Twee Twixen voor een pint
Bijvoorbeeld. Stel even. Hypodinges. Ruilhandel zou heel cool zijn, bedachten we. Ik zat met twee vrienden op een terras en we bedachten een nieuw (eigenlijk heel oud) systeem van betaling. Hiervoor moet worden uitgegaan van twee veronderstellingen. Ten eerste: kleingeld bestaat niet. Gedaan met loodzware portefeuilles. En ten tweede: briefjesgeld is niet uit elkaar te houden. Elk briefje ziet er dus helemaal hetzelfde uit en is precies even groot. Het enige unieke element op een bankbriefje is dan het serienummer, en bij betaling voor het één of ander moet je dan eerst naar de bank bellen om te vragen wat voor bedrag er achter een bepaald serienummer verscholen zit.
- «Goeiedag, meneer, ik sta hier in de Delhaize en ik zou graag een steelpan kopen. Ze kost 25 euro en ik heb hier een briefje met serienummer blablablazoveel. Kan u mij vertellen welk bedrag daar bij hoort?»
– (zoekt even op in de hoofdcomputer van de grote belangrijke bank) Ik vrees dat ik u moet teleurstellen, meneer. Het nummer blablablazoveel is slechts 21 euro en 34 cent waard. Prettige dag verder.»
– «Euh, kan u ook nog even he…»
– (hangt op)
Het spreekt vanzelf dat dit systeem de gemiddelde burger zwaar op de heupen zal gaan werken omwille van de omslachtige betalingswijze. Hierdoor gaat men op den duur vanzelf naar andere systemen op zoek. Ruilhandel is dan de beste optie. Gedaan met het gezeul met onduidelijke briefjes, gedaan met het gemopper als je wil betalen in de bioscoop en geen telefoon bij de hand hebt. Ruilen en onderhandelen. That is the way of the future.
- «Ober, ik heb hier twee Twixen en een appelsien, kan ik daarvoor een drieëndertiger krijgen?»
– «Zeker, meneer, maar laat die appelsien maar zitten, want ik lust geen fruit.»
– «Goed dan. Alstublieft. Smakelijk.»
– «Dankuwel. En alstublieft. Gezondheid.»
Of ook:
- «Dag meneer. Ik had graag een dvd-speler gekocht, ik heb hier een doos oude cassettes die ik toch niet meer beluister. Kan dat u schikken?»
– «Waw! Modern Talking en Pop in je moerstaal! Kom maar op met die cassettes.»
(Zo is er ook het verhaal van de arme landbouwer die een nieuw televisietoestel wilde kopen, maar enkel een aftands en reeds lang de slachtrijpe leeftijd gepasseerd varken had om te ruilen. Hij heeft dan zijn varken helemaal gewassen en opgeblonken, en heeft er in de Fnac een Philips breedbeeld-plasma-lcd-toestand-dinges mee gekocht. Na een half uur kreeg de jobstudent in de Fnac door dat hij opgelicht was – zo bleek het varken nog maar twee tanden te hebben – maar hij heeft gelukkig ’s anderendaags het versleten varken bij Vandenborre nog voor een wekkerradio kunnen ruilen.)
Enkel voor hele rijke stinkerds die per se met briefjesgeld willen betalen, worden er dan etablissementen ingericht waar de obers uitgerust zijn met een elektronische serienummer-lezer, zodanig dat Leo Delcroix (bijvoorbeeld) ter plekke en quasi onmiddellijk te weten kan komen of zijn briefjes vier, dan wel vijf miljoen waard zijn. Voor deze exquise vorm van middenstand worden dan op het gemeentehuis hier wordt niet geruild-stickers verkocht, aan tachtig euro per stuk.
Zulke stickers kunnen enkel geruild worden met oude strips van Robert en Bertrand.
Dit is zo grappig!
Modern Talking!! De beste band van de jaren 80.