker en dat ook te pas en te onpas aan de niets­ver­moe­dende bui­ten­wereld tracht te bewijzen. Linda is goed­lachs, en heeft de hard­nekkige gewoonte elke one-liner en zin­snede te laten volgen door een veel te luid lach­salvo, waarbij je als kijker alleen maar kan denken: Is het nu ver­domme alweer open­deurdag in dat keelgat? Als Linda lacht, is heel het huis in vreugde. Als Linda een derde, een vierde of een tiende keer met steeds dezelfde car­too­neske grandeur lacht, is het huis leeg. Want iedereen is dan even joggen in Myanmar met een kingsize kop­te­lefoon onder de vast­ge­lijmde motorhelm. Dat soort ambiance maakt Linda. Ambiance met het effect van een krijtje op een schoolbord, of een vork op een lege teljoor.

Dat onze goede vriend Rik zijn voorkeur voor dit mas­sa­ver­nie­ti­gings­wapen uit­sprak, zegt wel­licht veel over hem. Het noodlot zou hem echter met zijn neus op de feiten drukken. Het is geen goed idee om achter vrouwen aan te hollen die tijdens afspraakjes erg letten op de dans­kwa­li­teiten van een man, omdat hij dan waar­schijnlijk ook wel goed kan seksen. Niet dat er geen cor­re­latie zou zijn. Maar je mag er niet aan denken dat het slaap­ka­mer­licht uitgaat, en dat zo’n scrotum-verschrompelende lachbui het enige is wat je nog hoort. Sek­su­a­liteit is dui­delijk erg belangrijk voor Linda, maar ik mag hopen dat de liefde niet weder­zijds is.

Tussen haar gebulder door, viel het Linda op dat kandidaat-mama Vera er wat onge­lukkig bij liep. Dat had alles te maken met het feit dat er voor Vera slechts drie inge­schreven schoot­hondjes voor­handen waren, en dat de eerste twee selec­tie­rondes zonder afvallers aan haar voor­bij­gingen. Een typisch geval van moeten roeien met de riemen die je hebt, ook al zijn het alledrie riemen die hun beste tijd gehad hebben. Toen Cara Van der Auwera – pre­sen­terend hup­pel­kutje van dienst – aan Linda voor­stelde om één van haar vele mannen af te staan ter ver­rijking van Vera’s aan­bid­ders­be­stand, twij­felde het naar favo­riete standjes infor­me­rende bul­derdier geen seconde. Samen met de schuchtere Vera trokken Linda en Cara naar de hotel­kamer van de niets­ver­moe­dende Rik, om hem zonder enige voor­af­gaan­de­lijke waar­schuwing voor een joekel van een vol­dongen feit te plaatsen. Zelfs een demente bosaap zag op dat moment dat de lol er voor Rik al gro­ten­deels af was.

Toen hij zijn kamerdeur opendeed, zag je hem nog heel even denken: Heei. Deze drie dames rijmen op elkaar. Maar de zin om te grappen verging hem al vlug toen hij de vrouw zijner voorkeur hoorde ver­kon­digen dat het tussen hem en Vera toch ook wel heel erg goed zou kunnen klikken. Want toen ont­dekte Rik dat het heel moeilijk wei­geren is als er een camera op je argeloze facie wordt gericht. Linda’s voorstel – begeleid door Cara’s wan­de­lende tandpasta-reclame – was zodanig schaam­teloos van de pot gerukt, dat Rik alleen nog maar groen kon sta­melen. Want je gaat toch niet in je eentje de zacht wal­mende darm­flora van reality-tv in gevaar brengen met een ongepast ant­woord. Zeker niet als je al kniehoog in de eveneens zacht wal­mende excre­menten van dat genre rond­waart, en dat van in het begin door eigen toedoen.

Dat pro­gram­ma­makers niet echt bekommerd zijn om het per­soon­lijke succes van hun labo­ra­to­ri­um­ratten, wisten we al langer dan vandaag. Maar wanneer je daar als kan­didaat op cynische wijze mee gecon­fron­teerd wordt, dan staat een artistiek ver­ant­woorde drol in de brie­venbus van de VT4-kantoren depo­neren wel­licht plot­seling op één in je lijstje levens­doelen. Het duurde dan ook niet lang of de gelaats­uit­drukking van Rik deed de komst van zo’n artistiek ver­ant­woorde drol ver­moeden. Zonder voor­be­reiding werd de arme man bij de vol­ge­lingen van Vera gedropt. En hoe hij ook zijn best deed om onge­ïn­te­res­seerd over te komen, hij moest en zou het gezel­schap ver­voegen voor een gezellig uit­stapje naar de manège. Paard­rijden behoorde immers tot Vera’s sum­miere col­lectie hobbies, en het spreekt vanzelf dat je als man dan maar meteen dezelfde hobby moet gaan beoe­fenen. De heren mochten van geluk spreken dat Vera in haar vrije tijd geen siga­ren­bandjes ver­za­melde. Al zou zulks natuurlijk wel uit­mun­tende tele­visie ople­veren, dat spreekt vanzelf.

Toen Rik – als laatste van het gezel­schap – een ritje mocht maken op de rug van een fier hin­ni­kende vier­voeter, besloot hij een grens te trekken. Zijn maag­delijk witte broek zou zo’n drafje namelijk niet onge­schonden over­leven. Er ontspon zich een genant heen-en-weer geëmmer over de waarde van zijn ves­ti­men­taire argu­menten, maar Rik hield voet bij stuk. Als ik niet op de vrouw mijner dromen mag kruipen, dan al zeker niet op zo’n stin­kende knol, zag het publiek hem denken. De dag ein­digde met een tweede onver­wacht bezoekje aan de hotel­kamer van Rik, dit keer door Vera en de haar ach­ter­vol­gende came­raman. Het gesprekje begon met Er was vandaag toch wel wat spanning aan­wezig, Rik en ein­digde met Ik vind het jammer, maar ja. Een vrouw spreekt ge niet tegen, he. Daar­tussen zat wat ver­legen gestamel van beide vrij­ge­zellen, een gebeuren dat door Cara’s plas­tieken voice-over als een goed gesprek werd bestempeld. Rik dacht er – innerlijk de melkweg in gru­ze­le­menten vloekend – het zijne van.

Na een afrondend maar over­bodig gesprekje voor de camera, kon de onge­luk­kigste man van de week zijn kof­fertje pakken en onver­rich­terzake naar huis terug­keren. Bij thuis­komst wachten hem in de ano­ni­miteit van zijn koelkast twee blikjes bier en een beschim­melde rest pizza, en verder een mailbox vol met spam en een briefje op de deurmat dat hij dringend zijn ach­ter­stallige huur moet betalen. Een zoveelste illusie armer, en met de echo van een verre bul­derlach in zijn ach­ter­hoofd laat Rik zich languit in de zetel vallen. Twee blikjes bier bij de hand. Hij vraagt zich af of het ooit goed zal komen. En hoe een heden­daagse man in godsnaam aan een lief moet geraken, als zelfs VT4 hem daarin tegenwerkt.

Maar ach. Gelukkig is er nog Boer zoekt vrouw op de buis.

1 reactie

  1. robin schreef:

    moet een lieve vrouw zijn

Reageer

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *