Survival
Ik herinner me iets. Wij woonden vroeger op een boerderij in een onooglijk klein strontgehucht waar de buurvrouwen roddelden en de varkens jankten. Achter de boerderij lag een groot maïsveld waar het in augustus heerlijk verdwalen was, en achter dat veld lag een beekje. De Kikkerbeek. Zo heette die echt. De kikkerpopulatie was reeds jaren geleden aan eenzijdige voeding (links maïs, rechts appelbomen) ten onder gegaan, maar de beek droeg nog steeds haar pittoreske en tegelijkertijd mythische naam. De Kikkerbeek had een uitzonderlijk diepe bedding, waar het aangenaam kampen bouwen was. Op een dag trokken ik en mijn zussen er op uit voor een Kikkerbeek-survival die de hele dag zou duren. We hadden boterhammen gesmeerd en appels in een zak gedaan, en na ongeveer anderhalf uur surviven waren we terug thuis en hingen we lui voor tv. We waren te jong om naar The A‑Team te kijken, dus het zal wel iets anders geweest zijn.
Die tijd komt nooit meer terug.
Heerlijk, heerlijk.