Upgrading Miranda
En net op het moment dat ik weer wilde opstijgen, hield ze me staande. Na een stilte van wel twintig minuten was ik ervan overtuigd dat het voor haar niet meer hoefde. Ik had mijn hoverpod al aangezet en maakte aanstalten te vertrekken. «Nee, blijf», zei ze. Ze lachte en keek me aan. Ik schakelde de motor weer uit en beantwoordde haar blik. «Ik wil dat je blijft», herhaalde ze. «Ik wil niet dat je weggaat», vulde ze aan en ik vroeg me af waar ik dat nog gehoord had. In een ver verleden wellicht. Ze ging zitten. Ze nam mijn hand en trok me op het bankje. Dat veranderde van blauw naar warm groen onder haar aanraking. In de verte brandden de lichtjes van de voedselcentrale. Ik vroeg me af waarom ik was weggelopen. Waarom ik haar achterna was gekomen. «Waarom ben je me gevolgd?», vroeg ze. Telepathie, dacht ik. «Omdat ik je graag zie», zei ik. Dat was waar. Toen, daar op dat warm groene bankje was het ook echt waar. Enkele dagen later – achter mijn toetsenbord – twijfel ik aan mijn woorden. En aan wat ik voelde, toen. En aan mijn capaciteiten tot het schrijven van inleidende alinea’s voor een science-ficton roman. Ik twijfel aan alles. Ook daaraan. Als je alles in vraag stelt, dan val je om. Dan komt er een momefgb ‚;=