Stenen (1)
Toen ik zaterdagnacht wilde gaan slapen na enkele uren avondlijk vertier in het bijzijn van goede vrienden, gebeurde er iets dat me erg deed schrikken. Iedereen heeft wel eens van die momenten die je de daver op het lijf jagen als nooit tevoren. En dan heb ik het niet over de slaap niet kunnen vatten nadat je in je eentje The Blair Witch Project hebt zitten kijken, of de hartkloppingen die nog uren blijven natrillen wanneer de bliksem ergens inslaat. Dat soort angsten is voor mietjes. Ik heb het over het soort angst dat je overvalt als je plotseling een knobbeltje voelt op een plek waar er doorgaans geen knobbeltjes zitten, of wanneer je plotseling out of the blue bloed gaat pissen.
Toen ik die nacht thuis kwam en met mijn enigszins zatte kloten de plee een laatste bezoek bracht, bleek ik out of the blue bloed te pissen. Rode wijn in de closetpot. Ik weet zeker dat mijn hart minstens zes en een halve seconde niet geklopt heeft. Toen ik dacht dat het een dronken zinsbegoocheling was, overviel me plots de nuchterheid die je alleen overvalt wanneer je plots out of the blue bloed blijkt te pissen. Door die nuchterheid wist ik echter zeker dat ik niet hallucineerde, en zag die rode wijn in de pot er plotseling fokking angstwekkend echt uit.
Aan alle smart-asses onder u: ik had géén rode bieten gegeten.
Twee dagen en een doktersbezoek later, komt een pijnlijke mogelijkheid in de buurt van haar ontplooiing. Nooit eerder nam ik de woorden ik en nierstenen in dezelfde frase in de mond, maar de harde werkelijkheid laat me weinig keuze. Een echografie in een of ander gespecialiseerd instituut zal morgen uitsluitsel brengen. Het idee alleen al dat ik als man een echografie zal ondergaan, maakt me overstuur. Alsof ik morgen in mijn eentje het hele gender-evenwicht even op de helling ga zetten. «Ik kan u geruststellen, meneer Maanzand, u hebt geen nierstenen. Maar binnen zeven maanden zult u wel een drieling ter wereld brengen.» U begrijpt dat een deugddoende nachtrust mij straks slechts met veel moeite zal overkomen.
Maar het vreemdste van alles is dit: het went niet.
Na zesentwontjusp wc-bezoeken met rode wijn of rosé als resultaat, zou je denken dat je toch enigszins voorbereid bent op wat je telkens weer te wachten staat. Dat de huivering wegebt. Maar zo werkt dat niet. Ik schrik me werkelijk elke keer een hernia als ik mijn blaas laat leegvloeien.
Ik schrik me al twee dagen om de haverklap rot.
Aan alle smart-asses die het nodig zouden vinden te komen vertellen hoe de medische behandeling van nierstenen in zijn werk gaat: ik wil het niet weten.
ik kan er lang en breed over doorgaan en geweldig genuanceerde en medisch verantwoorde achtergronden over spuien tot ik groen en paars zie maar ik zal het houden op: ge zult ‘m moeten uitpissen, die niersteen. daarna stopt het bloeden. allez, en nu naar bed en lekker slapen.
trouwens, dat lichtgekleurde cursieve stukje onder je verhaal is echt heel erg slecht leesbaar.
Och, schatje toch…
@ ivo victoria: Dat blijkt uit je eerste reactie.
@ Zezunja: Vannacht moest ik plots aan een liedje van Bram Vermeulen denken (één keer raden welk).
Gek genoeg ben ik toen in slaap gevallen.
…
maar voor de rest alles ok, toch?
Shit zeg. Of nee, dat net niet.
Ik weet het, zeer flauw. En toch vind ik het een ‘shit zeg’ waard.
Ondanks alle ellende toch een positieve noot: het was wel een knalgoed logje.
Of is dat een tikkeltje luguber?
We blijven lachen.
En ik vind weinig dingen echt luguber.
Behalve misschien hoe de mond van Veronique De Cock beweegt als ze praat, dà t is vreselijk luguber.
Kijk eens aan, een nieuwe ontdekking in weblogland. En dat terwijl die nieuwe ontdekking al zo’n 5 jaar meegaat, als ik de archieven mag geloven. Een plekje tussen Louter en Martenhoepla in de bladwijzers: Louterlog, Maanzand, Martenhoepla. Klopt als een zwerende vinger, niet waar? Alleen doet dat leuke kleine plaatje het niet dat wel in de adresbalk staat, die krijg ik er bij de bladwijzers niet bij. Gek is dat toch weer. Ze blijven verbazen. Computers en hun inhoud, bedoel ik.
Sterkte met de stenen, overigens.
Dankuwel meneer Brummelkamp.
Ik ben vereerd.
Elke Vlaming wordt geboren met een steen in zijn maag. Later, als ge milder en verzadigd zijt geworden, gaat die steen vergruizen en zakkend zoeken de deeltjes een weg om het lichaam te verlaten. De pisbuis is daarbij de tunnel met op het einde wat sperma en licht.
Wel opletten dat ge tijdens een ejaculatie uw gruis niet in vrouwe V haar weelde katapulteert want zulks heeft immense gevolgen bij het aanmaken van moedermelk en het gracieus bewegen op een fiets!
Mijn vader was bouwvakker en mijn moeder reed kermiskoersen, vandaar dat ik dat allemaal zo goed weet.
Vrouwe V???
Mijn excuses, vrouwe Z, ik zat met iets in mijn mond en kon verdorie die Z niet naar behoren prononceren. Toen kwam plots die V eruit gefloept.
Ik had mijn lief al gevraagd of hij een alibi had, maar hij mompelde alleen iets over Urbain die iets in zijn mond had…